jacobH schreef:Helemaal mee eens, Kaw! De uitverkiezing mag enkel en alleen verkondingd worden als troost voor Gods kinderen, maar als het een belemmering gaat vormen om tot God te komen, is er iets fundamenteel fout.
Hoe leg je dan de geschiedenis van de kananeese vrouw uit
Tyrus en Sidon.
22 En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem, zeggende: Heere! Gij Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is deerlijk van den duivel bezeten.
23 Doch Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, tot Hem komende, baden Hem, zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na.
24 Maar Hij, antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israels.
25 En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij!
26 Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den hondekens voor te werpen.
27 En zij zeide: Ja, Heere! doch de hondekens eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel van hun heren.
28 Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw! groot is uw geloof; u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelfde ure.
Allereerst dit: deze geschiedenis kun je m.i. niet gebruiken in deze discussie. Jezus heeft het hier over het onderscheid tussen jood en heiden.Na de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren is er geen onderscheid meer tussen joden en heidenen.
Maar volgens mij ga je ook aan het belangrijkste in deze hele geschiedenis voorbij, jacobH. Het belangrijkste is dat Jezus haar wèl antwoordde en Hij haar dochter uiteindelijk om haar geloof in Hem genas. Jezus testte het geloof van deze vrouw hier.
Hij heeft gezegd: "Die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen", en Hij deed en doet wat Hij belooft heeft, dat zie je hier.
Rom. 9:26: "En het zal zijn, in de plaats waar tot hen gezegd was: Gijlieden zijt Mijn volk niet, aldaar zullen zij kinderen des levenden Gods genaamd worden."
En Rom. 9:30-33: "Wat zullen wij dan zeggen? Dat de heidenen, die de rechtvaardigheid niet zochten, de rechtvaardigheid verkregen hebben, doch de rechtvaardigheid die uit het geloof is.
Maar Israël (de hypercalvinisten???) die de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen. Waarom? Omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet; want zij hebben zich gestoten aan den steen des aanstoots; Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion en steen des aanstoots, en een rots der ergernis (en dat is Hij toch, als je blijft hangen in de uitverkiezing?); en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden." [/b]