madel schreef:Volgens mij kunnen we het hele geheimenis overboord gooien als ik de reacties zo eens lees.
Paulus is schromelijk aan het overdrijven en zegt zaken die niet kloppen.
SVV Ephesians 3:3 Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb;
Verborgenheid? welke verborgenheid Paulus. niet overdrijven hoor.
SVV Ephesians 3:5 Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest;
de mensen wisten het wel hoor. niet overdrijven Paulus. je kan het gewoon teruglezen in het OT.
SVV Ephesians 3:6 Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten Zijner belofte in Christus, door het Evangelie;
Paulus, je hebt het hier wel over lichaam maar daar wordt Christus lichaam zelf niet mee bedoeld hoor.
SVV Ephesians 3:8 Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus,
welke genade is Paulus gegeven. dat is toch niets anders dan dat de Here Jezus en de discipelen ook gepredikt hebben. en dat kunnen we toch gewoon terugvinden. dat is toch gewoon na te speuren.
SVV Ephesians 3:9 En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus;
Pauls, ook dit is niet waar. het was helemaal niet verborgen. dat maak jij ervan maar je kunt het gewoon nalezen.
Nogmaals, wat geopenbaar is is volkomen nieuw. in het verbond is sprake van een huwelijk. man en vrouw gaan een verbond aan. zie OV en NV. twee partijen.
wat door Paulus wordt geopenbaard is dat gelovigen in deze tijd zelf deel uitmaken van de Man. Christus is daarbij het Hoofd van het Lichaam en de Gemeente Zijn Lichaam. dat is geen verbondssituatie. wij maken deel uit van Christus zelf. en dat was nog nooit geopenbaard. Hier is de Man 1.
Nee, Paulus schrijft heel duidelijk wat "het geheimenis" is. Allereerst verwijst hij in 3:3 ("gelijk ik boven in het kort daarvan schreef") naar het voorgaande. Wat is dat? Het is (uiteraard) Ef. 2:
11 Bedenkt daarom dat gij, die vroeger heidenen waart naar het vlees, en onbesneden genoemd werdt door de zogenaamde besnijdenis, die werk van mensenhanden aan het vlees is, 12 dat gij te dien tijde zonder Christus waart, uitgesloten van het burgerrecht Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in de wereld. 13 Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus.
14 Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, 15 doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, 16 en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. 17 En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; 18 want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader. 19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. 21 In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, 22 in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest. (Ef. 2:11-22)
Het geheimenis is dus:
- Wij, die vroeger veraf waren en uitgesloten van het burgerrecht Israëls, zijn nu dichtbij gekomen door Christus. (vs. 11)
- De scheidingsmuur (tussen Jood en heiden) is weggebroken. Deze twee zijn tot één lichaam verbonden. Een bekeerde Jood is dus net zo deel van het lichaam van Christus, als een bekeerde heiden.
- De heidenen zijn geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers en huisgenoten Gods.
Dit komt overeen met 3:6,7 -
(dit geheimenis), dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie, 7 waarvan ik een dienaar geworden ben naar de genadegave Gods, die mij geschonken is naar de werking zijner kracht.
Het idee, dat Christus + gemeente de bruid vormen en Israël de bruid is dus een dispensationalistisch verzinsel, dat niet overeenkomt met dit gedeelte, waar Paulus juist betoogt, dat het onderscheid tussen Jood en heiden in Christus is opgeheven en dat beiden
één lichaam geworden zijn (2:16). Jij zegt, dat het niet nieuw was en heel strikt gezien heb je daar een punt. Immers, Paulus haalt in
Rom. 9:25 zelf Hosea aan, die zegt: "Wat mijn volk niet was, zal ik mijn volk noemen; wie mijn geliefde niet was, zal ik mijn geliefde noemen". Maar, zoals zo vaak met O.T.-ische profetiën, hadden de Joden dit niet begrepen en totaal over het hoofd gezien. Denk er maar aan hoeveel moeite God moet doen in Hand. 10, om Petrus naar Cornelius te laten gaan: een visioen, verzet van Petrus, etc. In Hand. 15 wordt de bekering van de heidenen nog eens ter discussie gesteld en gedurende Paulus' leven werd er veel gediscussieerd over of de christenen uit de heidenen nu wel of niet de wet moesten houden. Inderdaad, het feit, dat ook heidenen tot Gods volk zouden gaan behoren was geen geheimenis, maar wat de gevolgen waren en hoe diep dat ging, was de Joden onbekend. Paulus is degene, die daar openbaring over kreeg. Hij zag, dat de tijd van de wet voorbij was en dat
elk onderscheid tussen Jood en heiden weg was. En dat is iets, dat je niet zo maar uit het O.T. haalt, maar waar echt nieuwe openbaring voor nodig was. Misschien, dat zoveel mensen het daarom nog steeds niet accepteren, zoals b.v. de dispensationalisten, die altijd maar weer vasthouden op een aparte rol voor het natuurlijke Israël.