Mijn opmerking was aan Maja de Bij gericht over hermeneutiek en over de vragen die je bij een bepaalde hermeneutiek kunt stellen. Daarvoor verwees ik hem naar een ander topic.
Wat betreft dit topic vraag ik me af of chronologie hier nu zo'n grote rol in moet spelen, want dan draait het voortdurend om de vraag: wat komt er eerst, wat daarna en wat dan, hoe gaat het in z'n werk enz. enz. En daar heb ik eerlijk gezegd toch wat moeite mee: alsof het in de eschatologie om de chronologie draait.
Het gaat in dit topic over de opname van de gemeente. Wat is nu de spits waar het Paulus om draait bij die opname (1 Tess. 4:15-17)? Dat we altijd bij de Heere zijn (laatste gedeelte van vers 17). Het was zeker niet de bedoeling van de apostelen om een chronologisch schema weer te geven (het feit dat er zoveel verschillende visies op dit punt zijn: pre-, post- en midtribulationalistisme, is een aanwijzing dat het niet om de chronologie gaat), maar de focus is op het altijd bij de Heere zijn, het kennen van Hem en het dienen van Hem. Dat punt benadrukken de apostelen in elke brief die ze schrijven: God en Zijn Zoon kennen, Hem dienen en altijd bij Hem zijn. Daarvoor is het nodig dat we nu al wandelen zoals we later ook zullen wandelen, nl. met Hem.
Zoals de apostel Johannes het zegt: "Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is." (1 Joh. 3:2-3).
Of zoals Paulus het zegt: "Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus; Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen." (Fil. 3:20-21)