Collateral schreef:Snap je het nu? Zo nee, zeg dan wat je niet snapt en ga niet lopen oordelen voordat je weet waar je het over hebt.
Ik snap waarschijnlijk veel meer dan jij, maar goed, ik wil je best helpen:
Van de KWF site:
Feiten en cijfers over roken en kanker
Feiten
Roken is de hoofdoorzaak van longkanker. Van alle longkanker in Nederland is 90% toe te schrijven aan roken.
Longkanker is een zeldzame aandoening bij niet-rokers. Minder dan 1% van de niet-rokers zal ooit overlijden aan longkanker.
Roken is een van de belangrijkste doodsoorzaken van de Nederlandse bevolking. Bij rokers is het de belangrijkste doodsoorzaak.
Van alle rokers overlijdt 1 op de 2 rokers ten gevolge van aan roken gerelateerde aandoeningen.
Rokers leven gemiddeld 13 jaar korter dan niet-rokers.
Overlijden voor het 70e jaar:
Het risico op overlijden ten gevolge van roken neemt toe naarmate men langer en meer rookt. Hoe jonger men stopt met roken, hoe beter. Dat wil zeggen hoe meer de kans op overlijden gelijk wordt aan die van niet-rokers. Stoppen op elke leeftijd is zinvol, mede gezien het snelle positieve effect van stoppen op de kans op hart- en vaatziekten.
Overlijden voor 70e levensjaar
mannen vrouwen
1 op de 3 rokers 1 op de 5 rokers
1 op de 6 niet-rokers 1 op de 8 niet-rokers
Nederland vs de rest van Europese Unie
In vergelijking met andere landen uit de Europese Unie neemt Nederland de 3e plaats in op de lijst van rokers. Voor de sterfte van vrouwen aan longkanker staat Nederland in Europa op de 5e plaats, na Denemarken, Engeland en Wales, Ierland en Hongarije.
Historische ontwikkelingen en toekomstige trends
Mannen
De stijging in de sterfte van longkanker bij mannen stijgt in de 50er jaren van de vorige eeuw aanzienlijk. Deze sterfte weerspiegelt het rookgedrag van mannen van voor de Tweede Wereldoorlog. Sinds midden jaren 80 daalt het aantal mannen dat sterft aan longkanker. Vanaf dat moment zijn de effecten van minder roken, maar vooral van stoppen met roken zichtbaar in de sterftecijfers.
Vrouwen
De stijging in de sterfte aan longkanker bij vrouwen start halverwege de 70er jaren. De sterfte is het gevolg van het feit dat vrouwen in toenemende mate zijn gaan roken na de Tweede Wereldoorlog. Sinds de 70er jaren zijn steeds meer vrouwen gaan roken. Deze stijging in de sterfte zal zich dus voorlopig doorzetten
De sterfte aan longkanker is voor vrouwen geboren in de periode 1945-1960 even hoog als bij mannen die in diezelfde periode zijn geboren.
Rond 2011 zullen naar verwachting meer vrouwen dan mannen aan longkanker overlijden. Vrouwen die mannen(leef)gewoonten overnemen hebben minstens evenveel, mogelijk meer, kans op mannenkanker. Recent onderzoek geeft te zien dat vrouwen, bij eenzelfde rookintensiteit als mannen, gevoeliger zijn om longkanker te krijgen. Dit houdt verband met hun hormoonhuishouding.
Tussen 2000-2015 zal 17% van de sterfte bij mannen in Nederland worden veroorzaakt door roken en zal 11% van de sterfte bij vrouwen in Nederland worden veroorzaakt door roken.
Tussen 2000-2015 zal 32% van de sterfte aan kanker bij mannen in Nederland worden veroorzaakt door roken en zal 21% van de sterfte aan kanker bij vrouwen in Nederland worden veroorzaakt door roken.
1950-1999:
mannen
337.000 mannen overleden aan kanker ten gevolge van roken (*)
244.500 mannen zijn overleden aan longkanker ten gevolge van roken (94% van longkankersterfte
vrouwen
23.000 vrouwen zijn overleden aan kanker ten gevolge van roken
18.800 vrouwen zijn overleden aan longkanker ten gevolge van roken (54% van longkankersterfte)
2000-2015:
mannen
114.000 mannen zullen naar verwachting overlijden aan kanker ten gevolge van roken
75.600 mannen zullen naar verwachting overlijden aan longkanker ten gevolge van roken (90% van longkankersterfte)
vrouwen
67.500 vrouwen zullen naar verwachting overlijden aan kanker ten gevolge van roken
53.300 vrouwen zullen naar verwachting overlijden aan longkanker ten gevolge van roken (86% van longkankersterfte)
* De sterfte aan kanker ten gevolge van roken betreft voornamelijk longkanker en in veel mindere mate tumoren in het hoofd- en halsgebied, de blaas, de nieren, de alvleesklier en mogelijk tumoren in de baarmoederhals.
Bron: Roken en kanker, auteur dr. L.G.A. Bonneux, Instituut voor Maatschappelijke Gezondheidszorg, Rotterdam, 2001. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van KWF Kankerbestrijding, afdeling Voorlichting en Begeleiding.