Heey Chutzpah,
In het bericht dat je 3 juli plaatste stel je dat de tien geboden (o.b.v. Mt5:18 ) een blijvend karakter hebben, in tegenstelling tot de ceremoniële wetten (Hb10)
10 juli heb ik me wat anders uitgedrukt: de ceremoniele wetten zijn de wetten die in het N.T. afgeschaft worden of geen waarde meer hebben omdat ze in Christus zijn vervuld, zoals het Levietisch Priesterschap, de morele wetten zijn geboden die nog steeds onderhouden moeten worden.
De wet bestaat uit 613 wetten, als aangetoond in mijn bericht van 10 juli. Indien dan de tien geboden moreel van aard zouden zijn, dan zouden er 603 ceremoniële wetten zijn. Dit is niet geval, als eveneens aangetoond in mijn bericht van 10 juli.
morele wetten = 613 - ceremoniele wetten. Maar ik zeg niet dat er 10 morele wetten zijn. Verder heeft Jezus in o.a. de Bergrede nieuwe geboden geven, die moeten ook niet veronachtzaamd worden, ondanks het feit dat de wet vervuld is door Christus.
Dan stel je ten aanzien van het onderscheid in de wet terecht de vraag: “maar ja waarom dan gebruikt?” (10 juli) als gevolg van het niet kunnen aangeven van dat onderscheid tussen ceremonieel en moreel voorzover het de wet betreft.
Nu dan: het onderscheid in de wet is kennelijk algemeen aanvaard, hoewel hiervoor in de Bijbel geen enkele grond van onderbouwing te vinden is. Door de aanvaarding van de gedachte dat er onderscheid in de wet is, is dit onderscheid voor diverse theologische, religieuze stromingen een axioma geworden, dan wel een dogma. Ten onrechte uiteraard, daar er geen Bijbelse grond voor is.
Om vervolgens dat axioma annex dogma te verdedigen wordt met name de bergrede aangehaald en hier en daar de Bijbel wat verminkt geciteerd.
Het Judaïsme kent de talmoed, de diverse ‘kerken’ kennen ‘een’ catechismus: beide geschriften zijn het product van de menselijke hoogmoed welke zich laat kenmerken door de gedachte dat de mens in staat zou zijn de wet op enigerlei wijze te kunnen houden en door de arrogantie bij de wet die men toch niet al kan houden nog de eigen verzinselen aan inzettingen toe te voegen.
'Waarom dan gebruikt' dat vroeg ik me af, omdat ik denk dat daar toch wel enige grond voor zou zijn in de Bijbel, dat het niet zomaar gezegd is. In het vervolg had ik proberen aan te geven waar dat onderscheid dan in zou kunnen liggen.
Zodra een dogma niet bijbels is, neem ik er met een gerust hart afscheid van. Bouwen op dogma's is wel gevaarlijk, maar onderzoeken of ze waar zijn, kan niet verkeerd zijn.
De stelling dat de catechismus een product is van de menselijke hoogmoed, vind ik erg kort door de bocht. Deze leert echt niet dat men door de werken der wet zalig kan worden, ofdat wij die zonder Gods hulp ook maar enigszins kunnen houden. Ik weet zeker dat dat niet de achterliggende gedachte was van de opstellers, dat weerspreekt de inhoud duidelijk.
Door wie wordt die stelling op zo'n manier als jij aangeeft, verdedigd?Catechismus, ik of iemand/iets anders? Ik heb ook de Bergrede aangehaald

Als ik de Bijbel dan verminkt geciteerd heb, wijs dan de fout aan en geef er de goede verklaring voor, anders komen we niet verder.
We zijn der wet gestorven (Rm7:6, Gl2:19), dat wil zeggen dat wij voor de wet dood zijn, dat de wet over ons geen macht meer heeft (Rm7:1,6).
Gl. 2:16 geeft heel mooi weer,
hoe Paulus was gestorven aan de wet. De mens kan niet meer
gerechtvaardigd worden uit de werken der wet, maar alleen door het geloof in Christus. En zo wij de genade Gods ontvangen hebben, heeft de wet die vraagt om volkomen vervulling van zich, geen macht meer over ons, maar hebben wij genoeg aan de gerechtigheid van Christus. Zo versta ik de door jou geciteerde teksten.
Nergens in de Bijbel staat dat een deel van de wet is afgeschaft, dat een deel van de wet vervuld is of dat er überhaupt een onderscheid in de wet (mogelijk!) is. De gehele wet is vervuld, of de wet is in het geheel niet vervuld. Ik geloof dat Christus de wet in het geheel heeft vervuld (o.a. Rm8:3,4 Rm10:4 Gl3:24).
De vloek van de wet is door Christus weggenomen. Christus vraagt van Gods kinderen of zij niet meer hun rechtvaardigheid zoeken uit de werken der wet, maar in Hem, die de wet vervuld heeft.
Maar als de gehele wet niet meer gedaan zou hoeven te worden, als God gezegd zou hebben, jullie mogen alle geboden overtreden:
- zou er voor nog onbekeerden geen tuchtmeester zijn tot Christus, Gal. 3:24 en heeft het geweten geen nut meer.
- zou abortus & euthanasie geen kwalijke zaak zijn, het 6e gebod is immers niet meer geldig?
- zou iedere arme denken: waarom zou ik niet wat geld van die rijke stinkerds af kunnen pakken? De wet is toch vervuld en die rijke man mist het niet?
Sommige dingen zijn
wel afgeschaft, zie
Heb. 7:12 Want het priesterschap veranderd zijnde, zo geschiedt er ook noodzakelijk verandering der wet.Offerdiensten zijn niet meer nodig, de besnijdenis is van geen betekenis meer, het gordijn van het voorhang scheurde van boven naar beneden.
Ik kom tot deze conclusie: We zullen nooit rechtvaardigheid voor God verkrijgen uit de wet. Uit de Torah zijn er wetten die niet gehouden hoeven te worden. Maar er zijn ook wetten die blijvende waarde hebben, zie Matt. 5:18. In heel de bergrede vind je niet een keer, dat het priesterschap, of een andere- op Christus' werk wijzende- instelling daarbij behoort.
De hemel en de aarde.
In 1 Korinthe 5:17 lezen we dat álles nieuw is geworden, want (vs 19) God heeft de wereld door Christus met Zichzelf verzoend. Een verzoende wereld is een nieuwe wereld, een wereld die de zonde niet wordt toegerekend.
Dit is logisch, want voor God is de hele wereld dood (1Ko15:21), behalve degenen die Hij op grond van geloof mét Christus heeft opgewekt (Ef2:6), die heeft Hij met Christus in de Hemel gezet.
Degenen die Hij heeft opgewekt uit de doden hebben welliswaar een sterfelijk lichaam (Rm8:11, 1Ko15:53,54, 2Ko5:4) maar hebben nieuw leven ontvangen, zijn een nieuwe schepping (2Ko 5:17, Gl6:15). We zijn geen vleselijke nieuwe schepping, wij zijn een geestelijke nieuwe schepping (Rm8:9, 1Ko6:17 enz enz).
Het is klaarblijkelijk niet eenvoudig te geloven, maar als er in de Bijbel staat dat alles nieuw geworden is, dan is alles nieuw geworden. Dat zal dan simplistisch zijn, maar ik geloof eenvoudig en uitsluitend wat in de Bijbel staat.
God heeft de wereld met Zichzelf verzoend, de vraag is: Neemt de wereld het aan? Joh. 3:19 zegt dat de mensen de duisternis liever hebben gehad dan het licht. Wie in Christus gelooft, komt tot het licht, Joh. 8:12.
Je zegt, we zijn geen vleselijke nieuwe schepping. Hierbij een vers uit 1 Kor. 15: 54
En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning. Dit geschiedt bij de opstanding der doden, wel te verstaan van de lichamen. Het verderfelijke is 'vlees en bloed'. Hieruit begrijp ik, dat de begeerlijkheden van het vlees, die tegen de geest begeren, pas na de dood of bij de wederkomst van Christus, over zullen zijn. Anders zijn deze teksten ook niet te verklaren:
Rom. 7:14-24
Hoe dan te verklaren: Alles is nieuw geworden? Zo: God heeft werkelijk ALLES aangebracht voor de mens zodat hij gerechtvaardigd kan worden in Christus. Degenen die geloven, mogen in Hem gerechtvaardigd zijn. Ze zijn in Hem geborgen, maar hebben nog wel een strijd tussen vlees en geest in hun lichaam. Paulus dient wel met het gemoed de Wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde, Rom 7:26. Pas bij de dood zal gelden: De dood is verslonden tot overwinning. Deze is reeds verslonden, maar de volle uitwerking hiervan, namelijk de dood van vlees en bloed geschiedt niet in dit leven, maar bij hereniging van ziel en lichaam, zie 1 Kor.15.
Zo is heden alles als in een bloemknop aanwezig en ligt de wereld niet meer in de dood, maar kan tot het leven komen. De vloek van de wet is door Christus teniet gedaan.
Dood, gevolg van de zonde.
Daar de dood het gevolg is van zonde in het algemeen, en daar tot nu toe iedere mens gestorven is die tot op vandaag heeft geleefd, maar waarvan slechts de Heere Jezus Christus als Enige, de Eersteling van tussen de doden uit opstond, is vast te stellen dat ook alle gelovigen – zowel vroeger als vandaag – niet door het geloof eeuwig leven naar het vlees ontvingen. Gelovigen in deze bedeling, der genade, ontvangen het eeuwige leven direct door wedergeboorte (onderbouwing volgt direct)
Dat nieuwe leven is geestelijk leven, leven uit God en dus volmaakt leven, een nieuwe schepping:
“En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;” Ko2:10
“Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.” Ko3:3
“En dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en door den Geest onzes Gods” 1Ko6:11
“Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.”1Jh3:9
Inderdaad, het nieuwe leven is volmaakt, maar naast het nieuwe leven is nog een oud leven. Dat wordt vaak het onderscheid tussen de oude en de nieuwe mens genoemd. Ook wel geest en vlees. Maar wat betreft de opstanding van de lichamen: Het aardse lichaam, wordt een geestelijk
lichaam, zie 1 Kor. 15:44.
Tegenstrijdigheid in de Bijbel?
Net hoe je het wilt zien. De nieuwe mens, de wedergeboren gelovige kán niet zondigen (1Jh3:9) maar er is geen gelovige die niet zondigt. Dat zou een tegenstrijdigheid kunnen zijn, indien er geen verschil zou zijn tussen datgene wat zondigt (vlees) en datgene dat niet zondigt (geest).
Indien, en uitsluitend indien er enig vlees zou zijn dat niet zou zondigen, dan zou de Heere Zijn Zoon niet hebben te hoeven geven teneinde de zonde te niet te doen. Dan had dat afschuwelijke offer niet plaats hebben hoeven vinden.
Als toén geen vlees gerechtvaardigd kon worden door de wet, welk deel van de wet dan ook, hoe zou de wet, welk deel van de wet dan ook, nu enige wedergeborene rechtvaardigen die per slot van rekening reeds door die wedergeboorte gerechtvaardigd is?!
Inderdaad geen
rechtvaardigmaking uit de wet.
En bovendien: welk deel van de wet, welke als geheel een bediening des doods is (2Ko3:7), zou een gelovige houden uit dankbaarheid aan God, Degene Die door Christus ons daarvan verlost heeft?!
Kortweg: zouden wij God dankbaarheid betonen door een wet te houden waarvan Hij ons verlost heeft?!
Laten we heel eerlijk zijn: als bij de doop alles wat zonde is achter zou blijven in het water, dan zou geen mens het overleven.
Zodra we wetten houden om daaruit rechtvaardiging te zoeken, zijn we verkeerd bezig. Maar het houden van de wetten, het bewaren van Gods geboden is niet iets wat God ons wil afleren ze worden juist aangeprezen, zie deze teksten: 1 Kor7:19, 1 Joh. 5:2-3, Op. 12:17, 14:12. We moeten ze echter door het geloof in God doen. De manier van het onderhouden van Gods geboden is zeer belangrijk. Doe je ze in het geloof, dan zijn ze Gode welbehaaglijk. Nu, het geloof bouwt op Christus, niet op eigen werken.
2 Kor 5,10:
Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Waarin bestaat het vruchten dragen anders, dan in het onderhouden van Gods geboden? Ik vraag van je of je me wilt verklaren wat Gods geboden dan wel zijn.
Tot slot vraag ik me af of het God welbehagelijk is om de zondag te houden, in de wetenschap dat men in het geheel niet kan aantonen dat zondag inderdaad zondag is. Indien men zou kunnen aantonen dat zondag daadwerkelijk de zondag is, dan nog zou de zondag niet gehouden worden, maar de zaterdag. Maar aangezien de wet volbracht is, zou de mens álle dagen houden, hetgeen inhoud dat men alle dagen acht als de dag van zijn Heer en Heiland. Dat ‘achten’ doe je niet door twee keer ter kerke te gaan, niet te fietsen en soep van de vorige dag te eten, want dan onderscheidt de wedergeboren gelovige in niks van de Judaïstische ongelovigen: ze zijn beiden onder de wet, al dan niet van menselijke inzettingen.
Nou, ik ben voor de viering van de rustdag op zaterdag. De functie van het heiligen van een rustdag is een middel tot het doel: namelijk leven tot eer van de Schepper. Dat gaat beter als je die dag vrij neemt van je werk en naar de kerk gaat, dan dat je gaat zwemmen. Natuurlijk, God verheerlijken kan je niet meer vanuit jezelf, door nauwgezet alle regeltjes na te leven. Daar is geloof voor nodig.
als je alle dagen van de week werkt, kun je wel tot Gods eer leven, maar je kunt toch niet volledig een dag aan Hem wijden. Dat is de bedoeling van de rustdag, dat het 1 dag in de week wel kan. Verder is een dag in de week speciaal voor God profijtelijk, want anders zouden veel meer mensen zich overwerken, er zou geen regelmatige kerkgang kunnen plaatsvinden. Wat die regeltjes betreft, zoals soep van de vorige dag en niet fietsen, dat zijn regeltjes met Judaistische trekjes, dat ben ik met je eens.