Klaas schreef:En ik blijf er dan ook bij dat het artikel eerder mijn mening ondersteund dan de jouwe
O.k., dat begrijp ik. maar ik denk dat hier sprake is van een interpretatieverschil: Wat Mattheus hier m.i. nog steeds
niet doet is
vergeestelijken. Immers de tweede vervulling, als je het zo mag uitdrukken, is ook (nog steeds) een fysieke gebeurtenis. Alleen past Mattheus dan op deze 2e fysieke vervulling Jesaja's profetie toe. Dat is wat anders, ja in feite zelfs het omgekeerde van het vergeestelijken van een profetie. Maar nogmaals, die ruimte moeten we elkaar gunnen denk ik.
En daar leidt jij dan vervolgens uit af dat ik me ook zou kunnen vinden in die oude verklaring?
O.k., in het verband met mijn eerdere posting heb je daar gelijk in. Ik las het even als op zichzelf staand.
hoe wordt jij in beweging gezet (of hoe wordt jouw leven in het hier en nu beinvloed) door de voorspelling dat er ooit een rivier van Jeruzalem naar de Dode Zee zal stromen?
Dit is een vraag ontwijken, niet beantwoorden, en mij de bal terugspelen door in principe dezelfde vraag stellen. Een vraag die ik overigens met genoegen wil beantwoorden:
Dit alles heeft te maken met de (voortgaande) verheerlijking van de Messias, onze Verlosser. Hij staat hierbij in het centrum. Daar kom ik voor in beweging. En wel als volgt:
Zoals ik de profetieën lees, zal er eens een tijd aanbreken, vanaf het moment dat de Messias terugkeert op de Olijfberg. Dan zal Hij als Koning van Israel, met Zijn heiligen, vanuit Jeruzalem regeren. Dan pas zal de aarde vol zijn van de kennis/heerlijkheid des Heren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken (Jes. 11:9, Hab. 2:14).
Om de Messias tot die heerlijkheid te laten komen, heeft God het zo bedacht dat Hij dit doet via Israel en de volkeren. Daar kom ik voor in beweging. Je ziet dan ook dat alles rond Israel in feite een geestelijke strijd is. Satan zal er werkelijk alles aan doen om te voorkomen dat Israel in zijn rust ingaat en de Messias zodoende niet verheerlijkt kan worden.
De Messias rechtstreeks aanvallen kan hij niet meer, daarom doet hij dat via zijn oogappel Israel om, als het ware vervulling van de profetie te voorkomen. Diezelfde satan heeft al meerdere keren de vervulling van profetieën proberen te voorkomen door Israel uit te roeien. (Haman, Hitler). En of hij dit nu via (M.O.)-politieke of via de (theologisch)kerkelijke weg probeert te doen zal 'm worst wezen.
Die (strijd tegen) vervulling van die profetieën, waaronder vele zegenrijke fysieke gebeurtenissen, daar kom ik (tegen) voor in beweging, hier en nu, omdat we nu in de tijd leven dat we deze dingen met onze fysieke ogen in vervulling zien gaan (het begin van de ontluiking van de verlossing, zoals de Joden dit zo schitterend zeggen). Dat is zo ngelofelijk rijk. Rust vrede, zegen, enz., met de Messias als Koning van Israel een millenium lang regerend vanuit Jeruzalem. Machtig en heerlijk, halleljuah!!
Denk b.v. aan Petrus die in zijn eerste brief de gelovigen aanduidt als volk.
Het is nog maar de vraag aan wie Petrus (iig) zijn 1e brief richtte:
- Het is meer voor de hand liggend dat met "vreemdelingen verstrooid in" Joden in de verstrooiing dan heiden in de verstrooiing te denken.
- Dat Petrus deze brief aan Joden die Jezus geloven schrijft kan o.a. worden onderbouwd met Gal. 2, waarin Paulus zichzelf beschrijft als iemand die het evangelie der voorhuid was toebetrouwd, en daartegenover Petrus het apostelschap der besnijdenis toedicht.
Gal. 2: 7-8:
Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis;
8 (Want Die in Petrus krachtelijk wrocht tot het apostelschap der besnijdenis, Die wrocht ook krachtelijk in mij onder de heidenen);
Paulus gaat daar denk ik nog iets verder in: hij zegt niet alleen dat gelovigen uit de heidenen volk van God zijn; hij betrekt een profetie van Hosea over het 2 en 10-stammenrijk rechtsreeks op de gemeente: Hen heeft hij ook geroepen: ons, die niet alleen uit het Joodse volk afkomstig zijn, maar uit alle volken, 25 zoals ook bij Hosea staat geschreven: ‘Wat mijn volk niet was, zal ik mijn volk noemen; wie mijn geliefde niet was, zal ik mijn geliefde noemen. 26 En waar tegen hen gezegd is:
“Jullie zijn mijn volk niet,” zullen ze kinderen van de levende God worden genoemd.’ Analoog aan het artikel over Mattheus zou je hier dus moeten zeggen dat Paulus zegt: "Kijk hier, dit is nou werkelijk het van Lo-Ammi Ammi worden!"
Je zou gelijk hebben als het bij Hos. 1:9, (het vs dat Paulus in Rom. 9:25 aanhaalt) zou blijven. Wat echter aak "vergeten" wordt is het "nochtans" uit vs 10, waardoor Rom. 9:26 in een ander daglicht komt te staan. Paulus haalt hier het gedeelte
na het "nochtans" aan. En wie was in vs 10 "niet mijn volk"? Het volk dat in vs 9 geworden is tot "niet mijn volk", ofwel Israel. Het nochtans geeft aan dat er weer een keer komt in het lot van Israel, dat nog eens onderstreept wordt Hos. 1:12 en verderop in Hos. 2:22; 3:4-5. Dat bedoel ik met lezen in de context. Het is sowieso verstandig om, wanneer er in het NT uit het OT geciteerd wordt er het OT zelf op na te slaan de NT citaten zijn nl vaak aangehaald uit de LXX.
Hos. 1:9-12:
9 En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-ammi; want gijlieden zijt Mijn volk niet, zo zal Ik ook de uwe niet zijn.
10 Nochtans zal het getal der kinderen Israels zijn als het zand der zee, dat niet gemeten noch geteld kan worden; en het zal geschieden dat ter plaatse, waar tot hen gezegd zal zijn: Gijlieden zijt Mijn volk niet; tot hen gezegd zal worden: Gij zijt kinderen des levenden Gods.
11 En de kinderen van Juda, en de kinderen Israels zullen samenvergaderd worden, en zich een enig hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van Jizreel zal groot zijn.
12 Zegt tot uw broederen: Ammi, en tot uw zusteren: Ruchama.
Hos. 2:22:
22 En Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal Mij ontfermen over Lo-ruchama; en Ik zal zeggen tot Lo-ammi: Gij zijt Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God!
Hos. 3:4-5:
4 Want de kinderen Israels zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim.
5 Daarna zullen zich de kinderen Israels bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun Koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
Moet men vs 4 niet (ook) letterlijk zien (is immers 2000 jaar lang in vervulling gegaan) en vs 5 alleen geestelijk? Dat lijkt me niet vol te houden.
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.