@Klaas,
Het heeft even geduurd voor ik klaar was met het antwoorden op je reactie van maandag de 29e. Dit omdat ik even e.e.a. nagekeken heb. Vandaar. Het is ook wat aan de lange kant geworden. Dit omdat ik echt eens puur
inhoudelijk en
feitelijk op wat zaken en uitspraken in wil gaan. Maar dat moet dan maar voor een keer. Bijvoorbaat mijn excuses.
Klaas schreef:Ik ben al een tijdje bezig maar kan nog niet spreken van een vastloper.
Zomaar wat teksten waar ik de aandacht op zou willen vestigen:
Jes. 43:5-6: 5 Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van den opgang brengen, en Ik zal u verzamelen van den ondergang. 6 Ik zal zeggen tot het noorden: Geef; en tot het zuiden: Houd niet terug; breng Mijn zonen van verre, en Mijn dochters van het einde der aarde;
Jer. 31:10: Hoort des HEEREN woord, gij heidenen! en verkondigt in de eilanden, die verre zijn, en zegt: Hij, Die Israel verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde.
Ez. 37:21-22: Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land; 22 En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn.
Ez. 38:16: En gij zult optrekken tegen Mijn volk Israel, als een wolk, om het land te bedekken; in het laatste der dagen zal het geschieden; dan zal Ik u aanbrengen tegen Mijn land, opdat de heidenen Mij kennen, als Ik aan u, o Gog! voor hun ogen zal geheiligd worden.
Joel 3:2 Dan zal Ik alle heidenen vergaderen, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar richten, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israel, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld;
Amos 9:14-15: 14 En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israel wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten.
15 En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de HEERE, uw God.
Probeer die nu eens, stuk voor stuk, binnen de context waarin ze geschreven zijn, hermeneutisch juist uit te leggen zonder landbelofte voor Israel nui. Ik wacht af.
Je bedoelt die preek waar de PKN openlijk afstand van heeft genomen? Volgens mij is dit nu juist wel een exemplarisch geval
De preek is misschien wel exemplarisch, maar de reactie van officiële, de PKN vertegenwoordigende organen, duidelijk niet. Juist omdat zij officieel spreken c.q. handelen namens een geheel kerkverband:
Voor zover ik ervan op de hoogte ben, heeft het officiële orgaan Raad voor de verhouding van Kerk en Israel alleen nog maar een daverende stilte laten horen. Waarom? Durft men niet? Komt dat dan de door hen zo hooggeroemde de dialoog ten goede?
De kerkenraad (eveneens een officieel orgaan binnen de PKN): "De kerkenraad heeft op de eerste vergadering nadat de preek was gehouden, uitgesproken dat deze preek zo niet gehouden had mogen worden." Geweldig toch!
Opnieuw de kerkenraad: "De leden van de (kerken)raad voelden zich onvoldoende theologisch geschoold om een preek te beoordelen." Dit is gewoon een gigantische smoes. Ik dacht altijd dat een gewone kerkganger een preek inhoudelijk ook moet kunnen begrijpen/beoordelen......
De bijzondere visitatiecommissie (een officieel orgaan binnen de PKN) oordeelde in dit geval "dat de preek niet zo gehouden had mogen worden, maar dat er onvoldoende reden was om de predikant te schorsen."
Scriba Visscher, die eerder niet zelf een mening over de inhoud van de preek wilde geven, laat nu weten dat hij sommige passages uit de preek "echt heel erg vindt. (.....) Maar ik zie ook verzachtende omstandigheden, ik denk dat we ons allemaal weleens vergalopperen." Tjonge, wat een stellingname!
Dit zegt hij nadat Ds. Mos bij de inhoud en theologische achtergrond van zijn preek is gebleven. Is dit exemplarisch, nee. Juist door dit oficiële naar buiten treden van de PKN wordt het exemplarische eraf gehaald. De PKN had dit exemplarisch kunnen laten zijn door een krachtige stellingname. helaas, een gemiste kans. Dit mede gezien in het licht van onderstaand (paradoxaal) handelen:
Volgens kerkrechtdeskundige v.d. Heuvel "kan een kerkenraad een predikant om leer of leven niet onder tucht zetten" omdat "Een predikant lid is van de kerkenraad en dat zou betekenen dat hij zelf meebeslist over zijn eigen beoordeling."
Wat lees ik tot m'n verbazing n.a.v. de reïncarnatiekwestie Veldhuizen: .....zei de woordvoerder van het moderamen, P. Hollaar, eind april dat "eventuele maatregelen tegen een predikant alleen door de kerkenraad genomen kunnen worden. Dat is de weg die de kerkorde voorschrijft." Dan vraag ik me toch wel wat af. Ik weet het, ik haal er heel wat bij, maar laten we ons nu met z'n allen beetenemen of snap ik er niets meer van.
Dus spreken over verbondenheid en een doorgaande lijn is niet voldoende; pas als de huidige staat Israel erkent wordt als van God gegeven staat dan is het goed?
Daar gaat het me niet om. Waar het me om gaat is waarom bewust een stap terug doen. Komt men terug op wat men eerder beleed.
Het woord "volk" is toch niet per abuis toegevoegd. Natuurlijk weet men binnen de PKN dat door het toevoegen van het woord volk is het inclusieve karakter van de tekst (land, volk en staat Israel) is veranderd in een exclusief karakter door alleen te spreken over het volk Israel.
Hiermee heeft men bewust uitgesloten wat men eerst insloot. That´s the point.
Dat zeggen en doen 2 verschillende dingen zijn, althans t.a.v. Israel, blijkt ook weer uit het
bericht in het RD van 01-06-09.
Dan Douma:
Uiteraard is hij vrij kritiek te uiten op CvI. Ik kan daar ook best begrip voor opbrengen. Het ging mij meer om het inhoudelijke, b.v.:
prof. Douma schreef:Ik keerde mij tegen de opvatting dat het huidige Israël van Godswege recht heeft op het hele 'beloofde' land."
(beloofde zet Douma tussen aanhalingstekens. Waarom?).
En verderop:
prof. Douma schreef:Inderdaad staat dat in de Bijbel. Maar er staat in de Bijbel ook dat de besnijdenis, het vuuroffer, de sabbat en het bezit van weilanden voor de Levieten eeuwige inzettingen zijn (Gen.17, 13; Lev. 24, 9; Ex.31, 16; Lev.25, 34), terwijl we weten dat na de komst van Christus aan veel oudtestamentische bepalingen een eind is gekomen.
Hieruit trek ik de volgende conclusie: Daar waar God spreekt over eewige inzettingen, wordt eeuwig door prof. Douma beperkt tot aan de komst van Christus. Een wat vreemde manier van hermeneutiek bedrijven. Alhoewel, hij lost er ondertussen wel heel wat dogmatische problemen mee op.
En verder:
prof. Douma schreef:Ik mag niet eens over 'bezette' gebieden spreken, alsof Israël onrechtmatig bezit wat aan dit volk van Godswege toekomt. Ik mag en moet wel spreken over de staat Israël, maar wee mij wanneer ik rep over een eigen staat voor de Palestijnen op wat eens de bodem van het oude Israël was! En natuurlijk behoor ik er niet over te piekeren om Jeruzalem op te delen onder Joden en Palestijnen - ook al is die stad eeuwenlang in handen van de Arabieren geweest.
Wat hij hier neerschrijft is historisch aantoonbaar onjuist.
Verder:
prof. Douma schreef:Het schijnt tegenwoordig heel erg te zijn als christenen nog in een vervangingstheologie te geloven. Daarmee wordt bedoeld dat het oude Israël vervangen is door het nieuwe Israël, als de gemeenschap van allen die in Jezus Christus geloven, hetzij van Joodse hetzij van heidense komaf. Ik zou niet weten waarom ik deze overtuiging moet loslaten. In elk geval ruil ik die niet in voor verhalen over het huidige Israël als het volk van God. Het huidige Israël gelooft óf helemaal niet in een Messias óf wil Hem alleen maar als Messias zien die nog komen moet.
De toonzetting komt me lichtelijk denigrerend over. Bovendien gaat die laatste zin in tegen het spreken van Paulus. Bovendien vraag ik me af hoe hij deze bewering staande kan houden tegenover het feit van de groeiende groep Messiasbelijdende Joden.
Ik denk idd dat Jakobus hier de kerk aanspreekt. Ik zie dit niet zozeer als vervangingstheologie maar als het niet-dispensationalistisch lezen van de bijbel. Ik kan me met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat Jakobus hier enkel de Joodse christenen op het oog heeft.
Ìk denk dat Jakobus hiermee het Ned. elftal + een reservespeler mee bedoelt.....
Ik kan me met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat Jakobus hier "twaalf stammen" schrijft als hij "gemeente" bedoelt. Dan kan men dispensationalistisch lezen noemen, ik lees gewoon wat er staat. De uitdrukking gemeente en gemeenten m.b.t. de gelovigen uit de heidenen, komt in het NT zo vaak voor, dat Jakobus met zijn uitdrukking "twaalf stammen" uitdrukkelijk een andere groep op het oog moet hebben gehad dan "gemeente(n)".
N.a.v. Bernard Reitsma:
Bernard Reitsma schreef:Maar dat betekent voor hun Arabische geloofsgenoten een levensgroot probleem. Want hun neemt datzelfde Israël hun huis en grond af, of het behandelt hen op z'n minst als tweederangs burgers. Is dat ook wat God wil? Is Hij sinds 1948 de God van hun vijand?
en
Bernard Reitsma schreef:Is Israël nog steeds Gods volk? Heeft God dan twee volken en trekt Hij het ene voor ten koste van het andere?
en
Bernard Reitsma schreef:Want als God niet ook ten volle de God van de Palestijnen is, waarom dan wel van andere niet-Joden? Of is God ook nog zoals in het Oude Testament, dat Hij voor zijn volk bevrijdingsoorlogen voert en andere volkeren verjaagt?
Drie suggestieve vragen van Reitsma waarop hij, gezien zijn verdere betoog, het antwoord geeft.
Om alleen even op de laatste vraag in te gaan: De God zoals Hij zich in de bijbel aan mij openbaart is een ONVERANDERLIJK God. Wat voor suggestieve conclusies men daar dan ook aan verbinden kan. Weer wijs ik op Pinchas Lapide, die uitlegt dat door zulke vragen een soort van "twee-goden-leer" ontstaat.
Bernard Reitsma schreef:Arabische christenen lezen in de praktijk sinds 1948 het Oude Testament niet meer, zegt Reitsma. ,,Dat kunnen ze niet meer, nu Israël zich meester heeft gemaakt van hun land. En dat terwijl ze in feite nazaten zijn van Jezus' vroegste volgelingen. Het bijbelse volk Israël, waarmee ze zich konden identificeren, werd hun bezettingsmacht.
Tja, als je meer dan de helft van de bijbel uit het oog verliest, moet je ook niet verwachten dat je een goede kijk op de zaken krijgt. Jezus zegt van het OT, dat door de Arabische Christenen niet meer gelezen wordt: Het zijn de Schriften die van Mij getuigen (Joh. 5:39). Ook zegt Paulus dat alle Schrift (OT) van God ingegeven is (2Tim. 3:16) Dat kún je en dat mág je niet negeren omdat het niet in een politiek straatje past. God laat Zich niet inkaderen in ons politieke denken. Hij gaat door met Zijn plan. Ook met Zijn plan met Israel.
Bernard Reitsma schreef:Hij (Paulus)noemt ze (Israel) takken die van een olijfboom zijn afgebroken.
Reitsma citeert hier zijn vakliteratuur (de bijbel) verkeerd. Hij laat het essentiële woord "enige" weg. Lees maar na: Rom. 11:17. Als je het OT weglaat en met net NT gaat sjoemelen om je eigen gelijk te krijgen ben ik daar niet van onder de indruk. In tegendeel, dan ga ik zeer sterk twijfelen aan Reitsma's theologisch denken, zoals hijzelf trouwens bevestigt door onderstaande suggestieve opmerking:
Bernard Reitsma schreef:Ik zie in het Nieuwe Testament nergens een verwachting van zo'n rijkje op aarde. Zou het ook kunnen dat het voor God een laatste middel was om zijn volk wakker te schudden, dat dit eigen land het toch niet is?
Tenslotte: Douma en Reitsma zou ik willen aanraden: Schoenmaker hou je bij je ethische c.q. theologische leest, of verdiep je eerst eens echt in het M.O.-dossier. Politiek, en met name M.O-politiek is zo simpel nog niet. Als beide heren hun politieke denken toe zouden passen op het moment dat Jozua Kanaän veroverde, zouden ze m.i. tot dezelfde conclusie komen. Echter, de God van Abraham Izaak en Jakob, de IK BEN DIE IK BEN, de Onveranderlijke, de Eeuwige trekt Zijn eigen plan.
Ps. 122vs6: Bidt om de vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.