Jehovah's Getuigen verwijzen naar ons geloof als "de waarheid." Het is bijvoorbeeld niet ongewoon om uitdrukkingen als "Hoe lang ben je in de waarheid?" "Hoe heb je de waarheid leren kennen?" of "Broeder Die-en-die heeft de waarheid verlaten" te horen. Feitelijk was het Jezus die de uitdrukking "in de waarheid" bedacht, toen hij in verwijzing naar de Duivel zei: "Hij stond niet vast in de waarheid." Het zou ontnuchterend moeten zijn dat de Duivel zelf ooit in de waarheid was - ja, eens een loyale zoon en aanbidder van Jehovah was.
Het moge duidelijk zijn dat het vinden van de waarheid en het enkel kennen van de waarheid geen garantie is om in de waarheid te blijven. Voor Christenen bestaat er altijd het potentiëel om tot struikelen te worden gebracht en hun geloof te verlaten. Zelfs de apostelen struikelden allen tijdelijk en verspreidden zich in de nacht van Jezus' arrestatie. Hele gemeenten struikelden, zoals wordt weerspiegeld in Paulus' vraag aan de Galaten, toen hij vroeg: "Gij liept goed. Wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven gehoorzamen?"
Het struikelblok voor de Galaten was de verdelende kwestie omtrent besnijdenis. Maar, een struikelblok kan alles zijn wat ons aan ons geloof doet twijfelen of ons geloof negatief laat bezien of ons van de koers als Christenen af laat dwalen.
Vaak komen de struikelblokken van buiten de gemeente in de vorm van regelrechte vervolging of subtiele tegenstand uit de familie. In zijn illustratie van de zaaier en het zaad illustreerde Jezus hoe sommige personen in eerste instantie de waarheid met vreugde ontvangen en vervolgens "een tijdlang [blijven], en nadat er wegens het woord verdrukking of vervolging is ontstaan, [worden zij] terstond tot struikelen gebracht." Het is een feit dat er wereldwijd miljoenen mensen met Jehovah's Getuigen hebben gestudeerd en geloofd hebben dat het de waarheid was, waarbij zelfs velen Getuigen zijn geworden, maar door gebrek aan diepe kennis en waardering is gebleken dat ze niet in staat waren op te staan tegen onontkoombare bespotting en vervolging die over een ieder komt die een oprecht standpunt voor de waarheid in te nemen.
Helaas komen vele struikelblokken echter van binnenuit de gemeenten; in de vorm van niet liefdevol en onnadenkend onchristelijk gedrag van broeders. Degenen die over deze kwesties gestruikeld zijn, redeneren vaak als volgt: 'Als dit de manier is waarop mensen in de waarheid handelen, kan dit niet de waarheid zijn.' Zo'n redenatie neemt echter niet in aanmerking dat de Christelijke Griekse Geschriften Christenen waarschuwen om waakzaam te zijn voor het struikelen over andermans fouten. We moeten in dat opzicht dus realistisch zijn en erkennen dat er veel problemen zijn, zelfs in de waarheid, vooral wanneer we zoeken naar fouten van anderen.
Een nog arglistigere struikelbron is afkomstig van degenen die kennis hebben van de waarheid, maar die op listige wijze het geloof van anderen ondermijnen. In Romeinen 16:17, 18 raadde Paulus de broeders aan: "Nu vermaan ik u, broeders, hen in het oog te houden die, in strijd met de leer welke gij hebt geleerd, verdeeldheid veroorzaken en aanleiding tot struikelen geven, en mijdt hen. Want dat soort van mensen zijn geen slaven van onze Heer Christus, maar van hun eigen buik; en door vleiend gepraat en complimenteuze woorden verleiden zij de harten van de argelozen."
Nu, wanneer de 1ste Eeuwse gemeenten, die onder de rechtstreekse voogdij van de apostel Paulus stonden, kwetsbaar waren om over struikelblokken, die door nutteloze en vleiend pratende bedriegers waren neergelegd, te struikelen, hoeveel te meer hebben wij dan heden ten dage te maken met struikelblokken, zo ver verwijderd van de trouwe invloed van de apostelen en temeer daar zulke bedriegers van kwaad tot erger voort gaan, zoals Paulus beschreef in 2 Timotheüs?
Er bestaan heden ten dage veel van zulke mensen, maar Ray Franz is ongetwijfeld de meest prominente persoon die past in de beschrijving van een vleiende prater. Als voormalig lid van het Besturend Lichaam van het Wachttorengenootschap, spreekt Mr. Franz met de autoriteit die maar weinig anderen bezitten over de wijze waarop de organisatie van binnen werkt. Hij vleit Jehovah's Getuigen, alsof hij enige speciale kennis in het bijzonder aan hen geeft. Door zijn boeken is Franz waarschijnlijk verantwoordelijk voor de struikeling van duizenden argeloze Jehovah's Getuigen en geïnteresseerde Bijbelstudies.
Franz lijkt eigenhandig een geheel genre van ontsnap-de-wachttoren-sekte websites en boeken doen laten opschieten, gemaakt en geschreven door ex-Jehovah's Getuigen en evangelische anti-Wachttorengenootschap groepen. De Spreuk lijkt hun mentaliteit te beschrijven, wanneer die zegt: "De slaap is hun ontroofd als zij niet iemand doen struikelen." Het is echter niet zo dat Franz zelf de bron van de struikelblokken is. Voor het grootste gedeelte hebben deze personen enkel de dwaasheid van het Wachttorengenootschap zelf benadrukt, wetende dat de gemiddelde Jehovah's Getuige of studerende persoon eenvoudig niet de diepte van wijsheid en geloof bezit om zulke dingen te weerleggen.
Jezus erkende dat zulke struikelblokken onvermijdelijk zijn, maar hij waarschuwde ook voor de verschrikkelijke gevolgen voor degenen door middel van wie ze komen, door in Lukas 17:1 te zeggen: "Toen zei hij tot zijn discipelen: "Het is onvermijdelijk dat er oorzaken tot struikelen komen. Maar wee degene door wiens toedoen ze komen! Het zou voordeliger voor hem zijn dat hem een molensteen aan de hals werd gehangen en hij in de zee werd geworpen, dan dat hij een van deze kleinen tot struikelen brengt.""
Ondanks dat er een onbetwistbare berg aan ruïnerende beschuldigingen tegen ons geloof op het Internet bestaat, zijn de meeste Jehovah's Getuigen gelukkig onwetend aangaande de vele struikelblokken waaraan ruchtbaarheid wordt gegeven door degenen die reeds uit de waarheid gestruikeld zijn. De wanhopige, lawaaierige en luidruchtige methoden die ex-Jehovah's Getuigen bij de poorten van onze congressen gebruiken, wordt door de meeste broeders bijvoorbeeld als weinig meer bezien dan carnavalachtige rariteiten.
Uit de schrift wordt echter duidelijk dat Jehovah's Getuigen uiteindelijk rechtstreeks geconfronteerd zullen worden met potentiële dodelijke struikelblokken welke het Wachttorengenootschap voor ons allen heeft neergelegd.
Door in het kort enkele profetieën te beschouwen, zullen we wat inzicht verkrijgen in datgene wat Jehovah's Getuigen in de nabije toekomst mogen verwachten.
Beschouw de profetie van Maleachi eens: Ondanks dat de oorspronkelijke context te maken had met de herstelde priesterschap, is de profetie in werkelijkheid relevant voor de toekomstige koningen en priesters van Christus' koninkrijk in de tijd dat Christus aankomt om zijn oordeel te voltrekken. Dat wordt duidelijk uit het gehele 3de en 4de hoofdstuk waarin Christus aan ons wordt voorgesteld als de komende boodschapper van Jehovah's verbond, die Gods huis als voorbode van de finale op orde maakt.
Maleachi 3:5 verwijst specifiek naar Christus' oordeel. Er staat: "Ik wil tot ulieden naderen voor het oordeel." Het moge duidelijk zijn dat zo'n oordeel niet in de 1ste Eeuw heeft plaatsgevonden, noch in enige tijd nadien. Dat Christus' oordeel Gods volk ontdoet van alle verdorven invloeden, zoals de profetie duidelijk maakt, is het bewijs dat het oordeel over Gods huis nog in de toekomst ligt.
Het 2de hoofdstuk van Maleachi, de verzen 5-7, spreken ook over Christus als een Godvrezende hogepriester en boodschapper van het nieuwe verbond, door over hem te zeggen: "Wat mijn verbond betreft, het bleek met hem te zijn, een van leven en van vrede, en ik bleef ze hem geven, mèt vrees. En hij ging voort mij te vrezen; ja, wegens mijn naam werd hijzelf met verschrikking geslagen. De wet der waarheid, díe bleek in zijn mond te zijn, en er werd geen onrechtvaardigheid op zijn lippen gevonden. In vrede en in oprechtheid wandelde hij met mij, en velen waren het die hij van dwaling terugbracht. Want het zijn de lippen van een priester die kennis dienen te bewaren, en de wet dient men uit zijn mond te zoeken; want hij is de boodschapper van Jehovah der legerscharen."
Daar Christus de boodschapper van een nieuw verbond is en een priester "naar de wijze van Melchizédek," en niet naar de wijze van overerving zoals in de Levitische priesterschap, is het duidelijk dat de priesters die Jehovah in de volgende acht verzen aan de kaak stelt, in werkelijkheid de gezalfde priesters van de getrouwe slaaf zijn en niet de feitelijke zonen van Levi. Vers acht luidt: "Maar gijlieden - gij zijt afgeweken van de weg. Gij hebt velen doen struikelen in de wet. Gij hebt het verbond van Levi te gronde gericht", heeft Jehovah der legerscharen gezegd. "En ook ik, van mijn kant, zal u stellig voor heel het volk verachtelijk en gering maken, net zoals gij mijn wegen niet hebt onderhouden, doch partijdigheid hebt betoond inzake de wet."
Ezechiël bevat een soortgelijke profetische veroordeling, wanneer we in Ezechiël 36:15 lezen: "'En ik zal maken dat er geen verder schandelijk gepraat door de natiën over u wordt gehoord, en smaad teweeggebracht door de volken zult gij niet meer dragen, en uw natiën zult gij niet meer tot struikelen brengen', is de uitspraak van de Soevereine Heer Jehovah."
De context van Ezechiëls profetie is het geestelijke herstel van Jehovah's volk, wat als directe voorbode van de laatste aanval van Gog van Magog komt. Daar dit zo is, moeten de "natiën," die door het geestelijk Israël tot struikelen worden gebracht, de vele zogenoemde andere schapen van de natiën zijn. Dat is in harmonie met Jezus' eigen voorspelling die voorzegt dat er "velen tot struikelen worden gebracht en elkaar [zullen] verraden en elkaar [zullen] haten."
Het is spijtig dat zovelen Jehovah's Getuigen reeds gestruikeld zijn door de gebeurtenissen in hun plaatselijke gemeenten en als gevolg van inconsistenties in de leringen van het Wachttorengenootschap. De grootste geloofstesten moeten echter nog komen. Dan komt omdat we tegenover de onverwachte implosie van de Wachttoren organisatie zélf staan.
Veel van onze beschuldigers, waarvan ook de Duivel ongetwijfeld deel uitmaakt, hebben de beschuldiging geuit dat Jehovah's Getuigen enkel gehersenspoelde sektarische volgelingen van het Wachttorengenootschap zijn. De ineenstorting en vernedering van het Wachttorengenootschap zal resulteren in een geloofsbeproeving die anders onmogelijk zou zijn. Ondanks dat velen, naast hun verbondenheid met het Wachttorengenootschap, kennelijk geen oprecht geloof als Christus bezitten - hebben velen dat wél. Daarom laat Jehovah zulke zware beproevingen toe.
In de waarheid zijn betekent geloof hebben, niet in mensen of welke zogenoemde zichtbare organisatie maar ook, maar in God en zijn Woord. In het licht van het feit dat Jehovah zijn stem van tevoren heeft gericht op het oordeel, waarbij hij zijn eigen leidende mannen beschuldigt van het doen struikelen van velen, waarom zou iemand van ons, die bekend is met deze diepgaande waarheid, dan nog langer toestaan dat de dwaasheid van het Wachttorengenootschap ons doet struikelen?
Onszelf afscheiden en alleen verder gaan is echter niet de oplossing. De apostel Johannes schrijft ons en zegt dat het preventief tegen struikelen liefde voor onze broeders is. 1 Johannes 2:10, 11 luidt: "Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en er is in zijn geval geen aanleiding tot struikelen. Maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en hij weet niet waarheen hij gaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind."
In plaats van toe te staan dat struikelblokken van het Wachttorengenootschap ons geloof in God verwoesten, zouden we de gelegenheid om ons geloof onder beproeving te kunnen bewijzen, moeten waarderen. En in plaats van toe te staan dat knagende gevoelens van verraad en wrok ons vervreemden van onze voormalige familie en vrienden, zal liefde voor onze broeders ons in staat stellen een bron van kracht en aanmoediging voor hen te zijn gedurende de komende tijd waarin er heel wat struikelblokken zullen zijn.
Jehovah heeft er behagen in struikelen toe te laten, net zoals hij toestond dat Job en de apostelen beproefd werden, omdat hij weet dat we het potentiëel bezitten het te overwinnen. Hij weet dat liefde nimmer faalt.
Terwijl de Duivel ons wil laten geloven dat het Wachttorengenootschap ons misleid heeft de wildernis in, hebben wij de mogelijkheid om te bewijzen dat hij een leugenaar is. Wanneer we aannemen wat het Wachttorengenootschap ons gegeven heeft - kennis van de waarheid - en we hebben onze eigen persoonlijke relatie met God en Christus ontwikkeld, zijn we in de positie om op zeer speciale wijze als Jehovah's Getuigen te dienen. Wanneer we door ons geloof de ineenstorting van het Wachttorengenootschap overleven, zullen we aan alle toeschouwers tonen dat Jehovah onze God is. En is dat niet de reden waarom we ons opgedragen hebben?
Tot slot zijn de besluitende woorden van Judas zeer toepasselijk: "Aan degene nu die u voor struikelen kan behoeden en u onbesmet, met grote vreugde, voor zijn heerlijkheid kan doen staan, aan de enige God, onze Redder door bemiddeling van Jezus Christus, onze Heer, zij heerlijkheid, majesteit, macht en autoriteit in alle voorbijgegane eeuwigheid en nu en tot in alle eeuwigheid. Amen."
Deze tekst is overgenomen van
www.e-watchman.be