Loëlla schreef:Aan Elbert: bedankt om me je visie uit te leggen, dat vind ik interessant. Ik vind het ook fijn dat je de moeite doet om je geloof flink te onderbouwen. Als ik soms mensen tegenkom aan de deur en ze zeggen dat ze iets bepaalds geloven en ik vraag er wat achter, kunnen ze niet antwoorden.
Dat is bij jou niet het geval en dat vind ik fijn.
Mooi


Loëlla schreef:Ik geef even de context weer van Joh 14:5-9a: "Thomas zei tot hem: "Heer, wij weten niet waarheen gij gaat. Hoe weten wij dan de weg?" 6 Jezus zei tot hem: "Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij. 7 Indien gijlieden mij hadt gekend, zoudt GIJ ook mijn Vader hebben gekend; van dit ogenblik af kent GIJ hem en hebt GIJ hem gezien." 8 Filippus zei tot hem: "Heer, toon ons de Vader, en het is ons genoeg." 9 Jezus zei tot hem: "Nu ben ik al zo’n lange tijd bij ulieden, en nog hebt gij mij niet leren kennen, Filippus? Wie mij heeft gezien, heeft [ook] de Vader gezien. ..."
Er staat volgens mij duidelijk dat Jezus de weg (de levenswijze)
Jezus is niet alleen de Weg qua levenswijze, maar bovenal ook de Weg naar God de Vader (daar gaat het in Joh. 14:6 over), Die Hij voor ons heeft geopend middels zijn verzoenend lijden en sterven (Hebr. 10:19-20). Die weg was namelijk geblokkeerd door onze zonde en overtreding. Hij is gekomen om die weg weer te ontsluiten en dat heeft Hij gedaan door Zijn bloed.
Daarom zegt Paulus ook in de Efezebrief dat we "door Hem de toegang hebben door 1 Geest tot de Vader" (Ef. 2:18, een typisch trinitarische tekst trouwens). Dat zegt hij verderop in Ef. 3:12 in iets andere woorden opnieuw.
In de Romeinenbrief zegt hij verder dat we door de Heere Jezus Christus vrede met God hebben en dat we door Hem toegang hebben tot deze genade (Rom. 5:1-2).
Loëlla schreef:de waarheid (de bijbelse waarheden, zijn onderwijs en zijn leerstellingen)
Jezus verkondigde niet alleen waarheden, Hij is het ook Zelf (daar duidt deze tekst op). Want we putten uit Hem de Waarheid, omdat Hij de Bron ervan is. Hij is de Waarheid die we persoonlijk moeten kennen om tot de Vader te kunnen komen.
Loëlla schreef:en het leven (kijkt vooruit naar het eeuwige leven) is.
Nee, Hij is het eeuwige Leven (1 Joh. 1:2) en wie in Hem gelooft, heeft Hem Die het Leven is (Joh. 5:24). Dat is een hebben in het heden, maar ook een hebben tot in eeuwigheid. Het eeuwige leven begint bij de kennis van Jezus Christus.
Loëlla schreef:Elbert schreef:Als Thomas Jezus aangesproken had als "een god", dan was hij een afgodendienaar geweest, want er is maar Een die we zo hebben aan te spreken en dat is God. ...
Oké... Jezus = God, God = God, de Heilige Geest = God. Wanneer Thomas Jezus aansprak als God was hij volgens jou verkeerd, maar eigenlijk ook weer niet omdat Jezus God is?Kan je me dat van de Drie-eenheid eens duidelijk uitleggen aub? Bedankt
.
Ik geloof niet dat Thomas ernaast zat toen hij Jezus "mijn Heere en mijn God" noemde. Ik geloof wel dat Thomas ernaast zou zitten als hij Jezus als een god naast of onder God had gezien, die aanbiddenswaardig zou zijn. Want we mogen alleen God aanbidden en Hem alleen als God benoemen, want Hij is Een. En toch geloof ik dat die Ene God Zich openbaart in de Bijbel als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Je vraagt me eigenlijk om een mysterie uit te leggen, want dat is het. Het spreken over de Drie-eenheid is stamelen van onze kant, want we hebben het over God, de Onzienlijke (Hebr. 11:27). Die God kunnen we alleen door het geloof kennen, zoals Hij in de Bijbel tot ons komt. De Bijbel spreekt daarbij in metaforen, zoals "God is liefde" of letterlijk "liefde is God" (1 Joh. 4:8 ). Hoe kan God liefde zijn als Hij van ons niets behoeft? (Hand. 17:25)
Dat kan alleen doordat er in God al een volmaakte liefdesrelatie bestaat, nl. tussen Vader, Zoon en Heilige Geest. Een liefdesrelatie, waarvan Hij wil dat wij deelgenoot worden in die relatie, door Zijn genade. God boven ons (de Vader), God met ons en voor ons (Christus, Immanuel, Jezus=God redt), God die in ons wil wonen (de Heilige Geest). Heel het hogepriesterlijk gebed (Joh. 17) is daarvan doordrongen.