... aan mijn voormalig buurvrouw, die helaas op de motor, haar grote passie,
verongelukt is. 44 jaar jong
Vanavond wezen condoleren, nadat we gisteravond, terugkomend van mijn belijdenisdienst (...) de rouwkaart op de deurmat aantroffen. Het behoeft geen uitleg dat ze vrij zwaar verminkt was door het ongeval, maar haar ouders wilden haar erg graag nog zien, en ook de nabestaanden die mogelijkheid geven. Het werd door de verschillende partijen als onmogelijk gezien aangezien de verwondingen zwaar waren, onder meer verschillende schedelbreuken, een onherkenbaar verminkte linkerhelft van het gezicht, en veel schaafplekken. Omdat de ouders toch hun dochter heel graag wilden zien is ze opgebaard met haar hoofd gedraaid, en de bekleding van de kist om het hoofd gedrapeerd, zodat de ergste verwondingen niet meer te zien waren.
Ingrijpend om te zien hoe teer een mens is, zo broos.
Naderhand realiseerde ik me pas dat ik het niet vreemd vond om iemand op deze manier opgebaard te zien, eigenlijk integendeel. Bij een overledene die niets zichtbaars heeft heb je soms een soort gevoel van 'het is nog levenswaardig', alleen de adem mist. (en de ziel natuurlijk, maar menselijk gezien). Bij m'n buurvrouw was goed te zien dat waarom het leven uit haar was, het maakt de ernst niet minder, het verdriet ook niet, maar het maakt de dood wel minder 'abstract' als ik dat zo zeggen mag.
En ondanks alle verwondingen die duidelijk zichtbaar waren (veel schaafplekken en schedelbreuken) vond ik dat ze er waardig bij lag, en heb er ook geen 'spijt' van dat ik naar de kist geweest ben om afscheid te nemen.
Maar wat wordt het allemaal betrekkelijk als je aan het voeteneinde staat van een kist, met daarin het ontzielde lichaam van een goede bekende, 44 jaar jong
