Berichtdoor Taytelbaum » 08 okt 2003 22:01
Wordt er geen rekening meer gehouden met de wil van HASJEM?
Afgelopen Sjabbath werd in de synagogen wereldwijd de parasja “Ha'azienoe” - “Luister” (Deut.32) gelezen. Deze Schriftlezing uit de Tora is genoemd naar het eerste woord van het lied van Mosje in D'vevariem, hoofdstuk 32. Hier lezen wij onder anderen: “Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de grenzen (landpalen) der volken gesteld naar het getal der kinderen Jisraels.” (vs.8). In dit verband moet ook gelezen worden: “Al de zielen van het huis van Ja’akkov, die in Egypte kwamen, waren zeventig.” (Gen.46:27) en “Al de zielen nu, die uit Ja’akkovs heup voortgekomen zijn, waren zeventig zielen;” (Ex.1:5).
We zien in de geschiedenis een aantal volken die andere volken hun gebied veroverden. Sommigen annexeerden en bevolkte het gebied van andere volken het andere volk decimerende en overheersende en toorn[d]en zo aan de door G-d ingestelde orde. Dit geldt ook zeker de Arabieren, de zonen van Jisjmael. Heel Noord-Afrika werd door hen veroverd en gekoloniseerd. In zekere mate Syrie; Jordanie e.a. Ook het gebied door de Romeinen hernoemd tot “Palestina”. Dit laatste gebied werd echter nooit dicht bevolkt.
De Romeinen hielden van macht en rijkdom. Zij hadden echter geen expansiedrift waarbij hun volk het gebied van een ander zou gaan vervullen. Zij stationeerden in veroverd gebied een legermacht en zorgde voor bestuurders of gaf bestuur aan plaatselijke loyalen.
De Tempel ligt nog steeds in puin en de Masjiach is [waarschijnlijk] nog niet gekomen; wereldlijke Zionisten hebben kwaad aangericht door in HaErets (Het Land) een seculiere staat te stichten, waardoor velen onnodig omgekomen zijn, zo leren/leerden verschillende Rabijnen (Joel Teitelbaum, Elchanan Wasserman e.a.) en hun groepen/aanhangers (Zatmar Chassidiem, Netoerei Karta, etc.); vele Joden zijn geassimileerd en gemengd gehuwd, deze Joden gedragen zich als niet-Joden. We kunnen ons met enkele Chassidische groepen afvragen of het Israel van nu het bedoelde Israel is, ook moreel gezien.
K’na’an is aan Jisrael toebedeeld door G-d. Na opstapeling van zonden werden zij daar weggevoerd. Natuurlijk streken er dan zwervenden neer. Al eerder is J’hoeda (zuidelijke rijk na de splitsing van Israel na de regering van Sj’lomo [Salomo] hamellech) in Ballingschap geweest; in Bavel (Babylon). Hadden ze toen ook plotseling geen recht meer op hun land toen het tijd was terug te keren?
Zou het nu niet in de wil van G-d liggen dat zij terugkeren? En ook al ziet het er vleselijk uit en ziet dit er niet uit als de terugvoering door Masjiach, laat G-d het niet toe? Daarom ook staat er bescheiden in de Sidoer (gebedenboek voor Sjabbath en door de week) in aanvang van het gebed voor de staat Israel: “Onze Vader in de hemel, rotsvaste steun en verlosser van Jisrael, zegen de Medienat-Jisrael, de Staat Israel, het ontluikend begin van onze verlossing” (overgenomen uit de vertaling van I. Dasberg).
Enige rabbijnen voorzagen eerst een min of meer ongewijde staat die vooraf zal gaan aan de gewijde staat Israel (o.a. R. Jehosjoea in Sanhedrien 97b en G'voeroth HASJEM 82:18 van de Maharal). In Ezechiel 36 is inderdaad eerst een fysieke terugkeer naar HaErets te zien en daarna een spirituele terugkeer van de bevolking zelf naar G-d Zelf. Ook in een van de aanhangsels van het aan Sjim‘on bar Jochai (2e eeuw, maar ieder geval opgeschreven door Mosje ben Sjemtov de Leon, 1250-1305) toegeschreven Sefer HaZohar, Midrasj Ne’elam - Toldoth 40a, is de terugkeer naar Jiesrael 40 jr durend en naar de mening van Rabbi J’hoeda voorafgaand aan 210 jaren van T’chiath HaMetiem - de opstanding der doden, die duurt tot het einde van de 6000 jaar sinds de schepping. Vlgs het Jodendom zouden we nu in het jaar 5763 leven. De opstanding der doden zou vlgs bovengenoemde passage aanvangen met het jaar 5790 = 9-9-2029 in de westerse gangbare jaartelling. Naar de mening van Rabbi Jiets’chak in dezelfde passage zou dit een periode van 214 jaar zijn; dus beginnen in het jaar 5786 (9-9-2026). De opstanding der doden wordt bewerkstelligd door de Masjiach (Pirke d’Rabbi Eliezer 32) en/of vindt plaats in de dagen van de Masjiach (zie Sifre parasjath Wa’ethchannan piska 10 [i.e. de Wielna Rom editie. In de Wiena ed. is het piska 34]; Midrasj T’hilliem 18:11; Tana D’be Eliejahoe Rabba 29:31; Sefer HaEmmoenoth W’hadde’oth [T’chiath HaMetiem] 7:7).
Volgens Sefer HaZohar 1:119a zouden de zonen van Jisjmael in de tijd dat de Joden naar Jisrael terug keren (Jes.64:20 wordt daar geciteerd) de mensen van de wereld opwekken om te komen strijden tegen Jeroesjalajjiem (hierna wordt in de Zohar als bewijs Zach.14:2 genoemd). Dan aan het einde van het 6e milennium zullen de levenden die nog over zijn de SJABBATH ingaan (7e milennium, het Duizendjarig Vrederijk zo je wilt). Aldus de Zohar. De Zohar leert dus eigenlijk dat sinds 1985 of 1989 de grootte terugkeer is begonnen en dat een tijdje voor 2026 of 2029 de eindstrijd zal woeden en dat in die periode ook Masjiach zal komen. Met Hem komt natuurlijk het licht en dus kun je ook hier concluderen dat de terugkeer niet niets zegt over de status van de mensen t.a.v. G-d, hoewel men zich terugtrekt uit de galoeth.
Jisrael heeft niet buiten zijn gebied verovert. Maar zij die dit wel doen en nog steeds sedert de verovering de oorspronkelijke bevolking (kopten, Berbers) onderdrukken, wordt de han boven het hoofd gehouden.
De bevolking in “Palestina” was gemelleerd, en had nooit politieke aanspraken onder de Turken. Pas sedert de pan-Arabische droom, deels ingefluisterd door de geallieerden in de 1e Wereldoorlog, zijn er nationalistische gevoelens gewekt, in de eerste plaats Arabische trots die zich verzette tegen de herwording van het thuisland der Joden.
Sam