Berichtdoor joepie » 24 mei 2005 16:30
Misschien goed om nog eens terug te komen op wat het huwelijks formulier ons over het huwelijk als instelling van God leert.
Instelling
Het huwelijk is geen uitvinding van mensen, maar een instelling van God. Dat blijkt direct aan het begin van de geschiedenis. Nadat God hemel en aarde had geschapen, vormde Hij de mens als man en vrouw. Hij schiep hen naar zijn beeld en gaf hun samen de opdracht de aarde te beheren en in cultuur te brengen. (Gen. 1:27,28) God had eerst de man geschapen. Hij liet hem ervaren dat het niet goed was alleen te zijn. Onder alle levende wezens trof Adam er niet één aan die bij hem paste. Hij miste iemand met wie hij het leven kon delen. (Gen. 2:18-23) Daarom liet God een diepe slaap over de man komen en bouwde uit een van zijn ribben een vrouw. Toen Hij haar bij Adam bracht, riep deze verrast uit:
Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees;
deze zal 'Mannin' heten, omdat zij uit de man genomen is.
Zo verbond God zelf man en vrouw aan elkaar, en dat doet Hij nóg, zodat zij een unieke levenseenheid vormen. (Spr. 18:22) Op het lied van Adam volgen deze woorden: (Gen. 2:24, Mat. 19:5,6, Ef. 5:31)
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn.
Hieraan geven man en vrouw gehoor, wanneer zij elkaar officieel trouw beloven voor het leven. Hun huwelijkssluiting vormt een publieke gebeurtenis. Daarin wordt de band tussen beiden rechtsgeldig voor God en mensen. (Spr. 2: 17, Mal. 2:14) Dit verbond zijn ze aan God en aan elkaar verplicht, als ze samen één willen zijn. Want de Schepper wil een ring van trouw zien om de intieme liefde. Alleen binnen het huwelijk mogen man en vrouw zich volledig aan elkaar geven. (1 Kor. 7:3,9, Hoogl. 4:12) Zo wordt het kostbare geschenk van de seksualiteit beschermd en wordt losbandigheid tegengegaan. (1 Kor. 7:2)
Ons lichaam is immers een tempel van de Heilige Geest. (1 Kor. 6:19)
Het is tegen Gods wil dat gehuwden uit elkaar gaan. (Mat. 19:3-9) Christus heeft dit beklemtoond, toen Hij zei: (Mat. 19:6)Zo zijn ze niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd
heeft, scheide de mens niet.
Ontrouw neemt de Here daarom hoog op. Het kwaad van de echtbreuk verdraagt Hij niet. (Mal. 2:13-16)
Hij heeft het huwelijk bedoeld als een relatie voor het leven. Van man en vrouw verlangt Hij dat ze zich voor hun huwelijk inzetten, elkaar niet in de steek laten, (Mat. 5:31,32, 1 Kor. 7:10-14) maar trouw blijven. Alleen door de kracht van de Heilige Geest zijn ze daartoe in staat.