Ik zeg eerlijk dat ik dit topic niet tot de laatste letter heb gelezen. Ik zou zomaar een paar dingen willen zeggen uit mijn eigen belevingswereld:
* mìjn "gerechtigheden" voegen NIETS toe aan het volkomen offer van de Heere Jezus.
* ALS ik al eens IETS voel van mijn eigen zondigheid dan is dat geeen vrucht van mìjn akker.
* niet iets van mìj verlostte mij.
* het VOLKOMEN werk van de Heere Jezus verlostte mij.
* ik wordt behouden door HONDERD PROCENT genade
* mijn gevoel van zondigheid is GEEN voorwaarde voorAF aan de zaligheid. Hooguit een gevolg van het werk wat de Heere Zelf in mij begon. Want anders dan zou ik zelf iets kunnen bijdragen aan mijn behoud.
* niet mijn gevoel, mijn gestaltes of mijn nederigheid maken mij vrij. Alleen Jezus maakt VRIJ

Jezus <----- om Hem draaait het !!
* we mogen tot de Heere Jezus komen zonder 1 enkele voorwaarde vooraf en we mogen komen zoals we zijn !! Zelfs zònder (groot) gevoel van zondigheid !! Daar zal Hij vervolgens dan verandering in brengen. Maar de verandering komt van Zìjn kant als genade.
* we mogen komen ZOALS we zijn: zondig en onrein
* niet ìk voeg iets toe..! De Heere Jezus voegt ALLES en voor 100% toe. Want anders heeft het geen zin om in genade te geloven.
* je hebt 3 keer nix aan van buiten bevindelijk ogende waarheden als je niet persoonlijk de kracht van het bloed van de opgestane Heere kent. Vaak worden mensen afgeschrikt doordat er allerlei dingen als eis worden afgeschilderd, terwijl er eigenlijk bij de Heere Jezus geen eisen ZIJN
* Hij klopt. Wij mogen open doen en ons overgeven aan Hem die geen voorwaarden stelt...
Als Hij onze zonden weg wast, ze witter wast dan sneeuw, ze achter Zich werpt in een poel van eeuwige vergetelheid (zo staat het ergens volgens mij..) dan denk ik wel eens: doe ik Hem nu niet te kort door tòch maar heel mijn leven weer over die zonden te beginnen ? Ik doe het steeds wel weer maar ik ben me de laatste tijd er van bewust dat ik waarschijnlijk, doooor ze te belijden, weer zèlf een stukje wil verdienen van de eer... Tegenwoordig schakel ik eerder over op het loven van Zijn naam en houd ik mijn geklaag over mijn zonden korter, in het besef dat Hij eerder geprezen wordt door mijn loflied als door mijn geklaag over zonden die Hij al vergeven heeft. Dit laatste stuk is zeker niet bedoeld als oproep voor losbandigheid. Ik hoop dat er iemand iets bij herkent...