refo schreef:Misschien mag ik ook een duit in het discussiezakje doen.
Het volgende bedoel ik niet blasfemisch, maar ik denk dat Arminius meer inzicht had 'hoe 'God' was dan zijn tegenstanders. Stel je nu eens even voor dat je 'eeuwig' bent en 'alles' weet. Verleden, heden, toekomst. Reëel heden, maar ook virtuele zaken ('als in die steden de krachten WAREN geschied die in u geschied zijn, ze ZOUDEN zich bekeerd hebben').
Hoe kun je dan verkiezen? Dan zou je even al die kennis op nul moeten zetten en zonder aanzien des persoons een aantal mensen 'kiezen'. Dat is geen reële veronderstelling. God verkoos mensen van wie Hij al wist hoe het met ze zou aflopen.
Hij wist hoe het met ze zou aflopen, omdat Hij wist dat Hij ze zou redden. Anders gezegd: God koos niet omdat mensen zouden geloven, maar opdat ze zouden gaan geloven.
Zoals je het nu stelt, zoek je naar oorzaken van Gods verkiezing die buiten God liggen.
refo schreef:Daarom stelde Arminius (volgens mij althans) dat God zijn verkiezing als 'eerste oorzaak' aanpaste bij de 'tweede oorzaak', namelijk het daadwerkelijk geloven. In gereformeerde oren klinkt dat natuurlijk afschuwelijk, maar Arminius wilde aan al Gods eigenschappen recht doen. De Dortsche leerregels doen dat niet. Bij hen lijkt het alsof er enig 'toestand' is geweest waarop alle mensen verloren lagen in Gods ogen, en dat er na de verkiezing een 'toestand' was waarop in ieder geval sommigen behouden zouden worden. Dat is dan ook nog het infralapsarische standpunt. De supralapsariërs gaan nog verder. Die menen dat de verkiezing heeft plaats gevonden vóór het besluit tot de val.
Voor iedereen er duizelig van wordt: Arminius zegt dan supra of infra is voor mij allebei fout. Die maken beide van God de oorzaak van de zonde. Die uitspraak wordt door de DL als Godslasterlijk weggewimpeld, maar die zeggen er niet bij WAAROM Arminius dat zegt. Dat is naar aanleiding van hun eigen ruzies.
De DL hadden moeten zeggen: Arminius wat jij zegt kan allemaal niet. Jij maaakt dan wel niet God de oorzaak van de zonde, maar indirect toch wel de mens oorzaak van het behoud. We weten dat God verkiest, maar we weten niet hoe. Punt.
Volgens mij zeggen ze ook niet veel meer dan dat hoor. Ze zeggen letterlijk:
De oorzaak van deze genadige verkiezing is eniglijk het welbehagen Gods, niet daarin bestaande, dat Hij enige hoedanigheden of werken der mensen, uit alle mogelijke voorwaarden, tot een voorwaarde der zaligheid heeft uitgekozen; maar hierin, dat Hij enige bepaalde personen uit de gemene menigte der zondaren Zich tot een eigendom heeft aangenomen.
Dit is alles wat men zegt over hoe God verkiest. De rest van de DL gaan over hoe dit alles in het leven van de uitverkorenen realiteit wordt.
refo schreef:En het feit dat de Remonstranten volledig ontspoord zijn en de gereformeerde gezindte niet (ahum) is geen bewijs voor de kwaliteit van de DL. Nu zijn er in die veelgeprezen kerken die de DL voor 100% aanhangen heel veel mensen die maar afwachten of en wanneer God eens gaat beginnen. Want zelf beginnen, dat is het ergste wat je kunt doen. Dan kun je nog beter verloren gaan.
Er resteren dus 2 uitersten: het Remonstrantse uiterste zegt dat je alles zelf moet doen. Het gerformeerde uiterste dat je niets kunt doen. Beide leringen leveren een hoop verloren mensen op, die bij een evenwichtiger benadering in 1618/1619 behouden zouden zijn.
Maar dat strijd weer tegen.... ach laat maar ook.
De mensen die afwachten of en wanneer God eens gaat beginnen begrijpen de Dordtse Leerregels niet goed. Immers, de Dordtse Leerregels zeggen zelf:
1-3. En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? (Rom. 10:14, 15).
1-4. Die dit Evangelie niet geloven, op die blijft de toorn Gods. Maar die het aannemen en den Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door Hem van den toorn Gods en van het verderf verlost, en met het eeuwige leven begiftigd (Joh. 3:36, Mark. 16:16).
God begint door te roepen met Zijn Woord.
Het feit dat God het is Die een mens doet wederomgeboren worden, wil daarom nog niet zeggen dat de mens er in het geheel niet bij betrokken is. Integendeel, een mens wordt opgeroepen in de prediking van het Woord om zich te bekeren en te geloven. Dus niks afwachten of men een briefje uit de hemel krijgt waarop staat of men al dan niet uitverkoren is. Over de vraag of men uitverkoren is, kan men pas iets zinnigs zeggen als men tot geloof gekomen is. De echte vraag die er voor een mens immers toe doet is: "hoe krijg ik een genadig God?" en niet in de eerste plaats "ben ik wel uitverkoren?". De bevestiging dat men uitverkoren is, krijgt men immers in het geloof.