Er is nog iets wat mij bezighoudt. Niet als baby, maar als heel klein kind kan het geloof van een kind ons volwassenen beschamen. Wat is dus het criterium om te zeggen dat de doop volgt op de belijdenis? Welke belijdenis?
Nu even goed lezen en geen verkeerde conclusies trekken...:
In Psalm 139 staat dat de mens door God in de moederschoot wordt geweven.
Een pasgeborene is dus Godswerk en geen mensenwerk.
Voor mij geldt dat in het verlengde daarvan mijn kinderen zijn gedoopt.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Dat teken, dat zij van God zijn, staat onuitwisbaar, onvervreemdbaar op hun voorhoofd.
Iedere zondag wordt in onze kerk votum en groet uitgesproken aan het begin van de dienst.
Dan klinken de woorden dat "God niet laat varen het werk Zijner handen"
of, in wat ander taalgebruik: dat "God niet loslaat het werk dat Zijn hand begon".
Voor mij betekent het dat God mijn kinderen niet los laat. Het teken daarvan staat op hun voorhoofd.
Zij kunnen en mogen antwoord geven, al is het in de laatste ademtocht.
En die doop, dat teken is voor mij zo kostbaar, dat het mij alle keren weer zeer doet dat het aangevallen wordt, dat er denigrerend over 'besprenkelen' gesproken wordt en het on-Bijbels wordt genoemd omdat een aantal ineens 'het licht' schijnen te hebben gehad.
En dat dit gebeuren zou op de reformatorisch forum had ik nooit vermoed of verwacht.