Bevinding en bevinding is twee.
Laat ik er eens twee omschrijvingen van geven.
1.
De bevinding als het kunstmatige en verplichte extra bij het geloof. Het behoud is niet uit het geloof, maar uit het gevoel, nietwaar? (Ja, zo zeggen ze dat natuurlijk niet, slim als ze zijn!

Maar het wordt onbewust wèl gedacht!) Dat je gelooft dat de Bijbel waar is, dat je naar de kerk gaat, op God vertrouwt, leuk en aardig allemaal, maar dat zegt nog helemaal niks. Het gaat erom of je dat speciale gevoel hebt, waar de dominee op de kansel het de hele tijd over heeft. Of je door het stof gekropen bent om je zonden, of je daar een paar dagen flink over hebt liggen huilen, en of je toen een mystieke verlossingservaring kreeg. Dat je de Verlosser te zien kreeg met het zieleoog. (Dat laatste woord heb ik uit een boek van ds. A. Moerkerken.)
Op de kansel heeft de dominee het er de hele tijd over, dat je dit en dat gekend moet hebben/moet kennen. De preek is vooral een keurpraatje, waar naast jij jouw gevoel moet leggen, om te zien of het met elkaar klopt.
Wat ook belangrijk is, is dat je veel waarde hecht aan ouderwets Nederlands. Je moet de 'tale Kanaäns' spreken. (Wàt, moet ik oud-Hebreeuws leren of zo?
Ja fout! Jij snapt het niet, dus je bent al afgevallen!

)
Buitenbijbelse mystiek noem ik dit ook wel.
2.
De echte bevinding. Die vindt midden in het leven plaats. Misschien wordt die aangeduid met dat woord bevinding, misschien gebruik je dat woord ook wel helemaal nooit. Je hebt er misschien wel nooit een dominee over horen preken. Je bent gewoon jezelf, spreekt gewoon hedendaags Nederlands. Je zingt geen psalmen op hele noten. Nee, je luistert gewoon naar hedendaagse gospelmuziek. Misschien ben je wel helemaal niet officieel gereformeerd, misschien ben je wel evangelisch of zo. Je kleedt je waarschijnlijk gewoon heel hedendaags, helemaal niet speciaal refo of zo. Maar je weet wel wat geloofservaring is. Je gelooft namelijk met je hart, dat is duidelijk. En geloof brengt altijd ervaring met zich mee. Je weet van zonde en genade.