Teus schreef: Jazeker mag je slapen, God spoort de gelovigen aan om niet te weinig te slapen. In Zefanja staat (werd er laatst nog door bemoedigd) dat het beter is niet te laat naar bed te gaan en niet te vroeg op te staan omdat God de Zijnen in de slaap bezoekt, weet je hoe mooi.
Waken is hier niet het tegenovergestelde van slapen. Ze moesten slapen omdat de tijd het verlangde en er was niets mis mee. Waken betekend dat ze het zicht niet meer op de bruidegom hadden, (de olie raakte op), ze verwachtten hem niet, de relatie was er niet meer. Daarom zei hij : Ik ken u niet. Zo waakt dan. Waken is opzien naar zijn komst, opzien naar de dingen die van hem zijn en heeft niets met slapen te maken.
Omdat hij ze niet kende moesten ze waken. Naar hem opzien, hem verwachten. Ze moesten zich niet bekeren, dat waren ze al.[/color]
Het kan best 2 betekenissen hebben dan dat slapen, want hier is het niet verkeerd. In andere teksten moet je waken en wordt het in verband gebracht met die man die dronken werd en zijn medeslaven ging slaan. Dan kwam die dag als een dief. Wat het dan kan betekenen weet ik niet, want als de wijzen waren gaan pitten in zonde waren ze niet wijs. Heb weleens iemand horen zeggen dat het kon betekenen niet meer Hem verwachten, omdat het zo lang duurde. Wie is dan de verstandige (wijs) dienstknecht die Hij over Zijn huis heeft gesteld? Die gaf het voedsel, die predikte. Ik zie best veel mensen die het werk van de Heer doen en wijs zijn, maar ze geloven niet meer dat Hij snel terugkomt want we moeten de wereld winnen. Als dat dan ineens niet zou blijken te kloppen dan maakt dat niet uit want ze zijn gereed, alleen in slaap gevallen voor de boodschap dat Hij spoedig komt, want Hij bleef uit. Staat er ook: op een uur dat gij het niet verwacht komt Hij. Gij weet niet wanneer Hij komt.
Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. 38Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, 39en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. 40Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één achtergelaten worden; 41twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en één achtergelaten worden.
42Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt. 43Maar weet dit: Als de heer des huizes geweten had, in welke nachtwaak de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben en in zijn huis niet hebben laten inbreken.
44Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. 45Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, die de heer over zijn dienstvolk gesteld heeft om hun op tijd hun voedsel te geven? 46Zalig die slaaf, die zijn heer bij zijn komst zó bezig zal vinden. 47Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem over al zijn bezit zal stellen. 48Maar als die slaaf slecht was, en in zijn hart zou zeggen: 49Mijn heer blijft uit, en hij zou beginnen zijn medeslaven te slaan en met de dronkaards zou eten en drinken, 50dan zal de heer van die slaaf komen op een dag, dat hij het niet verwacht, en op een uur, 51dat hij het niet weet, en hij zal hem folteren en hem in het lot der huichelaars doen delen.
(klinkt toch niet echt als hij krijgt nog een kans eerlijk gezegd)