Waarom is Jezus de Messias en wat zijn jullie argumenten?

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 12 aug 2005 12:02

Hallo Robert,


Robert schreef:En verder, waarom kwam de wet 'pas' op de Sinai?
Waarom kreeg Abraham de wet niet toen God een verbond met Hem sloot?
Of Noach? Of Jacob bij de Jabbok? Waarom Henoch niet? Of Adam niet direct na de schepping? Of direct na de zondeval?

Er bestaat een zeer oud verhaal uit de Midrash, dat uitlegt waarom er een Schriftelijke en een Mondelinge Torah bestaat. Het is een verhaal uit Talmoedische tijden, maar het doet modern aan (en het slot is verrassend!)
Voor degenen die er nog niet van hebben gehoord:

De tijd was rijp geworden om de mens de Torah te schenken. Echter, God wilde niet dat ze onder dwang, maar in vrijheid werd geaccepteerd. Hij zocht het volk uit dat Hij de Torah waardig vond, ging naar het land Edom en zei: "Edom, zou je de Torah willen aannemen?"
Edom vroeg: "Heer, wat staat er in?" God antwoordde "Gij zult niet doodslaan,..."
De Edomieten reageerden verontwaardigd:"Onze vader Esav (Esau) leefde door middel van moord, zoals geschreven staat (Genesis 27:40) 'En op uw zwaard zult gij leven.' Hoe kunnen wij onze afkomst verloochenen?"

Daarop ging Hij naar het volk van Yishmael en zei: "Volk van Yishmael, zou je de Torah willen aannemen?"
Het volk van Yishmael vroeg: "Heer, wat staat er in?" God antwoordde "Gij zult niet stelen,..."
De Yishmaelieten reageerden verontwaardigd: "Onze vader leefde door middel van diefstal, zoals geschreven staat (Genesis 16:12) 'zijn hand zal tegen allen zijn.' Hoe kunnen wij onze natuur verloochenen?"

Hij ging naar het land Moab en zei: "Moab, zou je de Torah willen aannemen?"
Moab vroeg: "Heer, wat staat er in?" God antwoordde: "Geen incest plegen,..."
De Moabieten reageerden verontwaardigd: "Onze natie kwam tot stand door middel van incest, zoals geschreven staat (Genesis 19:36) 'En de twee dochters van Lot werden bevrucht van haar vader.' Hoe kunnen wij ons land verloochenen?"

Uiteindelijk, toen Hij ieder volk had gevraagd en de gehele aarde Zijn Torah had geweigerd, gebeurde het dat Hij naar het volk van Israel ging en zei: "Israel, Ik zou je graag de Torah schenken, zou je deze alsjeblieft willen aannemen?"
En Israel vroeg: "wat kost het ons?" God antwoordde: "het is gratis." "Geweldig", zei het volk Israel, "doe ons er maar twee."


Vrede! :wink:



Moshe
Jood

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 12 aug 2005 12:23

Robert schreef:Volgens Genesis 2:17 zullen wij sterven.
Waarom sterven wij niet? Komt God's profetie niet uit?
Of is dit sterven slechts uitgesteld, en wordt het lichamelijk sterven hier bedoeld?


Zie m'n reactie op het GKV forum: klik ;)





Robert schreef:Is er een leven na dit leven, of is het leven juist hierom tijdelijk?
Welk nut hebben Adam en Eva aan, wat wij noemen, de moederbelofte?

Ik ben erg benieuwd naar de Joodse uitleg hierop!

Het Judaisme gelooft in Olam HaBa - de Komende Wereld. In de Tanach wordt vrij weinig gezegd over het leven na de dood. Daardoor zijn veel opvattingen mogelijk – zelfs reincarnatie is een geaccepteerde optie binnen het Judaisme - vooral binnen chassidische kringen-, maar het krijgt weinig aandacht. Speculatie over het leven na de dood ('Gilgoel') is voor de meesten niet relevant m.b.t. het dagelijkse bestaan. Wat voor het gros veel relevanter is, is het verrichten van juiste handelingen in de wereld die voor ons ligt, de wereld waarin we nu leven.
De eerste letter van de Torah/Tanach/OT is de 'Beth': ב. Zoals je kunt zien, is de bovenkant gesloten, de onderkant gesloten en de achterkant gesloten (Hebreeuws leest van rechts naar links), maar aan de voorkant is de letter geopend.
Onze Leraren maken daar gebruik van, door te zeggen dat de Torah met een "Beth" begint om ons te vertellen dat we ons geen zorgen hoeven te maken over wat boven ons is (aan de bovenkant gesloten), onder ons is (aan de onderkant gesloten), of wat achter ons ligt (aan de achterkant gesloten). Het verleden (onderkant), de toekomst (bovenkant) en het onkenbare (achterkant), zijn voor ons slechts van belang, in zoverre ze betrekking hebben op wat vóór ons ligt- het heden, de dagelijkse wereld (de voorkant).



Vrede!


Moshe Gabay
Jood

salty
Luitenant
Luitenant
Berichten: 516
Lid geworden op: 17 jul 2005 00:57
Locatie: Jerusalem

Berichtdoor salty » 12 aug 2005 14:10

Het Judaisme van nu is een heel andere religie dan de oorspronkelijke relatie tussen de Eeuwige en het volk.
De relatie bijv met Noah Avraham Itzhak Yacov Yosef Moshe David Shlomo Daniel de profeten etc etc.
Ik denk dat als die nu zouden terugkomen en zouden zien, wat daar allemaal uit gegroeid is in de Halachische leer dat ze zich daar helemaal niet in zouden kunnen vinden.
Het Judaisme is ook geen homogeen iets . iedere rebbbe heeft zn eigen uitleg over bepaalde zaken, steeds komen er weer nieuwe psoekei- halacha bij etc.
Gilgoelei neshamot is vooral door de kabbalah geaccepteerd,zelfs Shlomo ha melech Koning Salomo ontkent dit verschijnsel.
Ecclesiastes 9:5 -6 kohelet perek tesha, psoek chamesh we shesh
Moshe ...
Hoe leg jij Sheol uit..... ?Shlomo ha melech Koning Salomo zegt ook dat je je kind met strenge hand moet opvoeden , wil je zijn ziel redden van de Sheol....
Mishlei perk kaf-gimmel psoek yod gimmel Proverbs 23:13-14
Inderdaad is Yeshua Kareth onder het Volk , dit is door de chazal over Hem en zijn volgelingen afgeroepen.
De Messiaanse uitleg van de rabbijnen van tweeduizend verschilt ook nogal met die van na de komst van Yeshua. Alles wordt er aan gedaan om de profetieen over hem te nullificeren : Hij is nu Yeshu-- Yemach Shemo Uzichro ..... Helaas...
Er is verder niemand in de historie bekend onder de naam Yeshu.......
Waarom hebben wij maaminim -gelovigen {minim} hier in het land geen spreekbuis ????
boeken om te lezen :
Daniel Gruber :Rabbi Akiva's Messiah
Mark Eastman : The Search for Messiah
For YHWH the LORD is our judge,
the YHWH the LORD is our lawgiver,
the YHWH the LORD is our king;
it is HE who will save us.
Isaiah 33:22

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 12 aug 2005 18:02

Hallo Yael & MarcoM,

Yael: De Bijbelindeling zit besloten in de letters. Het Hebreeuwse woord Tanach bestaat uit de letters T-N-CH: de "Tav" van Torah (תורה); de "Noen" van Nevie'iem (נביאים); en de harde "Chaf" (uitgesproken als "Kaf") van Ketoeviem (כתובים). De Nevie'iem zijn de profeten en dat Boek eindigt met de profeet Maleachi.

Torah: Bereishit (Genesis), Shemot (Exodus), Vayikra (Leviticus), Bamidbar (Numeri), en Devarim (Deuteronomium).

Nevi'im (Profeten): Jozua, Richteren, I Samuel, II Samuel, I Koningen, II Koningen, Jesaja, Jeremia, Ezechiel, Hosea, Joel, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habukuk, Zefanja, Haggai, Zacharia, en Maleachi. (De laatste 12 zijn soms samengebundeld).

Ketoeviem (Geschriften): Psalmen, Spreuken, Job, Hooglied, Ruth, Klaagliederen, Prediker, Esther, Daniel, Ezra en Nehemia, I Kronieken en II Kronieken.

(Zoals je ziet, staat Daniel niet bij de profeten. Megilla 3a zegt eveneens dat Daniel geen profeet was, en Megilla 14a bevestigt dat Daniel geen profeet was. Hoewel de Tana van de Beraisa [14a] Daniel wel bij de profeten heeft staan).



Vrede!


Moshe
Laatst gewijzigd door Suighnap op 19 okt 2005 10:58, 4 keer totaal gewijzigd.
Jood

MarcoM
Verkenner
Verkenner
Berichten: 15
Lid geworden op: 06 feb 2005 14:59

Berichtdoor MarcoM » 12 aug 2005 18:12

Beste Suighnap,

mmmmm
zou je in het kort uit kunnen leggen, hoe wij moeten leven ten opzichte van de almachtige God?
Hoe kunnen wij nog met God verzoend worden?
Kun je misschien vertellen wat jouw geloof inhoud, zonder NT?

uit nieuwsgierigheid

groet,
marco

Gebruikersavatar
Yael
Majoor
Majoor
Berichten: 2425
Lid geworden op: 02 apr 2004 15:54
Locatie: Waddinxveen
Contacteer:

Berichtdoor Yael » 12 aug 2005 18:14

aha bedankt voor de uitleg Moshe. :wink:

in deze link ( http://www.univie.ac.at/strv-judaistik/mrabt.html )
wordt gesproken over 2 Messiasen, Messias ben David en Messias ben Jozef ben Efraim.

Is in de Bijbel terug te vinden? Zo ja waar dan? Was dit denkbeeld al voor Jezus tijd bekend of is deze Theologie pas daarna ontstaan?
Laatst gewijzigd door Yael op 12 aug 2005 18:15, 1 keer totaal gewijzigd.

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 12 aug 2005 18:15

Hallo MarcoM,

MarcoM schreef:zou je in het kort uit kunnen leggen, hoe wij moeten leven ten opzichte van de almachtige God?
Hoe kunnen wij nog met God verzoend worden?



Er staat dat na de schepping van het licht... "En God zag het licht, dat het goed was" [Gen. 1:4]. Er staat dat na de schepping van land en zee... "Zag God dat het goed was" [Gen. 1:10]. Na de schepping van het gewas... "En God zag, dat het goed was" [Gen. 1:12]. Na de schepping van zon en maan... "God zag, dat het goed was" [Gen. 1:18]. Na de schepping van vogels en vissen... "En God zag, dat het goed was" [Gen. 1:21]. Na de schepping van de dieren "zag God dat het goed was" [Gen. 1:25]. Nadat de schepping was voltooid "En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed" [Gen. 1:31].
Slechts toen de Schepper de mens had gemaakt, zei Hij niet 'dat het goed was'; slechts de mens kan kiezen tussen goed en kwaad. ("zie, ik heb heden voor u gesteld het leven en het goede, de dood en het kwade." Deut. 30-15).


Het OT laat er geen onduidelijkheid over bestaan dat de mens begiftigd is met 'boze gedichtsels'- neigingen tot het kwade. Deze uitdrukking komt o.a. in de Torah /Pentateuch zeer vaak voor. (bijv. Gen 6:5: "En de Heer zag dat al het gedichtsel der gedachten zijns harten te alle tijden slechts boos was." En Gen 8:12: "...want het gedichtsel van 's mensen hart is boos van zijn jeugd af aan..." En Deut. 31:21: "Want Ik ken hun gedichtsel, dat zij maken, aleer Ik hen inbreng in het land dat Ik gezworen heb", etc...).
De mens heeft dus volgens de Torah /Pentateuch duidelijk sterke neigingen tot het kwaad. Echter, over zijn wezen wordt nooit gezegd dat het kwaad is, integendeel: de term die de Tanach hanteert om neigingen te duiden is 'Jetser' (J-TS-R) en betekent 'verbeelding'.
Het hebreeuwse woord voor (goede of slechte) impulsen verwijst dus rechtstreeks naar de menselijke kwaliteit 'verbeelding' en niet naar z'n wezen (de verbeelder). Ondanks dat de mens is omgeven door, en geneigd is tot zonde, is de mens dus niet intrinsiek kwaadaardig.

Binnen de Christelijke exegese is het eten van de 'boom der kennis' betiteld als de 'zondeval' van de mens. In de tekst over de """“zondeval"""” wordt de daad van rebellie nooit onder de noemer 'zonde' geplaatst en evenmin toont de mens spijt.

'Chata' is in de Tanach de meest voorkomende term voor 'zondigen' (generiek). De wortel van Chata betekent 'missen' (het missen van het juiste doel, of de juiste weg- zie bijv: Spreuken 19:2). Een ander woord voor zonde is awon, letterlijk 'ongerechtigheid' (niet generiek); en awon heeft een wortel die verwijst naar 'dwalen', 'afdwalen'. Weer een ander woord is pesha. De Tanach maakt er geen geheim van dat zelfs de meeste van onze grootste leraren als Mozes, Abraham, David, ooit zijn afgedwaald, de wil hebben gericht op een verkeerd doel.

MarcoM schreef:Hoe zit dat met bekering?


De betekenis van '(het doel/de juiste weg) missen' correspondeert met het woord voor spijt/berouw hebben 'sjoev', (en later tsjoeva) wat letterlijk 'terugkeren' betekent, of 'omkeren'. Het werkwoord wordt bijvoorbeeld als zodanig gebruikt in Amos 4:6, 8-11 en Jeremia 3:7, 12, 14, 22 en Hosea 3:5, 6:1, 7:10).
Een mens die oprecht berouw heeft, is feitelijk letterlijk iemand die terugkeert- wroeging of angst is niet nodig, integendeel: keer eenvoudigweg terug.

En de mens is klaarblijkelijk vrij te kiezen; de bijbel bevestigt immers meerdere malen dat zelfs God hem niet dwingt. Het betreft zijn dwaling en het betreft zijn terugkomst; en de Almachtige verheugt zich in zijn terugkomst (Bijv. Ezechiel 18:28: "Zou ik soms een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze?, luidt het woord van de Here God, en niet veeleer hieraan, dat hij terugkere van zijn wegen en leve?")

Dit vindt z'n navolging binnen de Talmoed, waarin degene die terugkeert "Baal Tesjoeva" (de Heer van de ommekeer [of antwoord]) wordt genoemd. Het woord Baal staat altijd i.v.m. prestatie, macht of kracht. Hiermee wordt de absurditeit van wroeging i.v.m. zonde nog duidelijker benadrukt: er staat "de plaats die door de Heren van de Ommekeer wordt ingenomen, is zelfs voor de volmaakt rechtvaardigen niet bereikbaar" [Talmoed Sanhedrin 99a], m.a.w.: degene die terugkeert is waardevoller dan degene die nooit weg is gegaan.

Natuurlijk, hiemee wordt het belang van de Messias zeker niet tenietgedaan (want zowel het Judaisme als het Christendom geloven in de Messias). Wel wordt gesteld dat de mens zijn eigen terugkeer kan/moet bewerkstelligen ;) Sterker nog: zelfs de Messias dwingt ons niet te kiezen vóór het goede en tegen het kwaad: de keuze tussen omkeren en afdwalen ligt nog steeds bij de mens. Zijn redding ("ontvangst") echter ligt in Gods handen-en dat is (getuige: de Tanach!) altijd zo geweest.


Vrede!


Moshe
Jood

MarcoM
Verkenner
Verkenner
Berichten: 15
Lid geworden op: 06 feb 2005 14:59

Berichtdoor MarcoM » 12 aug 2005 18:53

Beste Suighnap,Moshe,

Kun je als volger van Judaisme ooit verzekerd zijn van een plaats in de allerheerlijkste hemel?

Dus het geloof doet eigenlijk niet ter zake?
ik bedoel, doe het goede is genoeg?

Dus we moeten zelf de weg kiezen? En kunnen wij dat ook?
Zijn wij 'mens' genoeg om de goede keuze te maken?
Verkiest God geen mens meer, zoals David als koning enz, die dus weinig keus hadden toch?
Volgens mij als God in je werkt dmv de Heilige Geest, maakt de Heere ons gewillig. of niet?

groet,
MarcoL

ps...op jouw vragen kan ik geen antwoord geven, sorry

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 15 aug 2005 16:20

Hallo MarcoM,

Het Judaisme kent geen dualisme aan de top van de hierarchie. Een machtige Kwade Duivel die de strijd aanbindt tegen de Almachtige Al-goede God - zoals het in het apocrieve Boek Henoch staat beschreven - is een onbekend concept binnen het Judaisme, dat nergens in de Tanach terug valt te vinden.
God schiep "de Satan" (ha-satan), een malach (boodschapper), om onze tegenstander te zijn, om hindernissen op onze weg te plaatsen. Deze hindernissen moeten we overwinnen.
Beiden, zowel God als Satan, staan aan dezelfde kant. Satan is een normaal Hebreeuws woord dat "tegenstander" betekent. Zie bijvoorbeeld Numeri 22:22:

Numeri 22:22 schreef:Maar God ontstak in toorn omdat hij ging, en de engel van den Heer plaatste zich op den weg als zijn tegenstander, terwijl hij op zijn ezelin reed, met zijn twee slaven bij zich.


Het Hebreeuwse woord dat in het bovenstaande citaat voor "tegenstander" wordt gehanteerd is: satan.
De vrouwelijke variant van het mannelijke satan is sitnah (beschuldiging, aanklacht, twist); zie bijvoorbeeld Genesis 26:21:

Genesis 26:21 schreef:Hierop groeven zij een anderen put, en ook daarover ontstond twist; waarom hij dien Sitna noemde.



Kijk eens naar het Boek Job.
Beiden – God en Satan – staan aan dezelfde kant. Job zegt "De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen." (Job 1:21) Ondanks dat Satan degene was die handelde, zei Job niet "Satan heeft genomen".

Vervolgens zegt Job tegen zijn vrouw: "hebben wij het goede van God ontvangen, en zouden wij het kwade ook niet aannemen?" (Job 2:10). Weer weten we dat Satan degene was die handelde, maar God wordt als de gever geidentificeerd. In Job 19:21 wordt dit duidelijk door Job verwoord: "want Gods hand heeft mij aangetast."
Daarna komen Job's vrienden hem troosten vanwege "al het kwaad, dat de Heer over hem had laten komen" (Job 42:11). Nogmaals wordt God als bron geidentificeerd achter de acties van Satan.

De parallel-Boeken Kronieken en de Boeken van Samuel beschrijven dezelfde gebeurtenissen, waar II Samuel 24:1 weergeeft: "En de toorn des Heren ontstak wederom tegen Israël, en hij spoorde David aan tegen hen, zeggende: Ga heen, tel Israël en Juda." Dit om David een volkstelling te laten houden. Het parallel-Boek in I kronieken 21:1 vertelt dat "Satan opstond tegen Israël, en David aanspoorde om Israël te tellen." Het betreft dezelfde volkstelling als uit II Samuel 24:1, met één verschil: in de ene passage provoceert Gód David om een volkstelling te houden; in de andere passage doet Sátan het. Weer staan God en Satan achter dezélfde actie.

I Koningen 11:14 vertelt "En de Heer verwekte Salomo een tegenpartijder (שטן, satan), Hadad, den Edomiet, die van koninklijk zaad was in Edom.". I Koningen 11:23,25 vertelt "Ook verwekte God hem een tegenpartijder (שטן, satan), Rezon, … hij was Israëls tegenpartijder (שטן, satan)". Weer is God de bron, en deze keer zijn de Satans die Hij verwekte slechts gewone mensen.

Zelfs een mens met integere intenties kan een "satan" zijn, omdat "satan" slechts tegenstander betekent – het refereert niet rechtstreeks aan zonde. In Mattheus 16:23 zie je daarvan overigens een voorbeeld. Jezus zei tegen Petrus: "Ga van mij weg, satan! gij zijt mij een aanstoot; want gij meent niet wat goddelijk, maar wat menselijk is.".
Zelfs God zelf kan een satan voor ons zijn, bijvoorbeeld door ons te beletten een verkeerde actie te ondernemen of door over ons te oordelen. Toch kan God geen zondaar worden genoemd.

Een man kwam verontrust bij z'n Rabbi. Hij zei tegen de Rabbi: "bid alsjeblieft tot God zodat Hij mijn kwade aandrang van me wegneemt. Ik zondig zoveel en wil daarmee stoppen!"
De Rabbi antwoordde: "En wat is dan je doel in deze wereld, als je geen kwade aandrang had? Je doel in het leven is deze aandrang te overwinnen. Dat is waarvoor je gemaakt bent! God heeft genoeg engelen in de Hemel; Hij heeft er nu niet nóg een nodig. Hij maakte jou menselijk zodat je jezelf kunt verbeteren."

MarcoM schreef: Dus we moeten zelf de weg kiezen? En kunnen wij dat ook?
Zijn wij 'mens' genoeg om de goede keuze te maken?

Ja



Vrede! :)


Moshe
Jood

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 15 aug 2005 20:01

Hallo Yael!
Je schreef:

Yael schreef:aha bedankt voor de uitleg Moshe. :wink:

in deze link ( http://www.univie.ac.at/strv-judaistik/mrabt.html )
wordt gesproken over 2 Messiasen, Messias ben David en Messias ben Jozef ben Efraim.

Is in de Bijbel terug te vinden? Zo ja waar dan? Was dit denkbeeld al voor Jezus tijd bekend of is deze Theologie pas daarna ontstaan?



Rabbi Saadiah Gaon zegt in Emunah V'Deos: "als we geen berouw tonen zullen de gebeurtenissen van Moshiach ben Yosef plaatsvinden. Maar indien we berouw tonen, zullen ze niet plaatsvinden, en de Moshiach ben David zal plotseling verschijnen."
Maar om te begrijpen wat met deze passage wordt bedoeld, zijn er twee dingen die eerst moeten worden verklaard.

Ten eerste: Aangezien Rabbi Saadiah Gaon bovenstaande uitspraak deed in verband met de eindtijd-profetieen, is het van belang te weten wat het begrip "Navi" ("profeet") inhoudt binnen het Judaisme. Er staat in Deuteronomium 18:

Deuteronomium 18 schreef:Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het woord kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft?
22 Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.


Maar er ligt een conditie besloten binnen dit principe. In Jona 1 wordt Jona bijvoorbeeld bevolen om de volgende boodschap over te brengen aan Nineveh:

Jona 1 schreef: 1 En het woord des HEEREN geschiedde tot Jona, den zoon van Amitthai, zeggende:
2 Maak u op, ga naar de grote stad Nineve, en predik tegen haar; want hunlieder boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht.


In hoofdstuk 3:

Jona 3 schreef:En het woord des HEEREN geschiedde ten anderen male tot Jona, zeggende:
2 Maak u op, ga naar de grote stad Nineve; en predik tegen haar de prediking, die Ik tot u spreek.
3 Toen maakte zich Jona op, en ging naar Nineve, naar het woord des HEEREN. Nineve nu was een grote stad Gods, van drie dagreizen.
4 En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis; en hij predikte, en zeide: Nog veertig dagen, dan zal Nineve worden omgekeerd.


Vervolgens gebeurt er iets belangrijks:

Jona 3 vervolg schreef:5 En de lieden van Nineve geloofden aan God; en zij riepen een vasten uit, en bekleedden zich met zakken, van hun grootste af tot hun kleinste toe.
6 Want dit woord geraakte tot den koning van Nineve, en hij stond op van zijn troon, en deed zijn heerlijk overkleed van zich; en hij bedekte zich met een zak, en zat neder in de as.
7 En hij liet uitroepen, en men sprak te Nineve, uit bevel des konings en zijner groten, zeggende: Laat mens noch beest, rund noch schaap, iets smaken, laat ze niet weiden, noch water drinken.
8 Maar mens en beest zullen met zakken bedekt zijn, en zullen sterk tot God roepen; en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg, en van het geweld, dat in hun handen is.
9 Wie weet, God mocht Zich wenden, en berouw hebben; en Hij mocht Zich wenden van de hittigheid Zijns toorns, dat wij niet vergingen!
10 En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden van hun bozen weg; en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet.


Volgens Deuteronomium zou Jona een valse profeet zijn, aangezien zijn voorspelling niet uitkwam. De reden echter dat de profetie niet uitkwam is dat het volk van Nineveh berouw toonde. En daarom was er geen reden de profetie in vervulling te laten gaan. Jeremia 28:

Jeremia 28 schreef:Maar hoor nu dit woord, dat ik spreek voor uw oren, en voor de oren des gansen volks:
8 De profeten, die voor mij en voor u van ouds geweest zijn, die hebben tegen veel landen en tegen grote koninkrijken geprofeteerd, van krijg, en van kwaad, en van pestilentie.
9 De profeet, die geprofeteerd zal hebben van vrede, als het woord van dien profeet komt, [dan] zal die profeet bekend worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden heeft.


Er zijn meerdere profetieen geweest die rampen voorspelden als dreiging, maar slechts de positieve profetieen die vrede voorspelden móeten uitkomen - anders is de voorspeller geen echte profeet. Onheilsboodschappen hoeven een valse profeet dus niet te ontmaskeren. Onheil kan namelijk worden afgewend door o.a. berouw.


Ten tweede: Er staan een heleboel messiassen in de Tanach, zoals Saul, David, Salomo,… zelfs Babylonische koningen zoals Cores waren messiassen. Ook priesters konden messias zijn en eveneens konden profeten messias zijn. Messias – gezalfde - is dus niet zo’n bijzonder begrip binnen de Tanach. Echter, het specifieke individu "dé Messias" komt in de hele Tanach niet voor. De Tanach heeft het nergens over "de Messias" als een uniek persoon.
Waar komt de term "de Messias" dan vandaan?

In de Tanach staan een aantal passages die verwijzen naar "het eind van de dagen" – de eindtijd. In die passages komen een paar karakters voor die een rol spelen met betrekking tot precies die specifieke toekomstige periode: "het eind van de dagen". Zie bijvoorbeeld Jesaja 2:2-4:

Jesaja 2:2-4 schreef: En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.
... want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
4 En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het [ene] volk zal tegen het [andere] volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren.


Hierin lees je dat in de eindtijd de oorlog zal eindigen (vers 4) en de volken zullen worden beoordeeld (vers 4); en de mensen verzamelen zich om de Ene God te eren (vers 3).

Ook in Jesaja 11 zien we dezelfde thema’s terug, zoals het berechten, het eind van oorlog en de mensen die zich verzamelen. Maar het wordt uitgereid:

Jesaja 11 schreef: ... 5 Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen zijn.
6 En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven.
7 De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen [te] [zamen] nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.
8 En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
9 Men zal nergens leed doen noch verderven
op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren [den] [bodem] der zee bedekken.
10 Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.
11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee.
12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier eilanden des aardrijks.
13 En de nijd van Efraim zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraim zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraim niet benauwen.
14 Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, [en] zij zullen te zamen die van het oosten beroven; [aan] Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn.
...


Behalve dat wordt herhaald dat er vrede zal zijn, de mensen zich verzamelen van over de hele wereld om de Ene te eren, en de Joden terugkeren van over de hele wereld, wordt er eveneens gezegd dat Efraim (het Noordelijke Koninkrijk van Israel) en Judah (het Zuidelijke Koninkrijk van Israel) niet langer met elkaar zullen wedijveren, maar samen zullen strijden. Het betreft hier geen spiritueel koninkrijk, maar er wordt verwezen naar landen, volken en: de stammen Judah (David) en Efraim (Josef) komen in beeld. Beiden zijn militair actief (zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, [en] zij zullen te zamen die van het oosten beroven; [aan] Edom en Moab zullen zij hun handen slaan). Dit thema wordt vervolgens nog verder uitgebreid in Ezechiel 37:

Ezechiel 37 schreef:16 Gij nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israels, zijn metgezellen; en neem een ander hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van Efraim, en van het ganse huis Israels, zijn metgezellen.
17 Doe gij ze dan naderen, het een tot het ander tot een enig hout; en zij zullen tot een worden in uw hand.
18 En wanneer de kinderen uws volks tot u zullen spreken, zeggende: Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn?
19 Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand. ... Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land;... en Ik zal ze verlossen uit al hun woonplaatsen, ... 24 En Mijn Knecht David zal Koning over hen zijn;... [/u], en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
28 En de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, Die Israel heilige, als Mijn heiligdom in het midden van hen zal zijn tot in eeuwigheid.



Ook hier valt te lezen dat Judah en Efraim samengaan. Maar als toevoeging op de bovenstaande thema’s wordt verteld dat Judah leider van de twee is (16-19), en dat de leider van Judah (nakomeling van David) een koning is. Uit deze passage blijkt impliciet dat Efraim en Judah beiden hun leider(s) hebben. Echter Judah neemt de leiding.
Er wordt eveneens naar het Heiligdom/Tempel verwezen (28 ) – een veel voorkomend thema: de derde Tempel uit de eindtijd. In Ezechiel 40-48 lezen we over de Tempel en een ander belangerijk karakter uit die tijd. Er wordt verwezen naar het priesterschap en vers 44-27 refereert naar een bepaalde priester.

In de Dode Zeerollen valt eveneens hetzelfde principe terug te vinden. Er staat (in 1QS IX 11) "...de gezalfden van Aaron en Israel..." Bovendien wordt er naar de leider van Judah (die in andere profetieen al vorst of koning werd genoemd) en de leider van Efraim verwezen als "de gezalfden" (de messiassen). Nu wordt duidelijk waar de term Messias ben Efraim/Yosef (gezalfde nakomeling van Josef) en Messias ben David (gezalfde nakomeling van David) vandaan komt.

Nogmaals: nergens in de Tanach wordt gesproken over "de Messias" als een uniek individu, maar uit de eindtijd-profetieen komen twee gezalfde personen naar voren. Niets onderscheidt deze individuen van de overige tientallen messiassen uit de Tanach, behalve dat ze in de eindtijd leven en een speciale functie vervullen.

Ook Obadia 21 spreekt over meerdere heilanden: "de dag des HEEREN is nabij (...) En er zullen heilanden op den berg Sions opkomen, om Ezau's gebergte te richten; en het koninkrijk zal des HEEREN zijn."


Samengevat kan worden gezegd dat: de Moshiach ben Yosef en de Moshiach ben David van twee verschillende stammen afkomstig zijn (namelijk Judah en Efraim) en dat ze tijdgenoten zijn (ze vervullen beiden de profetie, zoals van Ovadia vers 21). Moshiach ben Yosef is zeker militair actief en moshiach ben David waarschijnlijk eveneens (zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, [en] zij zullen te zamen die van het oosten beroven; [aan] Edom en Moab zullen zij hun handen slaan). Het zijn beide leiders en de Moshiach ben David is een Koning die het recht heeft om op de troon van David te zitten en de leiding heeft.
Dit wordt bevestigd door Pesikta Zetrusa (parshas Balak); Midrashim over Moshiach van de Otzar HaMidrashim; Sefer Zerubabal; Rabbenu Saadia Goan in Emunah VaDeos boek 8 hoofdstuk 5; Responsa van Rabbenu Hai Goan. Succah 52a, Sanhedrin 97a, Midrash Shir HaShirim 2.14, Derech Eretz Zuta 10. Daaruit komt eveneens de gedachte naar voren dat de Moshiach ben Yosef in de strijd sneuvelt en dat het tijdbestek waarin dit zich afspeelt een periode is van 7 jaar.


Tenslotte: Als je nu nog eens kijkt naar de eindtijd-profetieen in de Tanach, zie je dat er twee soorten eindtijd-profetieen bestaan: het ene type vertelt over oorlogen, zoals Zacheria 12 en Ezechiel 38. Het andere type suggereert geen oorlog, noch rampen.

Nu wordt het citaat uit Emunah V’Deos van Rabbi Saadiah Gaon duidelijk. Het volgt hetzelfde principe als we zagen in het Boek van Jona en Jeremia:

Rabbi Saadiah Gaon schreef:"als we geen berouw tonen zullen de gebeurtenissen van Moshiach ben Yosef plaatsvinden. Maar indien we berouw tonen, zullen ze niet plaatsvinden, en de Moshiach ben David zal plotseling verschijnen." (Emunah V'Deos)


Rabbi Saadiah Gaon maakt duidelijk dat het type eindtijd-profetie dat rampen, oorlogen en de komst van Moshiach ben Yosef voorspelt, zal uitkomen indien we geen berouw tonen. Maar indien we wel berouw tonen is dat niet nodig en zal Moshiach ben David plotseling verschijnen, zoals beschreven in het andere type eindtijd-profetie. Moshiach ben David (de gezalfde nakomeling van David/Judah) is daarmee "de Messias", en Moshiach ben Yosef (de gezalfde nakomeling van Josef/Efraim) is conditioneel.


Vrede!


Moshe
Jood

Gercoo

Berichtdoor Gercoo » 16 aug 2005 00:19

Ik ben helaas niet zo'n lettervreter dat ik al deze pagina's ga doorlezen, maar ik wil toch wel even iets kwijt hierover, en wel de teksten waar ik zondagavond een preek over hoorde. 1 Korinthe 1 (het hele hoofdstuk is de moeite waard om door te lezen; niet de wijsheid of mooie woorden maar de Gekruisigde alleen)



23 Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid;
24 Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods.

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 16 aug 2005 06:40

Gercoo schreef:Ik ben helaas niet zo'n lettervreter dat ik al deze pagina's ga doorlezen, maar ik wil toch wel even iets kwijt hierover, en wel de teksten waar ik zondagavond een preek over hoorde. 1 Korinthe 1 (het hele hoofdstuk is de moeite waard om door te lezen; niet de wijsheid of mooie woorden maar de Gekruisigde alleen)



23 Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid;
24 Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods.

Hallo Gercoo,

Tot dusver lijkt het er niet op dat de Tanach deze claim ondersteunt.


Vrede!

Moshe
Jood

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 16 aug 2005 06:43

MarcoM schreef:Dus het geloof doet eigenlijk niet ter zake?
ik bedoel, doe het goede is genoeg?

Vertrouw op God en doe oprecht je best – dat is genoeg. God verlangt geen perfectie, zondeloosheid of geloof in een Verlosser. Volgens het Judaisme staat niemand tussen God en de mens - ook de Messias niet. De mens kan zelf omkeren en dan is hij gered.

De Talmoed Avoda Zara 17a vertelt een verhaal: Toen Eliezar ben Dordai inzag hoe doelloos en slecht hij leefde, greep een groot berouw hem aan en hij riep wanhopig "bergen en heuvels, red mij!" Maar zij antwoordden uiteraard niet (ze zeiden daarmee 'hoe kunnen bergen en heuvels u redden, want we hebben zelf hulp nodig, zoals geschreven staat: "want bergen zullen wijken en heuvels zullen wankelen".[Jesaja 54:10]). Toen riep hij "Hemel en Aarde, red mij!" Maar ook zij antwoordden niet (ze zeiden daarmee 'hoe kunnen Hemel en Aarde u redden, want we hebben zelf hulp nodig, zoals geschreven staat: "de Hemel zal als rook verdwijnen en de Aarde zal als een kleed verslijten". [Jesaja 51:6]). Daarop riep hij "Zon en Maan, red mij!" Maar ook zij antwoordden niet (ze zeiden daarmee 'hoe kunnen Zon en Maan u redden, want we hebben zelf hulp nodig, zoals geschreven staat: "dan zal de maan schaamrood worden en de zon zal beschaamd staan".' [Jesaja 34:23]). Toen riep hij "Sterren en Planeten, help mij!" Maar ook zij antwoordden niet (ze zeiden daarmee 'hoe kunnen Sterren en Planeten u redden, want we hebben zelf hulp nodig, zoals geschreven staat: "al het heir der hemelen zal vergaan".' [Jesaja 34:4]). Uiteindelijk sprak hij "dan hangt het helemaal van mij af." Hij legde het hoofd tussen zijn knieen en weende luid totdat zijn ziel hem verliet. Daarop antwoordde een bat-kol (hemelse stem) die zei: "Rabbi Eliezar ben Dordai is gered en bestemd voor het leven van de Komende Wereld!"


Vrede!


Moshe
Jood

Gebruikersavatar
Yael
Majoor
Majoor
Berichten: 2425
Lid geworden op: 02 apr 2004 15:54
Locatie: Waddinxveen
Contacteer:

Berichtdoor Yael » 16 aug 2005 14:51

Hoi Moshe,

Bedankt voor het uitgebreide antwoord op mijn vraag. Het is me nu wel duidelijker geworden wat daar mee bedoeldt wordt.
Je hebt best veel Bijbelkennis, ben je (praktiserend )Orthodox Joods?

jij ook Vrede,

Yael

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 18 aug 2005 09:11

Shalom!


Yael (Op Jul 12, 2005) schreef:Bij mij staat er boven Micha 5: voorzegging der geboorte van den Messias (SV)

Misschien dat er tussen vers 1 en 2 een tussentijd is zegmaar. vers 1 is vervuld maar de rest van het hoofdstuk nog niet of gedeeltelijk in de loop van de tijd?

Optimatus (Jul 12, 2005) schreef:Even naar Moshe toe: ik ben niet echt een "schriftgeleerde" om het even plat te zeggen, maar ik vind vooral Micha 5:1-14 (NBG, SV of NBV) heel duidelijk. In mijn NBG-uitgave staat boven dit pericoop: "Voorzegging van den Messias en Zijn rijk"

Raido (Jul 08, 2005) schreef:Ik dacht dat er totaal iets van 152 punten gedefinieerd waren door de Joodse Rabbi's waaraan de Messias te herkennen zou zijn, bijvoorbeeld dat hij in Bethlehem Efrata moest geboren worden




Micha 5:1

Micha 5:1 schreef:En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.


Bethlehem (בית-לחם), betekent letterlijk "Huis (בית) van (לחם) Lechem"/ "brood"/"voedsel (algemeen)". Dit is zowel een naam van een Huis (stam) als van de gelijknamige stad. Om te zien welk van de twee in Micha 5:1 wordt bedoeld – het Huis (stam) of de stad -, zullen we naar de rest van de zin moeten kijken.

Ten eerste: Er staat ואתה בית-לחם אפרתה , "En gij (ואתה), Bethlehem Efratha!". Er zitten twee cruciale aanwijzingen in dit korte stukje: vóór בית-לחם אפרתה (Beth-lehem Efratha) staat ואתה, wat de mannelijke vorm van "jij" is. Het Hebreeuws kent namelijk mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden. De vrouwelijke versie van "jij" is את. Omdat steden altijd vrouwelijk zijn, had er ואת בית-לחם אפרתה moeten staan indien Micha de stad had bedoeld. Maar omdat het mannelijke אתה (jij) is gebruikt, betekent dit, dat het woord áchter het voornaamwoord eveneens mannelijk moet zijn. "Huis" (stam/een familie) is een mannelijk woord in tegenstelling tot de stad Betlehem.

Ten tweede: Een andere aanwijzing dat het hier een stam betreft, is dat "Efratah" en "Betlehem" een verdubbeling is: Betlehem=Efratah. Dat komt normaal gesproken niet voor. Zie Genesis 35:19:

Genesis 35:19 schreef:Alzo stierf Rachel; en zij werd begraven aan den weg naar Efrath, hetwelk is Bethlehem.


Van deze "vreemde" verdubbeling is geen sprake indien er naar het Huis van Lechem uit Efratah wordt verwezen.

Ten derde: Een klein stukje verderop is nog een aanwijzing te vinden, namelijk de uitdrukking באלפי יהודה. De term אלף betekent o.a. "een duizend". Echter, er lagen helemaal geen duizenden steden in Judah. (En zelfs al lagen er duizenden steden in in Judah, dan waren deze steden zondermeer niet allemaal groter, hoogstaander dan Betlehem).
Er waren echter wel duizenden stámmen/famílies in Judah. Als klap op de vuurpijl wordt bovendien het woord אלף eveneens gebruikt voor "stam"/"familie", zie bijvoorbeeld Richteren 6:15:

Richteren 6:15 schreef:En Gideon zei: 'Neem me niet kwalijk, Heer: hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn stamhuis (אלפי) is het armste van heel Manasse en ik ben de jongste van de familie.'


Ten vierde: Naar leden van een stam/familie wordt vaak verwezen via de naam van hun stam/familie. Zie bijvoordbeeld Numeri 3:27:

Numeri 3:27 schreef:En van Kahath is het geslacht der Amramieten, en het geslacht der Izharieten, en het geslacht der Hebronieten, en het geslacht der Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kohathieten.


En waarom was deze stam het minste onder de duizenden? De vader van David was van de stam/familie van het Huis van lechem, zie 1 Samuel 17:12:

1 Samuel 17:12 schreef:David nu was de zoon van den Efrathischen man van Bethlehem-juda, wiens naam was Isai, en [die] acht zonen had, en in de dagen van Saul was hij een man, oud, afgaande onder de mannen.


Zoals je weet: David had Ruth in zijn familielijn - een Moabitische. En Moabieten mochten niet worden toegelaten tot de vergadering van de HEER, omdat zij het volk van Israel niet waren tegemoetgekomen met brood en water, toen het uit Egypte kwam. Zie Deuteronomium 23:3,4:

Deuteronomium 23:3,4 schreef:Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid.
4 Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotamie, om u te vloeken.


Met andere woorden: David, wiens voorgeslacht een Moabitische voorouder had, kon eigenlijk niet worden toegelaten tot de vergadering des HEEREN! Vandaar dat de tekst zegt "zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda?". Echter, omdat de Moabitische vrouwen niet konden worden geacht het volk Israel tegemoet te treden met eten en drinken, omdat ze thuis kinderen hadden, én omdat de tekst de termen עמוני , ammoni (mannelijk of algemeen: mannelijk én vrouwelijk) en מואבי , mo'avi (mannelijk of algemeen: mannelijk én vrouwelijk) hanteerde, heeft de Beth Din ervoor gekozen om deze termen (עמוני en מואבי) als exclusief mannelijk op te vatten. Dus met de nodige reserves kon een Moabitische in 'de vergadering des HEEREN' komen. Daarom kon David Koning worden en uitgroeien tot de fantastische inspirerende figuur die hij geworden is - en uit David zal uiteindelijk de Moshiach komen.


…Van de dagen der eeuwigheid?

Ik ben me ervan bewust dat Jezus in Johannes 8:58 heeft gezegd: "Eer Abraham was, ben Ik". Wellicht is dit de reden dat in veel Bijbels eveneens de rest van de zin uit Micha 5:1(2) niet correct wordt vertaald, zoals bijvoorbeeld: "... en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid." De Leidse Vertaling maakt het nog het bontst: "... wiens uitgang van het begin en van eeuwigheid af geweest is."

De Hebreeuwse tekst מימי עולם duidt slechts op een eindige hoeveelheid tijd. En in de rest van de Bijbel wordt מימי עולם echter wel correct vertaald:

Jesaja 63:9 schreef:In zijn liefde en in zijn mededogen heeft Hij zelf hen verlost en Hij hief hen op en droeg hen al de dagen van ouds (ימי עולם).

Jesaja 63:11 schreef:Hij zelf streed tegen hen. Maar Hij dacht aan de dagen van ouds (ימי עולם), aan Mozes, aan zijn volk.

Amos 9:11 schreef:Ik zal haar herbouwen als in de dagen van ouds (ימי עולם),

Maleachi 3:4 schreef:Dan zal het offer van Juda en van Jeruzalem de HERE aangenaam zijn als in de dagen van ouds (ימי עולם) en als in vroegere jaren.


Zelfs in het Boek van Micha (in 7:14) – twee hoofdstukken na de betreffende passage - wordt ימי עולם nog goed vertaald als "de dagen van ouds" (ימי עולם) :

Micha 7:14 schreef:Laat hen weiden in Basan en in Gilead, als in de dagen van ouds.


Maar opeens wordt in Micha 5:1 hetzélfde ימי עולם plotseling foutief vertaald als "de dagen der eeuwigheid".

Micha 5:1 schreef:van de dagen der eeuwigheid (מימי עולם).


Dat is niet correct; מימי עולם betreft eenvoudigweg een beperkte periode. Dit staat er letterlijk: "en z’n oorsprong is oud, vanuit oude/historische dagen." Er staat duidelijk dat de oorsprong van de betreffende heerser vanuit oude/historische dagen is, en niet van de dagen der eeuwigheid.

Toegegeven: enkele Bijbels hebben de laatste zin wel correct vertaald, zoals de NBV: "in de dagen van weleer" of de GNB96: "in lang vervlogen dagen".


Vrede!


Moshe Gabay
Jood


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 12 gasten