Ik reageer graag op een gedeelte van dit artikel. Niet op alles want dan wordt het een lang verhaal, maar er is nog meer over te zeggen.
Indien ik geloof, is het niet omdat ik goed gekozen heb, maar omdat de Heilige Geest mijn weerstand vernietigd heeft en mij gedwongen heeft door Zijn Woord!
Vernietigd en gedwongen zijn grote woorden, ik ken hier geen bijbelse onderbouwing voor. Daarnaast geeft Galaten 3:14 aan dat we door het geloof de Geest ontvangen.
Hij stierf slechts zodat het mogelijk kon worden voor elk mens om gered te worden. Het hangt dus van de méns af óf Christus’ dood effectief zal zijn of niet.
Dit zijn pogingen om iets moois slecht te laten klinken. Hoe kun je nu het woord "slechts" gebruiken, om te betitelen dat Jezus stierf om een weg te openen voor ons mensen naar God? "Slechts een mogelijkheid" vind ik ondankbaar klinken.
We kunnen wel degelijk door de hele bijbel heen lezen dat de mens zelf de mogelijkheid heeft om handreikingen van God af te slaan, maar daarmee kunnen we nog niet zeggen dat Gods handreikingen dan niet effectief kunnen zijn.
Ik denk aan het gebod om niet te eten van de boom der kennis des goeds en des kwaads. Aan de wet. En ook aan het nieuwe verbond. Aan Jezus.
Gelukkig spreekt de Bijbel een ándere taal. En juist daarin is de vaste troost gelegen. Volgens de Schrift was Jezus’ offerdood de daadwerkelijke redding (vgl. Kolos 2: 14) van “mensen” (vgl. Openb. 5:9) en niet slechts een mogelijkheid tot redding. Welke mensen? Diegenen die de Vader aan Jezus gegeven heeft (Joh 6: 37, 39, 10:29, 17:2, Hebr 2:13) voor de wereld geschapen is (Efez. 1:4). Dat zijn degenen die door de Vader verkozen zijn (Rom 8:29) en bestemd zijn (v 30) om gelijkvormig te zijn aan het beeld van Zijn Zoon (vgl. Efez 1:5). De “ons” voor wie God Zijn Zoon overgeleverd heeft (Rom 8:32) zijn de “uitverkorenen” (v 33).
Dit is geen andere taal. Want wie heeft God van tevoren uitgekozen om zijn kind te zijn? Wie heeft de Vader aan Jezus gegeven? Wie zijn gekozen en bestemd om gelijkvormig te zijn aan het beeld van Zijn Zoon? Degenen die in hem geloven.
Want God had
de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat
iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar
eeuwig leven heeft.
En hoe zijn wij al voor de grondvesting van de wereld uitgekozen? Doordat
Jezus al voor de grondlegging van de wereld is uitgekozen, zodat wij kunnen geloven in God.1 Petrus 1:20-21
20 Al voor de grondvesting van de wereld is hij door God uitgekozen, en nu is hij, aan het einde van de tijd, verschenen omwille van u. 21 Door hem gelooft u in God, die hem uit de dood heeft opgewekt en hem laat delen in zijn luister, zodat uw geloof tevens hoop is op God.
en degenen die geen schapen zijn, komen niet tot geloof (Joh 10:26 – let op: er staat niet: zij zijn geen schapen omdat zij niet geloven. Er staat: omdat zij geen schapen zijn, geloven zij niet!).
In Johannes 10:26 staat niet dat "wie geen schapen zijn niet tot geloof komen". Dat vind ik nogal kort door de bocht om dat uit deze tekst te halen. Volgens mij kaatst Jezus hier de bal juist terug, ze hebben geen relatie met God:
27 Mijn schapen
luisteren naar mijn stem, ik ken ze en
zij volgen mij.
In Hebreeën 2:9 staat dat “Jezus door de genade van God voor allemaal zou sterven.” In vers 10 wordt het “allemaal” echter weer begrensd door het begrip “velen” en uit de bredere context van het hoofdstuk is het duidelijk dat de “allemaal/velen” alleen het “nageslacht van Abraham” zijn (vers 16) die door God aan Christus gegeven zijn (v 13).
Het woord "alleen" is hier niet op zijn plaats, het is helemaal geen beperking!
Galaten 3:12 De wet daarentegen is niet gegrond op geloof, want er staat: ‘Wie doet wat de wet voorschrijft, zal leven.’ 13 Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van deze vloek door voor ons te worden vervloekt, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt.’ 14 Zo zouden door hem
alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals ons is beloofd,
door het geloof de Geest ontvangen.
15 Broeders en zusters, ik geef u het voorbeeld van een rechtsgeldig testament, een testament dat door een mens bekrachtigd is. Niemand kan zo’n testament ongeldig verklaren of er iets aan toevoegen. 16 Nu gaf God zijn beloften aan Abraham en zijn nakomeling. Let wel, er staat niet ‘nakomelingen’, alsof het velen betreft, maar het gaat om één: ‘je nakomeling’ – en die nakomeling is Christus.
Hier stop ik even met het commentaar op dit stukje van eeninwaarheid.nl, maar er valt nog veel meer over te zeggen..