Wij hebben het genoemde rijtje ook op school moeten leren:
Totale Verdorvenheid – OK
Onvoorwaardelijke uitverkiezing- OK
Beperkte verzoening – Het resultaat van de verzoening, waardoor God een zondige mensheid vergeven heeft, is beperkt tot degenen die Hij heeft uitverkoren.
=> Ik geloof niet dat iedereen die is uitverkoren ook daadwerkelijk verzoent wordt met god (Israel was het uitverkoren volk, maar kijk maar eens wat daarover in het NT gezegd wordt) Ik weet niet of dat hier bedoeld werd?
Onweerstaanbare genade – De genade die God de mens geeft om hun uitverkiezing waar te maken kan niet worden weerstaan, aangezien die door God besloten is.
=> Niet eens, zie hierboven, niet iedereen die uitverkoren is word zalig, dus is de genade niet onwederstaanbaar, of vat ik het dan verkeerd op? In de bijbel staat ook dat je de Geest kunt uitdoven.
Volharding van de gelovigen– OK, is gewoon bijna te mooi om waar te zijn

Een paar eigen meningen (alvast spreken die elkaar tegen):
-Als je niet uitverkoren bent kun je ook niet zalig worden
-Iedereen kan in principe zalig worden, of wat eigenlijk meer van belang is: God wijst niemand af
-Als je uitverkoren bent is dat geen garantie voor je zaligheid
-God begint de bekering
-Bekeerd worden is jouw verantwoording
Oké ff een paar vragen, waar ik voor mezelf niet uitkom
Nu snap ik uitverkiezing toch niet helemaal, ik zeg niet dat die er niet is, maar kan iemand hem eenvoudig uitleggen?
1. Als God wil dat iedereen zalig wordt (wat ik geloof) waarom verkiest Hij dan sommigen uit? (wat ik ook geloof)?
2. Als er geen onderscheid is in de mensen (wat ik geloof) betekent dat dan dat God onderscheid maakt wat betekent dat Hij niet iedereen even liefheeft? (wat ik niet geloof)
3. Als God toch eerst uitverkiest (wat ik geloof) waarom ben je dan toch zelf verantwoordelijk voor je bekering (wat ik ook geloof)
Ik geloof niet dat de bovenstaande punten opgelost moeten worden voor m'n geloof, maar als er sluitende antwoorden zijn zou ik ze graag horen

