Ja Boudewijn,
je dwaalt. Je stelt eisen die het evangelie niet stelt. Je gaat lijnrecht in tegen wat Paulus zegt over je behoud. In plaats van een boze reactie te schrijven had je beter kunnen onderzoeken of ik wellicht ergens gelijk had.
Jij stelt het werk van mensen als voorwaarde voor je behoud. Dat deed de RKK ook ten tijde van de Reformatie. Het Sola Fide, Sola Gratia dat de reformatie verdedigd heeft is me ontzettend dierbaar omdat ze het hart van het evangelie vormt. Ik oordeel je niet op het feit dat je de Sabbat meent te moeten onderhouden. Ik oordeel je op het feit dat je een andere weg tot behoud schetst dan Christus.
Boudewijn:
En Klaas zegt dat Jezus dwaalt!
Wat is dat nou voor onzin?
Boudewijn:
Tevergeefs Klaas, onderhand doen Cyber, Kena en ik zaken TEVERGEEFS
.
Kena is het met me eens wat betreft mijn visie op de sabbat, dus span haar niet voor je karretje. Ik weet eerlijk gezegd niet of Cyber zijn ideeën t.a.v. de Sabbat al helemaal op een rijtje heeft, dus ik zou ook hem niet zomaar in je kamp scharen.
Tot nu toe ben
ik degene die tevergeefs probeert een normaal gesprek met je te voeren. Jij luistert (leest) echter voor geen meter maar ventileert continu je eigen mening. Daarbij neem je van alles aan over de denkbeelden van je gespreksgenoten. Kijk maar eens naar je reactie op Kena. Ze is het deels met je eens maar je behandelt haar als oud vuil.
Bij mij veronderstel je dat ik, omdat ik van mening ben dat ik de sabbat niet behoef te onderhouden, mij niet aan Christus wil onderwerpen.
Niets is echter minder waar. Ik zal nog 1x proberen om het uit te leggen.
Ik geloof dat Jezus Christus ook voor mij gestorven is. Dat is iets waar ik Hem ontzettend dankbaar ben. Uit dankbaarheid daarvoor wil ik mij van harte onderwerpen aan de wil van de Vader. Ik bestudeer dan ook mijn bijbel om te onderzoeken wat God van mij vraagt. In eerste instantie hield ik gewoon de zondag omdat ik daarmee was opgegroeid. In mijn tienerjaren begon ik daar echter mijn vraagtekens bij te zetten. In de 10 geboden staat immers letterlijk dat we de sabbat dienen te houden. En omdat die 10 geboden elke zondag werden voorgelezen ging ik ervan uit dat ik me daar ook aan zou moeten houden. Ik heb daarom in de loop van de tijd zo open mogelijk studie gemaakt van dit onderwerp. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat God het onderhouden van de Sabbat niet van mij vraagt. Ik ben daarvan, zoals Paulus het noemt, 'in mijn eigen gemoed ten volle verzekerd'.
Het enige dat ik van jou vraag is dat je je t.o.v. een broeder in Christus zo gedraagt als de bijbel van ons vraagt. Ik verwijs hierbij naar Romeinen 14.
4 Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen.
5 De een acht wel den [enen] dag boven den [anderen] dag; maar de ander acht al de dagen [gelijk]. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.
6 Die den dag waarneemt, die neemt [hem] waar den Heere; en die den dag niet waarneemt, die neemt [hem] niet waar den Heere. Die daar eet, die eet [zulks] den Heere, want hij dankt God; en die niet eet, die eet [zulks] den Heere niet, en hij dankt God.
7 Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft zichzelven.
8 Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.
9 Want daartoe is Christus ook gestorven, en opgestaan, en weder levend geworden, opdat Hij beiden over doden en levenden heersen zou.
10 Maar gij, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat veracht gij uw broeder? Want wij zullen allen voor den rechterstoel van Christus gesteld worden.
11 Want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heere; voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God belijden.
12 Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven.
13 Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.
Ik verzoek je dan ook de vrijheid, die Christus me gegeven heeft, te respecteren en in het vervolg je veroordeling voor je te houden.
Klaas