Waarom is Jezus de Messias en wat zijn jullie argumenten?

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 25 aug 2005 16:31

hijwel (Vr Jul 08, 2005) schreef:jesaja 53 is voor mij ene groot bewijs! Waar jij als jood denk ik ook niet om heen zou kunnen.. Maar ik ben benieuwt hoe jij hier tegen aan kijkt?


Jesaja 53


Hoe kan ik een boek beoordelen aan de hand van slechts twee bladzijden? Een relatief klein fragment uit het Boek van Jesaja – het laatste stukje van hoofdstuk 52 en hoofdstuk 53 – verwijst naar een knecht (עבד) die enige gelijkenis vertoont met figuren als Mozes (die eveneens de knecht van God genoemd werd, bijvoorbeeld in Numeri 12:7), Rabbi Akiba (vooral i.v.m. zijn dood), Jezus (voornamelijk vanwege zijn kruisiging, offer en onschuld), etc.
Om te zien wie de knecht uit het Boek Jesaja is, zullen de betreffende passage in de context moeten bekijken van het Boek waarin hij staat.


Ten eerste: Het Boek Jesaja maakt er geen enkel geheim van wie de knecht is - Jesaja is wat dat betreft een open boek.
Slechts elf hoofdstukken vóór het bewuste hoofdstuk 52b-53, zegt het Boek:

Jesaja 41:8-9 schreef:Maar gij, Israel, Mijn knecht! gij Jakob, dien Ik verkoren heb! het zaad van Abraham, Mijn liefhebber!
9 Gij, welken Ik gegrepen heb van de einden der aarde, en uit haar bijzonderste geroepen heb; en zeide tot u: Gij zijt Mijn knecht; u heb Ik uitverkoren, en heb u niet verworpen.

Hier wordt onmiskenbaar Israel God’s knecht genoemd.

(Terzijde: Er staat in Jesaja 42:22: והוא עם בזוז ושסוי , dat betekent letterlijk: "en hij is een beroofd en geplunderd volk". Het geplunderde en beroofde volk Israel wordt ook hier met de "hij" (de knecht) gelijkgesteld. Echter, sommige vertalingen vertalen הוא (hij) incorrect met "dit").

Slechts acht hoofstukken vóór het bewuste hoofdstuk 52b-53:

Jesaja 44:1 schreef: Maar hoor nu Mijn knecht Jakob, en Israel, dien Ik verkoren heb!


Weer wordt letterlijk Israel God’s knecht genoemd.

Jesaja 44:2 schreef:Zo zegt de HEERE, uw Maker, en uw Formeerder van den buik af, Die u helpt: Vrees niet, o Jakob, Mijn knecht, en gij, Jeschurun, dien Ik uitverkoren heb!


Weer wordt onomwonden Israel gelijkgesteld aan God’s knecht.
("Jeschurun" is een synoniem voor Israel, zie bijvoorbeeld: http://www.infoplease.com/ce6/society/A0826223.html )

Jesaja 44:21a schreef:Gedenk aan deze dingen, o Jakob, en Israel! Want gij zijt Mijn knecht, Ik heb u geformeerd


Nogmaals wordt letterlijk Israel God’s knecht genoemd.

Jesaja 44:21b schreef:gij zijt Mijn knecht, Israel, gij zult van Mij niet vergeten worden.


Nogmaals wordt de knecht bij naam genoemd: Israel.

Jesaja 43:10 schreef:Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, [dat] voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal.


Weer wordt het volk Israel aan de knecht gelijkgesteld.

Slechts zeven hoofstukken vóór het bewuste hoofdstuk 52b-53:

Jesaja 45:4 schreef:Om Jakobs, Mijns knechts wil, en Israels, Mijns uitverkorenen; ja, Ik riep u bij uw naam, Ik noemde u toe, hoewel gij Mij niet kendet.


Slechts vier hoofdstukken vóór het bewuste hoofdstuk 52b-53:

Jesaja 48:20 schreef:Gaat uit van Babel, vliedt van de Chaldeen, verkondigt met de stemme des gejuichs, doet zulks horen, brengt het uit tot aan het einde der aarde, zegt: De HEERE heeft Zijn knecht Jakob (Jacob = Israel) verlost!


Steeds weer is Israel de knecht van God.

Slechts drie hoofstukken vóór het bewuste hoofdstuk 52b-53:

Jesaja 49:3 schreef:En Hij heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Knecht, Israel, door Welken Ik verheerlijkt zal worden.


Nogmaals wordt de knecht bij naam genoemd: Israel.

En kijk naar de context in hetzelfde hoofdstuk:
Jesaja 52:4 schreef:Want zo zegt de Here HERE: Eertijds trok mijn volk naar Egypte om daar als vreemdeling te vertoeven, en Assur heeft het zonder reden onderdrukt.

Jesaja 52:6 schreef:Daarom zal mijn volk te dien dage mijn naam kennen, dat Ik het ben, die spreekt: Zie, hier ben Ik.

Jesaja 52:9 schreef:Breekt uit in gejuich, jubelt eenparig, puinhopen van Jeruzalem, want de HERE heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost.

En ter bevestiging: dezelfde knecht – die telkens wordt gelijkgesteld met het volk Israel - wordt eveneens in het meervoud aangesproken:

Jesaja 54:17 schreef:Elk wapen dat tegen u gesmeed wordt, zal niets uitrichten, en elke tong die zich voor het gericht tegen u keert, zult gij in het ongelijk stellen. Dit is het deel van de knechten des HEREN en hun recht van Mijnentwege, luidt het woord des HEREN.


Jesaja 63:17 schreef:Waarom liet Gij ons afdwalen, HERE, van uw wegen, verharddet Gij ons hart, zodat wij U niet vreesden? Keer weder ter wille van uw knechten, de stammen van uw erfdeel.


Jesaja 65:8 schreef:Zo zegt de HERE: Zoals men, wanneer er nog sap in een druiventros gevonden wordt, zegt: Verderf hem niet, want er ligt een zegen in – zo zal Ik doen ter wille van mijn knechten, dat Ik niet alles verderve.


Jesaja 65:9 schreef:En Ik zal uit Jakob nakomelingschap doen voortkomen en uit Juda een erfgenaam voor mijn bergen; mijn uitverkorenen zullen ze bezitten en mijn knechten zullen daar wonen.


Jesaja 66:14 schreef:Als gij het ziet, zal uw hart zich verblijden, en uw gebeente zal gedijen als het jonge groen; de hand des HEREN zal zich aan zijn knechten doen kennen en Hij zal toornen op zijn vijanden.


Nu weten we wie de knecht uit het Boek van Jesaja is.


Ten tweede:

Er staat niet dat de knecht omwille van onze schuld heeft geleden, maar vanwege onze schuld:

" … Maar hij is מפשענו = vanwege/vanuit onze overtredingen (niet: "om" onze overtredingen) verwond, מעונתינו = vanwege/vanuit onze ongerechtigheden (niet: "om" onze ongerechtigheden) is hij verbrijzeld…"

" … Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want hij is afgesneden uit het land der levenden; om (vanwege!) de overtreding Mijns volks is de plage op hun(!) (niet "hem") geweest."

Let ook op למו ("lamo"), wat betekent "aan/op hun" (meervoud!). Nogmaals wordt duidelijk dat Jesaja 53 niet van toepassing is op Jezus, aangezien weer blijkt dat de knecht een pluriforme eenheid is en geen individu.


Ten derde: Een ander punt betreft het de term במתיו (b’motav) – dat betekent: "in zijn doden", en níet: "in zijn dood". "In zijn dood" is in het Hebreeuws במותו. Weer blijkt dat de knecht een pluriforme eenheid is en geen individu.

Jezus stierf (hooguit) één keer voordat hij ten hemel voer. De knecht Israel is een pluriforme eenheid, dus kent het meerdere doden – de doden van Israel. De zin is prima van toepassing op het volk Israel; echter, zonder de foutieve vertaling van de term במתיו als "in zijn dood", is ook dit vers niet van toepassing op Jezus.

Ten vierde: Eveneens belangrijk is de uitdrukking יאריך ימים. Deze uitdrukking is betrekkelijk algemeen in de Tanach en betekent níet eeuwig leven, maar een duidt op verlenging van het tijdelijke aardse leven. Er wordt van Jezus gezegd dat hij na zijn opstanding eeuwig leven ontving. De Hebreeuwse combinatie voor "Eeuwig leven" is echter חיי עולם. De uitdrukking יאריך ימים spreekt het eeuwige leven tegen, omdat de betreffende verlenging een bevestiging is van tijdelijkheid.


Ten vijfde: De combinatie זרע verwijst altijd naar biologische nakomelingen – geen spirituele volgelingen. Voor spirituele volgelingen of "figuurlijke" kinderen kan bijvoorbeeld de term בן worden gehanteerd. Een stukje verderop in hetzelfde Boek van Jesaja wordt deze figuurlijke term gehanteerd ( "Zing vrolijk, gij onvruchtbare, [die] niet gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang, en juich, [die] geen barensnood gehad hebt! want de kinderen (בני) der eenzame zijn meer, dan de kinderen (מבני) der getrouwde, zegt de HEERE.").

זרע verwijst altijd naar echt zaad (זרע) of echte biologische nakomelingen – geen spirituele volgelingen.

Ook hieruit blijkt dat Jesaja 53 niet over Jezus gaat.


Ten zesde: De Hebreeuwse combinatie יצדיק צדיק duidt niet op de rechtvaardigheid van de knecht zelf, maar op het feit dat de knecht rechtvaardigt. De knecht zal de rechtvaardige rechtvaardigen, de rechtvaardige in het gelijk stellen, wettigen.


Ten zevende: Een ander punt is dat veel van de betreffende hoofdstukken grotendeels in de verleden & tegenwoordige tijd zijn geschreven. Dit is niet de wijze waarop profeten toekomstige gebeurtenissen voorspellen: door te zeggen dat ze reeds hebben plaatsgevonden. Slechts een klein gedeelte van Jesaja 52 en Jesaja 53 betreft profetie. Een profetie heeft altijd duidelijke kenmerken en verwijst naar de toekomst. Een voorbeeld:

In I Koningen 13:1-2 wordt geprofeteerd:
I Koningen 13:1-2 schreef:En ziet, een man Gods kwam uit Juda, door het woord des HEEREN tot Beth-el; en Jerobeam stond bij het altaar, om te roken.
2 En hij riep tegen het altaar, door het woord des HEEREN, en zeide: Altaar, altaar, zo zegt de HEERE: Zie, een zoon zal aan het huis Davids geboren worden, wiens naam zal zijn Josia; die zal op u offeren de priesters der hoogten, die op u roken, en men zal mensenbeenderen op u verbranden.


In II Koningen 23:15-17 wordt de profetie vervuld:
II Koningen 23:15-17 schreef:Daartoe ook het altaar, dat te Beth-el was, [en] de hoogte, die Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke Israel zondigen deed, gemaakt had; te zamen dat altaar en die hoogte brak hij af; ja, hij verbrandde de hoogte, hij vergruisde ze tot stof, en hij verbrandde het bos.
16 En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden uitriep.



Jozua 6:26 wordt geprofeteerd:
Jozua 6:26 schreef:En ter zelver tijd bezwoer hen Jozua, zeggende: Vervloekt zij die man voor het aangezicht des HEEREN, die zich opmaken en deze stad Jericho bouwen zal; dat hij ze grondveste op zijn eerstgeborenen zoon, en haar poorten stelle op zijn jongsten zoon!


In I Koningen 16:34 wordt de profetie vervuld:
I Koningen 16:34 schreef:In zijn dagen bouwde Hiel, de Betheliet, Jericho; op Abiram, zijn eerstgeborenen zoon, heeft hij haar gegrondvest, en op Segub, zijn jongsten [zoon], heeft hij haar poorten gesteld; naar het woord des HEEREN, dat Hij door den dienst van Jozua, den zoon van Nun, gesproken had.


Als er bijvoorbeeld staat "Hij was veracht en van mensen verlaten" en "hij was veracht en wij hebben hem niet geacht" en "Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte", dan betreft het daarmee het verleden. Wanneer Jesaja overschakelt naar de toekomende tijd vanuit een context die verband houdt met het eerder vermeldde verleden, betekent dit automatisch dat het daardoor geen betrekking kan hebben op Jezus.



Jesaja 52:13-15
Jesaja 52:13-15 schreef:13 Ziet, Mijn Knecht zal verstandelijk handelen; Hij zal verhoogd en verheven, ja, zeer hoog worden.
14 Gelijk als velen zich over u ontzet hebben, alzo verdorven was Zijn gelaat, meer dan van iemand, en Zijn gedaante, meer dan van [andere] mensenkinderen;
15 Alzo zal Hij vele heidenen besprengen, [ja], de koningen zullen hun mond over Hem toehouden; want denwelken het niet verkondigd was, die zullen het zien, en welken het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan.


Er zijn Bijbelvertalingen – zoals de bovenstaande Staten Vertaling - die יזה als "besprengen" vertalen. Het werkwoord wordt op die manier behandeld als een afgeleide van נזה. Dit is niet zondermeer fout, maar omdat het niet gespecificeerd wordt (hetgeen bij de betekenis "besprengen" vrijwel altijd het geval is), is het veel waarschijnlijker dat de betekenis "verrassen, verbazen" is. Maar hier zijn beide vertalingen mogelijk.

Een deel van dit vers staat in de verleden tijd – daar betreft het dus zaken die zich in Jesaja’s verleden hebben afgespeeld. In Jesaja’s verleden hadden velen zich over Israel ontzet – zijn uiterlijk was meer verdorven dan van andere volken. Echter, in Jesaja’s toekomst zal het volk Israel weer worden verhoogd, hetgeen bij de landen nogal wat verbazing veroorzaakt, aangezien het een vervolgd en gehavend volk is. Israel wordt weer het volk waarin God verheerlijkt zal worden, een "volk van priesters", zoals Exodus 19:6 zegt: "En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn", en zoals Jesaja het drie hoofdstukken eerder al had gezegd:

Jesaja 49:3 schreef:En Hij heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Knecht, Israel, door Welken Ik verheerlijkt zal worden.


Een volk waarvan inderdaad het gelaat verdorven was, meer dan van andere volken. Maar dat anderen de weg zal wijzen naar de ene God:

Zacharia 8:13,23 schreef:En het zal geschieden, gelijk als gij, o huis van Juda! en gij, o huis Israels! geweest zijt een vloek onder de heidenen, alzo zal Ik ulieden behoeden, en gij zult een zegening wezen… Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden, dat tien mannen, uit allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van een Joodsen man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord, [dat] God met ulieden is.


Sommige Bijbelvertalingen zeggen in Jesaja 52:14 "aan/over Hem" i.p.v. "aan/over jou", bijvoorbeeld de Lutherse Vertaling: "Gelijk velen zich aan hem ergeren zullen…", of de Leidse Vertaling: "Gelijk velen zich over hem ontzet hebben…". Vreselijk fout. Er staat duidelijk "aan/over jou" (עליך) – het is uitgesloten dat er "aan/over Hem" staat.
Jesaja als onderdeel van het Joodse volk (de knecht), praat hier tegen het Joodse volk (de knecht).


Jesaja 53:1
Jesaja 53:1 schreef:Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard?


Welke boodschap? Welke prediking? Een half hoofdstuk eerder wordt gezegd:

Jesaja 52:7 schreef:Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die den vrede doet horen; desgenen, die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet horen; desgenen, die tot Sion zegt: Uw God is Koning.


Wat is de "arm des HEEREN"? Door het Boek Jesaja staan meerdere verwijzingen naar de "arm des HEEREN", naar God’s kracht en actie voor de bevrijding van het Joodse volk uit de handen van hun onderdrukkers, zie bijvoorbeeld:

Jesaja 63:12-13 schreef:Die den arm Zijner heerlijkheid heeft doen gaan aan de rechterhand van Mozes; Die de wateren voor hunlieder aangezichten kliefde opdat Hij Zich een eeuwigen Naam maakte? Die hen leidde door de afgronden; als een paard in de woestijn, struikelden zij niet.


Jesaja 62:8 schreef:De HEERE heeft gezworen bij Zijn rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien Ik uw koren meer zal geven [tot] spijs voor uw vijanden, en indien de vreemden zullen drinken van uw most, waaraan gij gearbeid hebt!


Jesaja 52:10 schreef:… Hij heeft Jeruzalem verlost.
10 De HEERE heeft Zijn heiligen arm ontbloot voor de ogen aller heidenen…


Jesaja 51:9 schreef:Ontwaak, ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de verledene dagen, [als] [in] de geslachten van ouds; zijt Gij het niet, Die Rahab uitgehouwen hebt, Die den zeedraak verwond hebt?


Ook in de rest van de Tanach wordt vaak gerefereerd naar de "arm des HEEREN", zie bijvoorbeeld:

Exodus 14:31 schreef:Ook zag Israel de grote hand, die de HEERE aan de Egyptenaren bewezen had; en het volk vreesde den HEERE, en geloofde in den HEERE, en aan Mozes, Zijn knecht.


Exodus 15:6 schreef:O HEERE! heeft den vijand verbroken!


Deuteronomium 4:34 schreef:…door een uitgestrekten arm, en met grote verschrikkingen; naar al hetgeen de HEERE, uw God, ulieden voor uw ogen in Egypte gedaan heeft?
35 U is het getoond, opdat gij wetet, dat de HEERE die God is; er is niemand meer dan Hij alleen!


Deuteronomium 7:19 schreef:De grote verzoekingen, die uw ogen gezien hebben, en de tekenen, en de wonderen, en de sterke hand, en den uitgestrekten arm, door welken u de HEERE, uw God, heeft uitgevoerd; alzo zal de HEERE, uw God, doen aan alle volken, voor welker aangezicht gij vreest.


Jeremia 21:5 schreef:En Ik Zelf zal tegen ulieden strijden, met een uitgestrekte hand en met een sterken arm, ja, met toorn, en met grimmigheid, en met grote verbolgenheid.


Jeremia 27:5 schreef:Ik heb gemaakt de aarde, den mens en het vee, die op den aardbodem zijn, door Mijn grote kracht, en door Mijn uitgestrekten arm, en Ik geef ze aan welken het recht is in Mijn ogen.


Psalm 44:3 schreef:(44:4) Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.


Verwijzingen te over naar bevrijding van het Joodse volk uit de handen van hun onderdrukkers. Jesaja 53:1 zegt: "Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard?" Dit staat in Jesaja’s verleden tijd. Wie had toen de boodschap geloofd dat God onze Koning was? Israel! Aan wie is de arm des HEEREN geopenbaard? Israel!


Jesaja 53:2:

Jesaja 53:2 schreef:Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben.


Dit vers staat eveneens in Jesaja’s verleden tijd en geeft de reden voor het ongeloof en de verbazing van de andere landen die zien dat het gehavende Joodse volk uiteindelijk weer wordt verhoogd. Het aangetaste en machteloze volk werd niet in staat geacht ooit nog weer op te komen in heerlijkheid. Vergelijk andere plaatsen in de Tanach waar het Joodse volk eveneens vergeleken wordt met een aangetaste boom of een plant die in de dorre grond staat, bijvoorbeeld Ezechiel 19:13:

Ezechiel 19:12,13 schreef:12 Maar hij werd door grimmigheid uitgerukt, [en] ter aarde geworpen, en de oostenwind heeft zijn vrucht verdroogd; zijn sterke roeden zijn afgebroken en zijn verdroogd; het vuur heeft ze verteerd.
13 En nu is hij geplant in een woestijn, in een dor en dorstig land.


Maar zoals in hetzelfde Boek Jesaja op meerdere plaatsen wordt aangegeven, is de toekomst van het rijsje, de spruit, in de dorre grond glorieus. En door dit volk zal God verheerlijkt worden:

Jesaja 60:21 schreef:En uw volk zullen allen te zamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een spruit Mijner plantingen, een werk Mijner handen, opdat Ik verheerlijkt worde.


Wat eveneens blijkt op andere plaatsen in de Tanach:

Hosea 14:6-8 schreef:(7) Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon.
7 (14:8 ) Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen [als] koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.
8 (14:9) Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb [hem] verhoord, en zal op hem zien; Ik zal [hem] zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden.


Amos 9:15 schreef: ik zal hen planten op hun bodem, en zij zullen nooit meer weggerukt worden van den grond dien ik hun gegeven heb; spreekt de Heer, uw god.



Jesaja 53:3:

Jesaja 53:3 schreef:Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een] [iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.


Dit volgt het principe dat door het gehele Boek Jesaja wordt aangehaald. Het staat in Jesaja’s verleden tijd. Zoals reeds bleek had de verachte knecht - het steeds weer verachte Joodse volk – geen gedaante noch heerlijkheid, geen aanzien dat we begeerd zouden hebben. Het volk – de knecht - had het aanzien van een zieke. Zie wat Jesaja in hetzelfde Boek zegt, bijvoorbeeld:

Jesaja 1:5-6 schreef:Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; [maar] wonden, en striemen, en etterbuilen, [die] niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht.


Of:

Jesaja 60:15 schreef:In plaats dat gij verlaten en gehaat zijt geweest, zodat niemand door henen ging…


Of:

Jesaja 49:7 schreef:Dus spreekt de Heer, de bevrijder van Israël, zijn Heilige, [u]tot de verachte ziel, tot hem van wien het volk een afschuw heeft, tot dien knecht der overheerschers: Koningen zullen het zien en opstaan, en vorsten zullen aanbidden, om des Heren wil, die getrouw is, om den Heilige van Israël, die u heeft uitverkoren.



Jesaja 53:4,5:

Hier maken enkele Bijbelvertalingen ineens frappante grammaticale fouten (toeval?):

Jesaja 53:4-5 schreef:Voorwaar, hij droeg onze ellenden, en torste onze smarten; maar wij hielden hem voor enen geplaagde, die door God geslagen en vernederd was. Maar hij is מפשענו = vanwege/vanuit onze overtredingen (niet: "om" onze overtredingen) verwond, מעונתינו = vanwege/vanuit onze ongerechtigheden (niet: "om" onze ongerechtigheden) is hij verbrijzeld; de discipline/straf van onze vrede/welvaart, (en niet: "die ons de vrede aanbrengt" of "opdat wij vrede zouden hebben" of "die wij verdiend hadden") was op Hem, en door Zijn striemen ("wonden" is een logischere en waarschijnlijker vertaling dan "striemen". Zie ook Jesaja 1:6, Genesis 4:23, Exodus 21:25, Spreuken 20:30 en Psalm 38:6; hoewel "striemen" niet fout is) is ons genezing geworden.


Het staat weer in Jesaja’s verleden en het volgt het principe dat ook in het Boek Jeremia naar voren komt. De andere landen erkennen dat de knecht – het Joodse volk – de pijn heeft gedragen die men hem heeft aangedaan. Ze erkennen dat zij het volk zélf hebben laten lijden, dat ze zich tegoed hebben gedaan aan de knecht voor hun eigen belang, zoals eveneens Jeremia zegt:

Jeremia 50:7 schreef:Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders zeiden: Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE, [in] de woning der gerechtigheid, ja, [tegen] den HEERE, de Verwachting hunner vaderen.


En:

Jeremia 10:25 schreef:Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest.


Ook Jeremia - als hij spreekt over de knecht van God - verwijst naar de acties van de andere landen die van hem (de knecht) een zieke en geplaagde hebben gemaakt. Israel was niet onschuldig, maar de andere landen gingen te ver – zeker toen ze ook nog beweerden dat zij zelf niet schuldig waren aan het leed dat ze het Joodse volk aandeden. En - zoals Jesaja - spreekt eveneens Jeremia van de bevrijding van het volk, de knecht van God, uit de handen van deze landen:

Jeremia 30:10,17 schreef:Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! want zie, Ik zal u uit verre [landen] verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die [hem] verschrikke…. Want Ik zal u de gezondheid doen rijzen, en u van uw plagen genezen, spreekt de HEERE; omdat zij u noemen: De verdrevene. Het is Sion, [zeggen] [zij]; niemand vraagt naar haar.



Jesaja 53:6:

Dit is een belangrijk vers, omdat het twee mogelijkheden kent, twee legitieme vertalingen. De Hebreeuwse tekst zegt:
כלנו כצאן תעינו איש
לדרכו פנינו ויהוה
הפגיע בו את עון כלנו. Dit betekent:

1) wij allemaal dwaalden zoals schapen, we keerden ieder naar z’n eigen weg, en de Heer diende hem de ongerechtigheid van ons toe.
Of:
2) wij allemaal dwaalden zoals schapen, we keerden ieder naar z’n eigen weg, en de Heer heeft zijn gebeden geaccepteerd voor de ongerechtigheid van ons allen.

Beide betekenissen zijn conform de Hebreeuwse tekst.

Vertaling 1 volgt hetzelfde principe als elders in het Boek Jesaja. Zoals gezegd: Israel is zelf zeker niet altijd onschuldig geweest en God hanteert de wreedheid van andere landen als stok om Israel te straffen, zie bijvoorbeeld hoofdstuk 10 begin van hetzelfde Boek Jesaja:

Jesaja 10:5 schreef:Wee den Assyrier, [die] de roede Mijns toorns is, en Mijn grimmigheid is een stok in hun hand!


De naties erkennen hun dwaling en zien in dat God het Joodse volk - zijn knecht - op hun weg heeft geplaatst om de ongerechtigheden van de landen te gebruiken om Israel mee te straffen.

Vertaling 2 zegt "heeft zijn gebeden geaccepteerd voor", omdat het werkwoord פגע eveneens kan worden vertaald als "bidden" of "(iets) verzoeken". In dat geval heeft God het gebed/verzoek geaccepteerd van de knecht – (de gebeden van het volk Israel) - voor de ongerechtigheid van allen die Israel onderdrukten. Zoals je waarschijnlijk wel weet is het de gewoonte in veel Joodse gemeenschappen om te bidden voor het land of de plek waarin men woont. Zie ook de brief van Jeremia aan de Joodse ballingen in Babylon, waarin de profeet zegt:

Jeremia 29:7 schreef:En zoekt den vrede der stad, waarhenen Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren, en bidt voor haar tot den HEERE; want in haar vrede zult gij vrede hebben.



Jesaja 53:7:

Jesaja 53:7 schreef:[Als] dezelve geeist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open.


Dit vers is zeer tekenend voor hetgeen telkens met het Joodse volk is gebeurd en een steeds terugkerend thema in de Tanach. Zie bijvoorbeeld Psalm 44:12:

Psalm 44:12 schreef:Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen.


Of Psalm 44:23:

Psalm 44:23 schreef:Maar om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht als slachtschapen.


Of Zacharia 11:4-5
Zacharia 11:4-5 schreef:Alzo zegt de HEERE, mijn God: Weidt deze slachtschapen. 5 Welker bezitters hen doden, en houden het voor geen schuld; en een ieder dergenen, die ze verkopen, zegt: Geloofd zij de HEERE, dat ik rijk geworden ben! en niemand van degenen, die ze weiden, verschoont ze.


Zacharia 7 schreef:Dies heb ik deze slachtschapen geweid...



Jesaja 53:8:

Jesaja 53:8 schreef:Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want hij is afgesneden uit het land der levenden; om (vanwege!) de overtreding Mijns volks is de plage op Hem (hun! – niet "hem") geweest.


Toen het Joodse volk werd gestraft vanwege zonden die het had begaan in het verleden, zette het er geen onrecht of geweld tegenover, maar liet het onrecht over zich heenkomen, zonder zich te verzetten – zoals al eerder bleek in andere verzen.

Ook hier hebben veel Bijbels (toevallig?) een enorme fout in de vertaling gemaakt.
Wellicht hebben ze למו , "lamo" verward met לו (naar/aan hem). למו is een synoniem van להם (hen/henzelf ; aan/naar hen ; voor hen/henzelf).
Indien dit correct was vertaald, was het niet mogelijk geweest om de knecht op Jezus van toepassing te laten zijn. Er staat namelijk: "Vanwege de overtreding mijns volks is de plage op hun geweest.".
Ieder goed woordenboek laat zien dat למו en להם synoniemen zijn. Ook hier blijkt weer dat de knecht geen individu is.

I.v.m. למו , zie ook andere toepassingen van למו in het Boek Jesaja:

Jesaja 16:4 schreef:Laat mijn verdrevenen onder u verkeren, o Moab! wees gij hun een schuilplaats voor het aangezicht des verstoorders (letterlijk: "wordt een schuilplaats voor hen" למו); want de onderdrukker heeft een einde, de verstoring is te niet geworden, de vertreders zijn van de aarde verdaan.


Jesaja 23:1 schreef:De last van Tyrus. Huilt, gij schepen van Tarsis! want zij is verwoest, dat er geen huis meer is, dat niemand er meer ingaat; uit het land Chittim is het aan hen (למו) openbaar geworden.


Jesaja 26:14 schreef:Dood zijnde zullen zij niet [weder] leven, overleden zijnde zullen zij niet opstaan; daarom hebt Gij hen bezocht, en hebt hen verdelgd, en Gij hebt al hun (letterlijk: “je zult iedere nagedachtenis aan hen למו vernietigen”) gedachtenis doen vergaan.


Jesaja 26:16 schreef:HEERE! in benauwdheid hebben zij U bezocht; zij hebben [hun] stil gebed uitgestort, als Uw tuchtiging over hen למו was.


Jesaja 30:5 schreef:Hij zal hen allen beschaamd maken door een volk, dat hun (למו) geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal.


Jesaja 43:8 schreef:Breng voort het blinde volk, hetwelk ogen heeft, en de doven, [/u]die oren hebben[/u] (letterlijk: "aan hen" למו).


Jesaja 44:7 schreef:En wie zal, gelijk als Ik, roepen en het verkondigen, en het ordentelijk voor Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig volk gesteld heb? en laat ze de toekomstige dingen, en die komen zullen, hun (letterlijk "aan hun" למו) verkondigen.


Jesaja 44:15 schreef:Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich [daarvoor], hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder.


Ook de vertaling van bovenstaand vers is niet helemaal correct, omdat zowel למו alsook de context naar meervoud verwijst. Het vers maakt deel uit van een passage over aanbidders van afgodsbeelden. De meervoudstoepassing van het woord פסל (afgod) is niet ongewoon (Zie bijvoorbeeld Psalm 97:7) en in de Hebreeuwse tekst verwijst Jesaja naar degenen die afgodsbeelden maken en naar de afgodsbeelden zelf – niet naar een enkeling die één beeld maakt. Dat is niet alleen in de MT duidelijk, maar eveneens de LXX heeft het betreffende vers correct vertaald: “en van de rest maken ze voor henzelf goden, en ze aanbidden hen.” Verder is het gebruik van למו een bewijs van de meervoudsvorm.

Jesaja 48:21 schreef:En: Zij hadden geen dorst, [toen] Hij hen leidde door de woeste plaatsen; Hij deed hun (letterlijk "aan hun" למו) water uit den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen.



Jesaja 53:9:
Drie vertalingen:
Leidse Vertaling schreef:bij goddelozen werd zijn graf gesteld, bij onderdrukkers zijn grafheuvel, hoewel hij geen geweld had gepleegd, en er geen bedrog in zijn mond was.


Lutherse Vertaling schreef:Men heeft hem willen begraven bij de goddelozen, maar hij is in zijnen dood geweest als een rijke, omdat hij niemand onrecht gedaan heeft, noch bedrog in zijnen mond geweest is.


Staten Vertaling schreef:En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is.


Bovenstaande Bijbelvertalingen (en vele andere Bijbelvertalingen) hebben iets gemeen. Net als in het voorgaande vers is namelijk eveneens hier geknoeid met het meervoud. Nu betreft het de term במתיו (b’motav) – dat betekent: "in zijn doden", en níet: "in zijn dood". "In zijn dood" is in het Hebreeuws במותו.
Jezus stierf (hooguit) één keer. De knecht Israel is een optelsom van meerdere individuen, dus kent het meerdere doden – de doden van Israel. De zin is prima van toepassing op het volk Israel, maar zonder de foutieve vertaling van de term במתיו als "zijn dood", is ook dit vers niet van toepassing op Jezus.

Als vervolg op voorgaand vers, wordt hier duidelijk gemaakt dat het Joodse volk er inderdaad geen onrecht tegenover stelde op het moment dat het werd gestraft voor de schulden uit het verleden middels het geweld door andere naties. De geschiedenis laat zien dat veel Joden liever stierven met het Sh’ma op de lippen, dan verder te leven en hun geloof in God af te zweren. Op deze manier werden er velen vermoord. Niet vanwege misdaden, maar vanwege hun Joodse achtergrond of om hun bezittingen. De Holocaust is daar slechts een recent voorbeeld van. Het vers staat in Jesaja’s verleden, dus hier wordt niet de Holocaust bedoeld, maar de vervolgingen van Israel die in Jesaja’s verleden hebben plaatsgehad.


Jesaja 53:10:

Jesaja 53:10 schreef:Maar het behaagde de HERE hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des HEREN zal door zijn hand voortgang hebben.


Ten eerste er staat niet "wanneer hij zichzelf…", maar "Als….". Met bovenstaande vertaling wordt het contidionele principe namelijk enigszins verborgen (als… dan….).
Ten tweede staat er niet "door zijn hand"[i], maar [i]"in zijn hand" (בידו).
Ten derde kan de term אשם op twee manieren worden vertaald. אשם verwijst naar een zonde die met opzet is begaan, zie bijvoorbeeld Jeremia 51:5:

Jeremia 51:5 schreef:…want hunlieder land heeft de schuld vol gemaakt tegen den Heilige van Israël.


In dat geval staat er in Jesaja 53:10:

Jesaja 53:10 schreef:En de Heer wenste hem te verbrijzelen, hij maakte hem ziek. Als zijn ziel schuld zou bekennen, zal hij nakomelingen zien, hij zal zijn dagen verlengen, en God’s doel zal in zijn hand voortgang hebben.


Maar ook de Christelijke vertaling van אשם is hier grammaticaal correct, aangezien het ook kan verwijzen naar een schuld-offer, zie bijvoorbeeld Leviticus 5:15:

Leviticus 5:15 schreef:Als een mens door overtreding overtreden, en door afdwaling gezondigd zal hebben, [wat] [onwetende] van de heilige dingen des HEEREN, zo zal hij tot zijn schuldoffer den HEERE brengen een volkomen ram uit de kudde, met uw schatting aan zilveren sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, ten schuldoffer.


Het conditionele principe (als… dan….) is hier cruciaal. Vergelijk:

Jeremia 18:8 schreef:Maar [indien] datzelve volk, over hetwelk Ik [zulks] gesproken heb, zich van zijn boosheid bekeert, zo zal Ik berouw hebben over het kwaad, dat Ik hetzelve gedacht te doen.


In dit geval zal de knecht nageslacht zien als hij schuld bekend (of: "zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben").

Eveneens van groot belang is de vertaling van de Hebreeuwse term זרע. De term זרע verwijst altijd naar biologische nakomelingen – geen spirituele volgelingen. Bijvoorbeeld:

Jesaja 30:23 schreef: Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het land bezaaid hebt, regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve zal vet en smoutig zijn; uw vee zal te dien dage [in] een wijde landouwe weiden.


Genesis 38:8 schreef:Toen zeide Juda tot Onan: Ga in tot uws broeders huisvrouw, en trouw haar in uws broeders naam, en verwek uw broeder zaad.


Genesis 19:32 schreef:Kom, laat ons onze vader wijn te drinken geven, en bij hem liggen, opdat wij van onze vader zaad in het leven behouden.


Genesis 19:34 schreef:En het geschiedde des anderen daags, dat de eerstgeborene zeide tot de jongste: Zie, ik heb gisteren nacht bij mijn vader gelegen; laat ons ook dezen nacht hem wijn te drinken geven; ga dan in, lig bij hem, opdat wij van onzen vader zaad in het leven behouden.


Amos 9:13 schreef:Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten.


Genesis 1:11-12 schreef:En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo.
12 En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.


Eveneens belangrijk is de uitdrukking יאריך ימים. Deze uitdrukking is betrekkelijk algemeen in de Tanach en betekent níet eeuwig leven, maar een duidt op verlenging van het tijdelijke aardse leven. Zie:

Deuteronomium 17:20 schreef:Dat zijn hart zich niet verheffe boven zijn broederen, en dat hij niet afwijke van het gebod, ter rechter [hand] of ter linkerhand; opdat hij de dagen verlenge in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen, in het midden van Israel.


Spreuken 28:16 schreef:Een vorst, die van alle verstand gebrek heeft, is ook veelvoudig in verdrukkingen; [maar] die de gierigheid haat, zal de dagen verlengen.


Prediker 8:13 schreef:Maar den goddeloze zal het niet welgaan, en hij zal de dagen niet verlengen; hij zal zijn gelijk een schaduw, omdat hij voor Gods aangezicht niet vreest.


De Hebreeuwse combinatie voor "Eeuwig leven" is חיי עולם, zie Daniel 12:2:

Daniel 12:2 schreef:En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, [en] tot eeuwige afgrijzing.


Aangezien van Jezus wordt gezegd dat hij na de opstanding eeuwig leefde – heeft " יאריך ימים " uit Jesaja 53:10 geen betrekking op Jezus. Echter het volk Israel voldoet hier wel aan. Israel zal nakomelingen zien en zal zijn dagen verlengen (staat in Jesaja’s toekomst), en God’s doel zal in zijn hand voortgang hebben.


Jesaja 53:11:

Jesaja 53:11 schreef:Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, [en] verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen.


Er staat יצדיק צדיק en dat betekent niet "mijn rechtvaardige knecht". De Hebreeuwse combinatie יצדיק צדיק duidt niet op de rechtvaardigheid van de knecht zelf, maar op het feit dat de knecht de rechtvaardige in het gelijk zal stellen, hen zal wettigen, verdedigen. Hier werd in het begin van hetzelfde hoofdstuk ook al naar verwezen. Israel is een land van priesters, zoals Mozes in Exodus zei. Jesaja zegt het in hoofdstuk 61 zelfs letterlijk ("Doch gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u dienaren onzes Gods noemen; gij zult het vermogen der heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult gij u roemen.
7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel"
).

Israel - de knecht van God - zal kunnen oordelen en anderen rechtvaardig kunnen maken vanwege z’n kennis van de Torah en z’n relatie met God, die het volk altijd als leidraad heeft gehad. Israel als licht voor de andere naties is een thema dat herhaaldelijk in het Boek Jesaja voorkomt, zie bijvoorbeeld:

Jesaja 42:6 schreef:Ik, de HEERE, heb u geroepen in gerechtigheid, en Ik zal bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik zal u geven tot een Verbond des volks, tot een Licht der heidenen.


Jesaja 60:3 schreef:En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan.


Jesaja 61:6-9 schreef:Doch gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u dienaren onzes Gods noemen; gij zult het vermogen der heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult gij u roemen.
7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben.
8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken.
9 En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft.


Ook op andere plaatsen in de Tanach ondek je hetzelfde thema, zie bijvoorbeeld:

Zacharia 8:23 schreef:Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden, dat tien mannen, uit allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van een Joodsen man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord, [dat] God met ulieden is.


Zacharia 8:13 schreef:En het zal geschieden, gelijk als gij, o huis van Juda! en gij, o huis Israels! geweest zijt een vloek onder de heidenen, alzo zal Ik ulieden behoeden, en gij zult een zegening wezen; vreest niet, laat uw handen sterk zijn.


Exodus 19:5-6 schreef:Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn;
6 En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult.


Het Joodse volk heeft eeuwenlang geleden en zal waarschijnlijk nog eeuwenlang lijden vanwege hun Jood-zijn - wat neerkomt op zijn bijzondere relatie met de Torah en God. Soms ook vanwege zijn eigen zonden. Maar altijd heeft een groot gedeelte van het Joodse volk zich aan de Torah en God vastgehouden, vaak tot in de dood. Vanwege deze band, deze kennis en ervaring, heeft het volk vele anderen rechtvaardig gemaakt en vanwege en omwílle van anderen geleden, zoals de Tanach op meerdere plaatsen vermeldt.


[u]Jesaja 53:12:

Jesaja 53:12 schreef:Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.


Bovenstaande Statenvertaling maakt ook hier een "vertaalfout". De Statenvertaling zegt namelijk dat hij voor "overtreders gebeden heeft". De Hebreeuwse tekst zegt: יפגיע, dat is de derde persoon enkelvoud toekomende tijd van פגע, dus: "hij zal voor de overtreders voorspreken/bidden." Dit is iets wat in veel synagogen op de Shabbat en Heilige dagen gebeurt. God verwacht van zijn volk – z’n knecht - dat deze z’n rol als voorspreker voortzet, zoals het een dienaar betaamt. Een עבד (dienaar, knecht, slaaf) is altijd de mindere van de meester. Daarnaast vertelt Jesaja 53:12 eveneens dat het Joodse volk als God’s knecht, zal worden beloond voor z’n rol. Vergelijk bijvoorbeeld:

Ezechiel 34:27-30 schreef:En het geboomte des velds zal zijn vrucht geven, en het land zal zijn inkomst geven, en zij zullen zeker zijn in hun land; en zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik de disselbomen huns juks zal hebben verbroken, en hen gerukt uit de hand dergenen, die zich van hen deden dienen.
28 En zij zullen den heidenen niet meer ten roof zijn, en het wild gedierte der aarde zal ze niet [meer] vreten; maar zij zullen zeker wonen, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke.
29 En Ik zal hun een plant van naam verwekken; en zij zullen niet meer weggeraapt worden door honger in het land, en den smaad der heidenen niet meer dragen.
30 Maar zij zullen weten, dat Ik, de HEERE, hun God, met hen ben, en dat zij Mijn volk zijn, het huis Israels, spreekt de Heere HEERE.




Vrede!


Moshe
Jood

Gebruikersavatar
hijwel
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3328
Lid geworden op: 17 mar 2003 12:34
Locatie: Wageningen
Contacteer:

Berichtdoor hijwel » 26 aug 2005 09:41

Suighnap,

knap werk! Ik beloof je, dat ik hier overna zal gaan denken.
Ik kom hier zeker nog op terug, laat het je weten.

iig bedankt voor de moeite, ik blijf altijd opzoek naar de bijbelse waarheid.
ik ben langzamerhand meer vertrouwd geraakt met mysterie dan met zekerheid

Gebruikersavatar
Raido
Generaal
Generaal
Berichten: 7088
Lid geworden op: 13 dec 2003 14:27
Locatie: Rijsschen
Contacteer:

Berichtdoor Raido » 26 aug 2005 09:51

Tijdsbepaling

Ziet, Ik zende Mijn engel (bode), die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds, aan Denwelken gij lust hebt; ziet, Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen.

Deze profetie vereist dat de Meesias ten tonele zou verschijnen terwijl de tempel nog in Jeruzalem stond (zie ook Ps 118:26, Daniel 9:26, Zacharia 11:13, Haggai 2:7-9). Aangezien de tempel in 70n.C verwoest isen sindsdien niet weer is herbouwd moet de Messias voor 70 zijn verschenen. Zijn bode is dan Johannes de Doper, de Engel des verbonds: Jezus Christus.

De schepter zal vanJuda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn.

De schepter staat al sinds jaar en dag voor nationale indentiteit, rechtspraak en zwaardmacht. In 6 n.C werd de Joodse Raad de zwaardmacht (doodstraf) uit handen genomen door het Romeinse Rijk, de Messias moest dus voor 6 n.C geboren zijn. De Raad heeft toen gezegt 'Wee ons, want de schepter is van Juda geweken en Silo is nog niet geboren!' ... of hadden ze het fout?
| Progressief reformatorisch | neutraal gereformeerd | neobevindelijk |

Gebruikersavatar
Yael
Majoor
Majoor
Berichten: 2425
Lid geworden op: 02 apr 2004 15:54
Locatie: Waddinxveen
Contacteer:

Berichtdoor Yael » 26 aug 2005 19:00

Hier een voorbeeld van de "onze Vader..." Blauw het gebed van Yeshua, groen is uit de Talmoed.

Our Father which art in heaven, Hallowed be thy name.

Thy kingdom come,


Thy will be done in earth, as it is in heaven. Give us this day our daily bread.


And forgive us our debts, as we forgive our debtors.


And lead us not into temptation, but deliver us from evil:


For thine is the kingdom, and the power, and the glory, for ever. Amen.


Our Father who art in heaven (Babylonian Talmud; Yoma 85b, Sotah 49b, Avot 5:20; Vayikra Rabbah ch 32.)
May God's kingdom be established during the days of your life. (Kaddish prayer)

Do thy will above and give comfort to those below, and to everyone his need. (Babylonian Talmud, Berachot 29b)

One who is merciful toward others, God will be merciful toward them. (Babylonian Talmud, Shabat 151b)

Bring me not into temptation, and lead me away from iniquity ... and save me from the evil one. (Babylonian Talmud, Berachot 80b)

For Thine, O Lord, is the greatness and the power and the glory and the victory and the majesty (Tenakh, 1 Chronicles 29:10)



kwam dat tegen op deze site: http://www.faq-online.nl/index.php?name ... pic&t=6676

wat vind je daarvan Moshe?


7 Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist.
8 Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven.
9 Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands.
10 Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het.


Is dit in het Jodendom ook een Messiaanse profetie? (Psalm 40 vrs 7 tot 10) Christenen geloven dat dit op Jezus sloeg.

(btw Shabbat Shalom :wink: )

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 29 aug 2005 23:36

Hallo Raido,

De Tanach vertelt dat de Laatste Tempel voor eeuwig in ons midden zal zijn (zie bijvoorbeeld Ezechiel 37:26). Het feit dat de tweede Tempel afgebroken werd, betekent dat deze Tempel niet de laatste eeuwigdurende Tempel kan zijn, en Jezus uit het jaar 0 tot 33 na Christus niet de Gezalfde uit de Eindtijd is, zie: klik ;)

Genesis zegt dat het recht op de Troon aan Judah toebehoort - de stam van David (zie ook bijvoorbeeld Samuel 7:12-16). Echter, de zwaardmacht, rechtspraak en nationale identiteit werden al in 586 vóór Christus van Israel afgenomen - tijdens de Babylonische ballingschap, en later nogmaals tijdens de Hasmoneanen, vervolgens eveneens tijdens Herodes,... Maar het recht op de troon blijft voorbehouden aan de stam van Judah - de scepter is nooit van Judah geweken. De lijn van David via Salomo is nog steeds intact.


Vrede!


Moshe
Jood

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 29 aug 2005 23:40

Yael schreef: (...)
kwam dat tegen op deze site: http://www.faq-online.nl/index.php?name ... pic&t=6676

wat vind je daarvan Moshe?


Hallo Yael,

2 Timotheus 3:8 schreef:Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden...


Jannes and Jambres - weet jij wie dat zijn? Ze staan niet in de Torah, ze staan niet in de boeken van de profeten. Ze staan nergens in de Tanach vermeld en toch refereert Paulus ernaar. Hoe wist Paulus wie ze waren en waar kwamen Jannes en Jambres vandaan?

Tanchoema (Parshat Ki Tisa) 19:19 schreef:veertigduizend mensen hadden zich verenigd om Egypte te verlaten met de Israelieten, en onder hen waren twee Egyptenaren genaamd Jannes and Jambres, die wonderen voor de Farao hadden verricht.


Zie ook de Shemot Rabbah (Midrash Rabbah m.b.t. Exodus), 7:12. Paulus kende duidelijk de mondelinge Torah (de Talmoed). Paulus vond de Talmoed blijkbaar gezaghebbend genoeg om naar te refereren. Hoe kan dat? Kijk eens hoe Paulus zichzelf voorstelde aan zijn broeders:

Handelingen 22:3 schreef:Als zij nu hoorden, dat hij in de Hebreeuwse taal hen aansprak, hielden zij zich te meer stil. En hij zeide: Ik ben een Joods man, en te Tarsen in Cilicie geboren, opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliel


Een hoofdstuk later onthult hij nog meer over zichzelf:

Handelingen 23:6 schreef:...Mannen broeders, ik ben een Farizeer, eens Farizeers zoon; ik word over de hoop en opstanding der doden geoordeeld...


En:

Filippenzen 3:4-6 schreef:...Indien iemand anders meent te betrouwen in het vlees, ik nog meer. Besneden ten achtsten dage, uit het geslacht van Israel, van den stam van Benjamin, een Hebreer uit de Hebreen, naar de wet een Farizeer.


En Jezus?

Marcus 2:27 schreef:En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om den mens, niet de mens om den sabbat.


Dit is geen citaat uit de Tanach; het is evenmin een originele uitspraak van Jezus. Het is uit de Talmoed.



Shalom!


Moshe
Jood

Gebruikersavatar
Yael
Majoor
Majoor
Berichten: 2425
Lid geworden op: 02 apr 2004 15:54
Locatie: Waddinxveen
Contacteer:

Berichtdoor Yael » 31 aug 2005 19:46

Het geeft dus aan hoe Joods Jezus en Paulus waren. 8)

Gebruikersavatar
elbert
Moderator
Berichten: 8730
Lid geworden op: 26 mei 2004 13:00

Berichtdoor elbert » 02 sep 2005 10:11

Als ik me niet vergis, is de Talmoed op schrift gesteld na het begin van de christelijke jaartelling, toch?
Het gaat dus om mondelinge overlevering. Overigens waren Jannes en Jambres ook al bekend onder de heidenen:

kanttekeningen SV schreef: Dit zijn de namen van de Egyptische tovenaars, die de wonderen van Mozes zochten krachteloos te maken, Exod. 7, wier namen in de Heilige Schrift, Exod. 7:11, niet staan uitgedrukt; maar worden van den apostel, òf uit enige Joodse schrijvers, òf door enige oude overleveringen van hand tot hand hier verhaald. Waaruit men niet mag besluiten, dat er enige onbeschrevene overleveringen zouden zijn aangaande enige hoofdstukken der leer, daar dit alleen de geschiedenis aangaat. Zie van deze: Eusib, de praep. Euang. Lib. 9, cap. 3, die uit een Pythagorisch wijsgeer Numenius deze namen verhaalt; gelijk ook Plinius, lib. 30, cap. 1, van dezen Jannes verhaalt. Waaruit blijkt dat deze namen niet alleen onder de Joden, maar ook onder de heidenen toen bekend zijn geweest.


Verder stelt Jezus de overlevering onder kritiek daar waar mensen die boven de hoofdlijn van de Thora willen stellen (Markus 7).
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)

salty
Luitenant
Luitenant
Berichten: 516
Lid geworden op: 17 jul 2005 00:57
Locatie: Jerusalem

@ suighnap-moshe

Berichtdoor salty » 10 sep 2005 21:27

nav je opmerking van SHaul-Paulus en de modelinge leer.

Wel toevallig dat je dit nu aanhaalt .
Idd was Shaul, Paulus
een vrome jood leerling van rabi Gamliel , bekend in de geschreven als wel in de mondelinge leer.
Is het daarom niet des te verwonderlijker dat hij ervoor koos om Yeshua als beloofde Messias te bekennen en Hem te volgen.zich steeds weer beroepend op de Oude geschriften.
Voor zijn keuze heeft hij moeten lijden, want hij heeft diverse keren in de gevangenis gezeten en is omwille van zijn geloof ter dood gebracht.

wat is de betekenis van de Tzafun bracha in de seder?
Shaul refereerde ook naar het boek Henoch. Het was kennelijk dus een erg belangrijk boek , hoewel niet officieel in de Tenach opgenomen.
De Talmoed in zijn huidige staat is ook pas later tot stand gekomen.

Over Michah 5:2
Vanuit Beith Lech Efrata zou een Heerser komen wiens oorsprong was van
MiKedem Mi-Yemei Olam...... Nog Voor de dagen van vanouds!!!!
Bij de vroege commentaren voor de tijd van Yeshua schijnt dit wel als" Meschiche"- aramees. profetie te worden aangeduid

Maar ja als Yeshua kareit is , mag dit dus niet op Hem slaan......
Het is een kwestie van geloof, of -niet.
For YHWH the LORD is our judge,
the YHWH the LORD is our lawgiver,
the YHWH the LORD is our king;
it is HE who will save us.
Isaiah 33:22

Gebruikersavatar
Yael
Majoor
Majoor
Berichten: 2425
Lid geworden op: 02 apr 2004 15:54
Locatie: Waddinxveen
Contacteer:

Berichtdoor Yael » 12 sep 2005 15:41

ja in de Bijbel zelf schijnt ook naar Henoch gerefereerd te worden iemand gaf een keer de Schriftplaatsen zal ff kijken of ze kan vinden. (Jozua 10:13; 2 Sam. 1:18 )


waarom is dat boek dan niet in het Canon opgenomen?

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 10 okt 2005 10:53

Yael schreef:Het geeft dus aan hoe Joods Jezus en Paulus waren. 8)


Hallo Yael,

Inderdaad. Beiden waren klaarblijkelijk goed op de hoogte van de Mondelinge Leer en vonden deze niet apocrief genoeg om niet aan te halen.
De Mondelinge Leer is even oud als de Tanach, en de Talmoed komt voort uit die Mondelinge Leer. De Talmoed bestaat uit de Misjna (commentaren op de Tanach) en de Gemara (commentaren op de Mishna).
Er bestaan twee versies: de Talmoed Bavli en de Talmoed Jeroesjalmi (de gemara’s verschillen, maar de basis – de mishna – is hetzelfde).


Vrede!

Moshe
Jood

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 10 okt 2005 11:18

@Shalom Salty!
Veel van wat je aanhaalt komt uit het boek van Henoch, maar het boek wordt niet voor niets als apocrief beschouwd door bijna het gehele Christendom, het Jodendom en de Islam. Bovendien kan - ondersteund door betrouwbare wetenschappelijke bronnen - vrijwel met zekerheid worden gezegd dat het boek niet van Henoch afkomstig is.


M.b.t. Het boek van Henoch

Henoch is de 7de aartsvader vóór de zondvloed (zie ook Genesis 5:18-24) en staat vermeld in de Bijbel, maar het boek van Henoch is terecht een apocrief boek binnen het Jodendom én het Christendom omdat het om meerdere redenen bijzonder onwaarschijnlijk is als het boek van de aartsvader Henoch zou zijn. Het boek citeert uit de Tanach en het oudste gedeelte is niet ouder dan slechts 250 v.chr. (de meeste bronnen binnen de historische wetenschap zeggen dat het boek zelfs niet ouder is dan 200 v. Chr., waaronder een aantal fragmenten die in Qumran zijn gevonden).

Bovendien bestaan er meerdere versies (en ze zijn geen van allen compleet - de meest complete is een Ethiopische versie).

In het Nieuwe Testament is Thomas een belangrijk persoon, maar het evangelie van Thomas wordt eveneens als apocrief beschouwd.
De korte vermelding van Henoch in de Tanach heeft geleid tot een omvangrijke Henochliteratuur: 1) Henoch, geschreven rond de 2e eeuw v.Chr. 2) Henoch, geschreven aan het eind van de 1e eeuw n.Chr. 3) Henoch, geschreven rond de 5e-6e eeuw n.Chr.

De Catholic Encyclopedia zegt bijvoorbeeld:
Catholic Encyclopedia schreef:Recent research, led by the Rev. R.H. Charles, an English specialist, breaks up this part into at least two distinct constituents. Charles's analysis and dating are: i-xxxvi, the oldest part, composed before 170 B.C.; xxxvii-lxx, lxxxiii-xc, written between 166-161 B.C.; chapters xci-civ between the years 134-95 B.C.; the Book of Parables between 94-64 B.C.; the Book of Celestial Physics, lxxii-lxxviii, lxxxii, lxxix, date undetermined. Criticism recognizes, scattered here and there, interpolations from a lost apocalypse, the Book of Noah. Expert opinion is not united on the date of the composite older portion, i.e. i-xxxvi, lxxi-civ. The preponderant authority represented by Charles and Schürer assigns it to the latter part of the second century before Christ, but Baldensperger would bring it down to a half century before our Era.

Zie: http://www.newadvent.org/cathen/01602a.htm

Of:

Wikipedia schreef: The Book of Enoch is a pseudepigraphal apocryphal work attributed to Enoch, the great-grandfather of Noah. Scholars date its composition to Maccabean times (ca. 160s BC). The Book of Enoch forms part of the official canon of the Ethiopic Church.
Most commonly, the phrase Book of Enoch refers to 1 Enoch, which survives completely only in Ethiopic language. There are also two other books called Enoch, i.e. 2 Enoch (surviving only in Old Slavonic, c. 1st century, R. H. Charles (1896) [1][2]) and a 3 Enoch (surviving in Hebrew,, c. 5th-6th century[3].) The remainder of this article deals with 1 Enoch only.


En:

Wikipedia schreef: The chief argument for a Christian author was the occurrence of references to the Messiah as the Son of Man. But the majority opinion clearly favours a 2nd century BC Jewish authorship, linking the prophecies in the text to the politics of the Maccabean revolt.

http://en.wikipedia.org/wiki/Book_of_Enoch .

Als gezegd: het boek wordt niet voor niets als apocrief beschouwd door bijna het gehele Christendom, het Jodendom en de Islam.



Vrede!


Moshe
Laatst gewijzigd door Suighnap op 10 okt 2005 12:31, 1 keer totaal gewijzigd.
Jood

Suighnap
Mineur
Mineur
Berichten: 106
Lid geworden op: 06 dec 2004 11:06
Locatie: Floep

Berichtdoor Suighnap » 10 okt 2005 11:25

Hallo Yael!

Oeps, ik zie dat ik nog een vraag van je moet beantwoorden (ben een maandje op vakantie geweest naar de VS), waar ik blijkbaar eerder overheen heb gelezen. Hierbij dan:

Yael schreef:"7 Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist.
8 Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven.
9 Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands.
10 Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het."


Is dit in het Jodendom ook een Messiaanse profetie? (Psalm 40 vrs 7 tot 10) Christenen geloven dat dit op Jezus sloeg.

(btw Shabbat Shalom :wink: )



Vers 40:7 - 40:10 is een fragment uit een Psalm. Hoe zou het Judaisme dit als Messiaans op kunnen vatten? Indien we er a-priori van uitgaan dat Jezus de Messias is, kunnen we bijpassende fragmenten uit de Tanach projecteren op Jezus (zoals het stukje uit Psalm 40), maar op zich is er geen reden om het fragment als Messiaans te beschouwen.

David haalt in 40:7 Samuel aan, toen deze Saul veroordeelde vanwege zijn ongehoorzaamheid aan de wil van God m.b.t. Amalek (zie ook Deut. 25:17-19):

1 Samuel 15:22: schreef:Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan brandofferen, en slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des HEEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen.


In de volgende regel (vers 40:8 ) zegt de Psalm: "Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is 'van mij' (עלי) geschreven."
De term עלי heeft meerdere betekenissen, zoals "voor mij", "aan mij", "op mij", "over mij", "van mij", "tegen mij". Een paar Psalmen verderop wordt het woord correct vertaald als "aan/voor mij", zie:

Psalm 57:3 schreef:Ik zal roepen tot God, den Allerhoogste, tot God, Die het aan mij (עלי) voleinden zal.


Of

1 Samuel 22:8 schreef:Dat gij u allen tegen (עלי) mij verbonden hebt, en niemand [voor] mijn oor openbaart…


Of

Esther 4:16 schreef: Ga, vergader al de Joden, die te Susan gevonden worden, en vast voor mij (עלי), en eet of drinkt niet, in drie dagen, nacht noch dag …


De vertaling: "Toen zei ik, 'Zie, ik kwam,' met een rol van een Boek geschreven voor mij." (Psalm 40:8 ) is een goede vertaling – zeker in de mond van Koning David. Benadrukt moet worden dat de (Christelijke) vertaling "Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven." eveneens correct is.

Een klein stukje verderop bevestigt David dat hij zondig is:

Psalm 40:13[12] schreef:Want mij hebben omgeven rampen zonder getal; mijne zonden hebben mij aangegrepen, zodat ik ze niet zien mag; zij zijn meer dan de haren op mijn hoofd


Er staat niet "hun zonden hebben mij aangegrepen", maar "mijn zonden hebben mij aangegrepen". De psalmist heeft het over zijn eigen misstappen (עונתי) die hem aangrijpen - niet over die van anderen. Indien deze tekst op Jezus van toepassing zou zijn geweest, zou hij geen ongeschonden "offerlam" hebben kunnen zijn. Met het offer zijn sowieso een boel problemen – zie: klik ;).

David – de auteur – spreekt hier over zijn eigen relatie met God en er is geen reden dit fragment uit Psalm 40 als Messiaans op te vatten. Waar de term "de Moshiach" met de daaraan gerelateerde term "Messiaanse Profetie" vandaan komt, staat aangegeven in: klik ;).



Vrede!


Moshe
Jood

Gebruikersavatar
Yael
Majoor
Majoor
Berichten: 2425
Lid geworden op: 02 apr 2004 15:54
Locatie: Waddinxveen
Contacteer:

Berichtdoor Yael » 10 okt 2005 14:35

Suighnap schreef:Hallo Yael,

Inderdaad. Beiden waren klaarblijkelijk goed op de hoogte van de Mondelinge Leer en vonden deze niet apocrief genoeg om niet aan te halen.
De Mondelinge Leer is even oud als de Tanach, en de Talmoed komt voort uit die Mondelinge Leer. De Talmoed bestaat uit de Misjna (commentaren op de Tanach) en de Gemara (commentaren op de Mishna).
Er bestaan twee versies: de Talmoed Bavli en de Talmoed Jeroesjalmi (de gemara’s verschillen, maar de basis – de mishna – is hetzelfde).


Vrede!

Moshe


Ha Moshe!

leuk dat je er weer bent, khoop dat je het na je zin hebt gehad in de USA :wink:

toch iets over Jezus (Yeshua) en de mondelinge Thora. misschien dat je het interessant vind:

Er kunnen op zijn minst twee dingen gezegt worden over Masjiach (hier wordt Yeshua mee bedoeld) en de mondelinge Thora. Ten eerste was Hij niet alleen op de hoogte van de inhoud ervan, maar op bepaalde punten hield Hij Zich daar ook aan. In de tijd van Yeshua waren er twee Farizeese scholen, de school van de Sjammai en de school van de Hillel, die elk een andere visie op de Thora vertegenwoordigden. (Sjammai en Hillel waren zeer invloedrijke Rabbijnen uit de generatie van vlak voor Yeshua)
Dr David Flusser zegt hierover: Als we bekijken welk standpunt Jezus innam ten aanzien van de Joodse wet, zien we dat Hij op sommige punten de meer stringente visie van de school van Sjammai volgde en op andere punten, in het bijzonder op ideologisch gebied, dichter bij de school van Hillel stond, die als stelregel voerde: ''Heb uw naaste lief als jezelf.'' het standpunt van Jezus wordt duidelijk als we het onderwijs van Jezus bestuderenen dat vergelijken met de leer van de andere Rabbijnen uit Zijn tijd.
Yeshua was het klaarblijkelijk eens met de manier waarop sommige gedeelten van de geschreven Thora werden uitgelegd in de mondelinge Thora. het accepteren van sommige leerstellingen uit de mondelinge Thora is echter heel iets anders dan het accepteren van haar goddelijke oorsprong! Het betekend dan ook niet dat Hij het eens was met de gezaghebbende positie van de mondelinge Thora en die ook accepteerde. (geciteerd uit: ''de Tora'' geschreven door ariel en d'vorah berkowitz.)

Gebruikersavatar
Yael
Majoor
Majoor
Berichten: 2425
Lid geworden op: 02 apr 2004 15:54
Locatie: Waddinxveen
Contacteer:

Berichtdoor Yael » 10 okt 2005 14:55

@Moshe,

in jouw ogen is het zeker Jezus isniet de Messias,in de mijne wel, niet dat ik daar allemaal zulke goede argumenten kan halen uit de Bijbel om dat te onderbouwen, maar simpel omdat ik dat geloof. dat klinkt zwak zonder argumenten dat weet ik.

er zijn toch ook Joden die wel geloven in Jezus,ook in Zijn tijd, die Hem wel zagen als de Messias. die hadden dan toch ook de argumenten kunnen geven die jij nu geeft?
wat zijn dan in het Judaisme de kenmerken van de Messias? liefst zou dat in eigen woorden zien als je daar de tijd voor hebt. :wink:


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 11 gasten

cron