joris schreef:
als ik het goed begrijp, doet het curidinges het werk van de kerkenraad nog eens over. want ik neem aan dat dezelfde vragen gesteld worden als iemand belijdenis doet?
Nee, je begrijpt het denk ik niet goed. Ik zal het proberen uit te leggen. Als iemand zich (van God) geroepen voelt om predikant te worden, legt deze persoon zijn roeping voor aan de kerkenraad van de gemeente waartoe hij behoort.
Dordtse Kerkorde, art. IV:
"De wettelijke beroeping dergenen, die tevoren in de dienst niet geweest zijn, zowel in de steden als ten plattelande, bestaat: Ten eerste, in de verkiezing, dewelke na voorgaande vasten en bidden geschieden zal
door de kerkenraad en de diakenen, en dat niet zonder goede correspondentie met de christelijke overheid ter plaatse respectievelijk en voorweten of advies van de classe, daar hetzelve tot nog toe gebruikelijk is geweest."
De kerkenraad zal op basis van een gesprek en volgens mij ook een onderzoek naar handel en wandel van deze persoon hem een attest verlenen waarmee hij zich kan melden bij het curatorium. Het curatorium zal vervolgens een diepgaander onderzoek instellen, en op basis daarvan de persoon al dan niet toelaten tot de theologische school, alwaar hij wordt opgeleid tot predikant.
Dordtse Kerkorde, art. IV:
"Ten andere, in de examinatie of onderzoeking beide der leer en des levens,
dewelke staan zal bij de classe, ten overstaan van de gedeputeerden der synode, of enigen derzelve (d.w.z. het curatorium, Pieter). Ten derde in de approbatie of goedkeuring van de overheid en daarna ook van de lidmaten der Gereformeerde Gemeente van de plaats, wanneer, de naam des dienaars de tijd van veertien dagen in de kerken verkondigd zijnde, geen hindernis daartegen komt."
Als de kandidaat zijn studie (4 jaar) heeft afgerond, wordt hij beroepbaar gesteld. Gemeenten kunnen de predikant dan beroepen. De kandidaat zal een van deze beroepen aannemen, en wordt vervolgens in deze gemeente als predikant bevestigd.
Dordtse Kerkorde, art. IV:
"Ten laatste, in de openlijke bevestiging voor de gemeente, dewelke met behoorlijke stipulatiën en afvragingen, vermaningen, gebed en oplegging der handen van de dienaar, die de bevestiging doet (of enige anderen, daar meer dienaren zijn) toegaan zal, naar het formulier daarvan zijnde. Welverstaande, dat de oplegging der handen zal mogen gedaan worden in de classicale vergadering aan de nieuwe gepromoveerde dienaar, die gezonden wordt in de kerken onder het kruis."
Over het onderzoek dat het curatorium verricht:
Dordtse Kerkorde, art. VIII:
"Men zal geen schoolmeesters, handwerkslieden, of anderen, die niet gestudeerd hebben, tot het predikambt toelaten,
tenzij dat men verzekerd is van hun singuliere gaven, godzaligheid, ootmoedigheid, zedigheid, goed verstand en discretie, mitsgaders gaven van welsprekendheid. Zo wanneer dan zodanige personen zich tot de dienst presenteren, zal de classe hen (indien het de synode goedvindt) eerst examineren, en, naardat zij hen in het examen bevindt, hen een tijdlang laten in het privé proponeren, en dan voorts met hen handelen, zoals zij oordelen zal stichtelijk te wezen."
PS. Let maar niet op het ouderwetse taalgebruik, de Dordtse kerkorde stamt uit 1618 - 1619

Ze vormt echter nog steeds een goede basis voor de gang van zaken in vele kerkgenootschappen (niet alleen de GG!).