Cisca schreef:elbert schreef:Tja, je hebt moeite met de uitverkiezing omdat je die niet kloppend kunt krijgen. Dat is het probleem ermee: dat moesten we ook maar niet proberen, want dan verval je in uitersten (hypercalvinisme aan de ene kant en alverzoening aan de andere kant). De zuivere leer op dit punt gaat dwars tussen deze twee uitersten door. De verhouding tussen Goddelijke verkiezing en menselijke verantwoordelijkheid is een paradox en niet iets wat wij logisch kloppend kunnen krijgen
Waarom eigenlijk niet, het zou voor veel mensen meer duidelijkheid geven, als men duidelijk aan zou kunnen geven hoe dat met de uitverkiezing nu precies zit.
Hoe we met de uitverkiezing om moeten gaan, kunnen we het beste lezen aan de hand van de woorden van Jezus:
23 En er zeide een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen, die zalig worden? En Hij zeide tot hen:
24 Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen;
25 Namelijk nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt.
26 Alsdan zult gij beginnen te zeggen: Wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten en gedronken, en Gij hebt in onze straten geleerd.
27 En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid!
28 Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult zien Abraham, en Izak, en Jakob, en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen.
Onze gedachten dienen dus niet uit te gaan naar hoeveel mensen er uiteindelijk gered zullen worden, maar naar de vraag of wijzelf persoonlijk gered zijn. Dus als er mensen zijn die met vragen zitten over de uitverkiezing, dan dit advies: strijd net zolang totdat je zelf weet dat je gered bent door Jezus Christus.
Duidelijk uit dit schriftgedeelte is ondertussen wel, dat nadat het oordeel heeft plaatsgevonden, er mensen zijn die achterblijven, verloren gaan. Dat laat geen ruimte voor beweringen dat alle mensen behouden zullen worden, ook niet met een beroep op 1 Tim. 2:4, want die tekst staat in een heel andere context en deze tekst betekent niet dat iedereen behouden wordt. In dit tijdperk wordt gezegd dat God wil dat allen zalig worden (1 Tim. 2:4, middels de verkondiging), maar wanneer het huidige tijdperk wordt afgesloten en we de eeuwigheid ingaan, dan zal tegen degenen die dit woord niet wilden geloven gezegd worden:"gij hebt niet gewild".
fraternoster schreef:Collateral schreef:Iedereen die een bepaald godsbeeld heeft, gaat er dus al vanuit dat zijn/haar verstand goed werkt. Welnu, wees dan consequent en ga niet beweren dat je verstand bepaalde dingen niet begrijpt omdat je anders bepaalde kromme zaken niet recht kan praten. Wat krom is, moet krom zijn en wat recht is recht.
Toch is het denk ik niet nodig alles binnen logische kaders te vatten. In Rom. 9 laat Paulus de paradox van rechtvaardigheid en verkiezing gewoon staan. Ik zou dus wel willen pleiten voor het honoreren van Bijbelse paradoxen.
Religie is geen wiskunde. Anderzijds moet je theologische bewijsvoering wel steekhoudend zijn. Wanneer ik de aanname doe dat Gods Woord betrouwbaar is, moet ik de paradox van Rom 9 laten staan. Wanneer ik aanneem dat de Romeinenbrief een menselijk epistel is, schrijf ik Paulus' beweringen af.
Precies. Niet het verstand moet heersen over de Bijbel, maar de Bijbel over het verstand. Jezus is de Logos (Joh. 1:1) en dat is wel iets anders dan dat ons verstand dat zou zijn.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)