zet gewoon in 1x de rest:
7. Hij beschermt ons land voor overstromingen
8. Je komt hem altijd bij de grens tegen
9. De zon staat voor het grasland
10. Niet weinig moeders
11. Je slaat er met een hamer op
12. De lichtste dominee
13. Hij is niet van jou, maar van...
14.Een vissoort
15. Hij woont bij een soort vijver
16.Ander voor voor tv
17.Een bloem met doornen
18. Hij laat schepen door
19. Hij houd er een boerderij op na
20. Hij is timmer man, hij zit in de... (yael deze is voor jou

)
21. Hij is van adel
22.Hij is erg lang
23. Hij heeft 't niet gauw koud
24. Zijn pantalon ligt niet in het westen
25. Een deel van het lichaam
26. Zijn huis staat in brand
27. Hij heeft veel problemen
suc10