Deze opmerking had ik verwacht, want baptisten houden niet zo van dogmatiek en dogmatische uitdrukkingen
Och, ik weet niet of dat op mijn baptist-zijn terug te voeren is. Per slot van rekening is dat nog maar behoorlijk recent. Ik heb die afkeer echter al langer. Al moet ik zeggen dat afkeer ws niet het goede woord is. Dogmatisch taalgebruik kan heel nuttig zijn, maar je ziet soms, vooral in de meer rechtse kringen, dat er in alledaagse situaties gecommuniceerd wordt mbv dogmatisch taalgebruik. Als dat taalgebruik dan ook nog eens erg op het bijbelse taalgebruik lijkt zie je dat mensen deze zaken niet meer goed onderscheiden. Als je vraagt of iets in de bijbel staat komen mensen met een heel citaat uit b.v. een formulier.
In dit geval was mijn kritiek echter meer inhoudelijk. Geloof als vrucht van de wedergeboorte zie ik niet zo zitten.
Laat ik ermee volstaan dat in mijn optiek geloof volgt op de wedergeboorte,
En ik betwijfel of de bijbel zo over geloof en wedergeboorte spreekt. Twee bijbelse argumentjes: als Nicodemus vraagt hoe een mens moet worden wedergeboren zegt Christus dat hij moet geloven. Ten tweede schrijft Paulus in Gal. 3:21 dat de wet niet levend kan maken. In vers 24 stelt hij daar tegenover dat we door het geloof gerechtvaardigd worden. Hieruit mag gevoeglijk geconcludeerd worden dat Paulus stelt dat we niet door de wet maar door het geloof levend worden. Uiteraard blijft staan dat de wedergeboorte het werk is van de Heilige Geest die het geloof in ons werkt.
Ik heb trouwens niks gezegd over een eventuele tijdsperiode tussen het moment van wedergeboorte en het moment van geloven. Dat is speculatief.
Nee, ik maak enkel expliciet wat jij stelde

Je verbond nl. de wedergeboorte aan de gedoopte kinderen en stelde dat de vruchten van deze wedergeboorte dan wellicht nog niet zichtbaar waren.
Ik heb over dat verband tussen wedergeboorte en gedoopte kinderen trouwens nog wel wat vragen. We waren het erover eens dat de doop de wedergeboorte aanduidt. Jij kwam toen met de stelling dat je dat ook mocht toepassen op kinderen omdat je uitging van de wedergeboorte en niet van het al dan niet reeds zichtbaar zijn van de vruchten van die wedergeboorte. Als ik je dan vervolgens vraag of je ervan uitgaat dat alle gedoopte kinderen (van gelovige ouders) wedergeboren zijn geef je echter een ontkennend antwoord. Het is me dan ook niet helemaal duidelijk hoe je het teken van de wedergeboorte verbindt aan de kinderen van de gelovigen. Gaat het erom dat sommigen van hen wedergeboren zijn of gaat het om de belofte van wedergeboorte? Of bedoel je nog iets anders?
Hmm, dat vraag ik me af of je het zo stellig op de dopeling betrekking kunt laten hebben (een signaalfunctie over de dopeling). In elk geval wordt er uitgebeeld wat er in de wedergeboorte plaatsvindt.
Maar ik stel nou net dat de doop in de bijbel juist wel telkens op de dopeling betrokken wordt. Als jij, naast de bekende (en omstreden) huisteksten, voorbeelden hebt van teksten waarin de doop wordt losgekoppeld van het geloof van de dopeling dan zou ik die graag willen zien.
Dan de kern van de zaak.
Als we kijken naar Rom. 11, dan zien we dat ongelovige joden als takken van de olijfboom worden afgehouwen en gelovige heidenen erop worden ingeent. Dat is allemaal waar, maar toch zie je in het Oude Testament ook dat God er blijkbaar voor kiest om in de lijn van het geslacht van Abraham (Israel) vooral Zijn verkiezend werk tot uitvoering te brengen en dat Hij daarbij het teken van de besnijdenis tot teken en zegel heeft gegeven (Rom. 4:11).
Ik vind dat vreemd uitgedrukt: 'maar toch zie je in het Oude Testament etc.' Volgens mij is dat nou net een belangrijk kenmerk van het oude verbond. Daar ging het nou net om: in het OT gaat het verbond over via de lijn van geslachtelijke voortplanting en in het NT niet...
Deze laatste redenatie is ook geldig voor de christelijke kerk. Als je kijkt naar 1 Kor. 7:14, dan zien we "dat zelfs na de opstanding van Christus, Paulus begrijpt dat de belofte van het verbond wordt vervuld, niet alleen in een allegorische zin, maar ook, volgens de letterlijke betekenis van de woorden, aan het natuurlijke zaad van Abraham.
Het kan aan mij liggen, maar waar vind ik in 1 Kor.7 dat Paulus de heiliging van man en kinderen ziet als vervulling van de belofte van het verbond? Volgens mij legt niet Paulus maar Calvijn zelf dat verband.
Calvijn vervolgt met een citaat van Petrus in Hand. 2:39 "De belofte (van redding) is voor u en uw kinderen" en de latere verwijzing van Petrus dat de aanwezigen "kinderen van het verbond zijn."
Voor wie geldt volgens Petrus in Hand. 2 de belofte? Antwoord:
Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. Volgens mij zegt Petrus daar dat de belofte toekomt aan een ieder die het evangelie hoort. Dat is m.i. wat anders dan wat Calvijn eruit haalt. Het is veelzeggend dat Calvijn (of jij) alleen het eerste deel aanhaalt.
Vervolgens vraagt Calvijn bij de belofte van Ex. 20:6, dat het zaad van de rechtvaardige gezegend zal worden, "zelfs tot de duizendste generatie": "Moeten we hier onze toevlucht nemen tot allegorieen? Dat zou een frivole ontwijking zijn. Zullen we zeggen dat deze belofte heeft afgedaan? Dat zou tegen de wet ingaan, die Christus integendeel kwam vaststellen als een regel voor een heilig leven. Het zou toegegeven moeten worden, boven alle twijfel, dat God zo goed en barmhartig voor Zijn dienaren is, dat Hij omwille van hen, zelfs de kinderen die van hen afstammen als tot Zijn volk wil rekenen."
Ik heb de grondtekst niet bij de hand, maar in dat vers staat toch dat God barmhartigheid doet aan 'duizenden dergenen die mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden'? Staat er in de grondtekst iets dat wijst op 1000 geslachten? Hoe dan ook, ik vraag me af hoe Calvijn dit concreet had willen maken. Als we dit soort zaken willen toepassen op de dooppraktijk en niet onze toevlucht willen nemen tot frivole ontwijkingen zou dat betekenen dat we tot 1000 geslachten na een werkelijke gelovige de doop aan de kinderen zouden moeten bedienen. Ik dacht dat we het erover eens waren dat
als er dan kinderen gedoopt moeten worden dit altijd kinderen van gelovige ouders moeten zijn? Eén generatie die die extra bonus ontvangt lijkt me toch heel wat anders dan 1000 generaties....
Ik wil hier nog aan toevoegen dat de besnijdenis niet alleen een vleselijke betekenis had, maar ook een geestelijke. Want Abraham ontvangt dit teken als zegel van de rechtvaardigheid van het geloof. En hoewel Izak nog maar een zuigeling is, krijgt hij toch hetzelfde teken. Waarom? Omdat Izak een wedergeborene was? Niet daarom, maar omdat hij in hetzelfde verbond was inbegrepen als zijn vader Abraham en deelde in dezelfde beloften.
Ja, dat zeg ik, dat is de manier waarop het in onder het oude verbond ging. Grote vraag is nou net of dat onder het nieuwe verbond ook geldt.
Tja, je kiest ervoor om de doop als teken van het bestaande geestelijke leven van de gedoopte te zien (de gelovige), in plaats van een teken van het geloof. In dat geval zou je beter kunnen wachten tot degene oud en grijs in het geloof is geworden, zodat je daar een beetje zeker van bent.
Dat is een beetje een flauwe opmerking. Hetzelfde kan gezegd worden over het doen van belijdenis.
maar de formulering in de Bijbel is mijns inziens niet: "wees zeker van het geloof van de dopeling voordat je hem of haar laat dopen", maar de doop is het teken en zegel dat naar de gerechtigheid van het geloof wijst (met alles wat daar verbondsmatig bijhoort).
Nou dat laatste vind ik nou ook nog niet echt terug als bijbelse formulering. Ik heb nergens gezegd dat zekerheid van het geloof van de doop een criterium is. Het gaat niet om de zekerheid maar om de belijdenis van het geloof door de dopeling.
Paulus schrijft dit met het oog op de gemeente (volgens jou alleen op de gelovigen binnen de gemeente). Daar komt het verschil in uitleg vandaan en daar blijven we het over oneens.
Ik zeg niet dat Paulus dit enkel schrijft met het oog op de gelovigen, dus daar kan ons verschil niet vandaan komen

Ik stel dat het in Paulus'
argumentatie helemaal niet van belang is dat er kinderen tot het volk behoorden en dat de explicitering m.i.
daarom niet terecht is.
In engere zin is er onderscheid, want de beloften voor de kinderen van de gelovigen zijn veel explicieter en uitgebreider dan voor de kinderen van de ongelovigen (ik kan zo 1-2-3 geen beloften voor kinderen van ongelovigen vinden in de Bijbel). Daar zul je het toch wel mee eens zijn.
Voor kinderen van ongelovigen gelden m.i. alle beloften van het evangelie. Volgens mij staat dat voorop. Als je specifiek op kleine kinderen doelt die nog niet 'tot hun verstand gekomen zijn' dan verandert de zaak. Echter, als we ons beperken tot het NT hebben we het bij mijn weten dan over 'slechts' 1 belofte nl. dat deze kinderen geheiligd zijn door het geloof van hun ouders. Ik schrijf dat slechts bewust tussen aanhalingstekens omdat deze beklofte uiteraard een hele rijke belofte is. Het is echter niet zo dat er een hele reeks aan beloften is op te noemen die wel voor kinderen van gelovige ouders gelden maar niet voor kinderen van ongelovige ouders.
Klaas