joepie schreef: Misschien kwam hij met wat kouder weer en ging hij met mooi weer.
Dan vergeet ik ook weleens mijn jas.
Je slaat de plank waarschijnlijk niet ver mis! Ik heb het nog eens nagezocht. In Hand. 20 is Paulus voor het laatst in Troas, daar verblijft hij 12 dagen. Daarna vertrekt hij naar zuidelijker (warmer!) streken, nl. Caesarea, waarbij hij zijn dikke mantel (
thick upper garment) achterlaat in Troas, in het voorjaar. In Caesarea heeft hij in het warmere klimaat zijn dikke mantel uiteraard niet nodig.
Bij het schrijven van 2 Tim is Paulus inmiddels in Rome, dus in een noordelijker streek. Hij spoort Timoteüs aan vóór de winter te komen (4,21). Blijkbaar kreeg hij het koud in het najaar.
jas schreef:Ik heb begrepen dat het woord voor jas in de grondtaal ook een soort valies kan zijn, om bijv. papieren in mee te nemen, perkamenten bijv.
Volgens Liddle&Scott: het woord
phailonês is een verschrijving voor
phainolês, hetwelk
cloak, thick upper garment betekent.
Het is
'wrongly explicated by
gloossokomon (foedraal),
eilêtarion membraïnon (perkamenten wikkel/rol)' door een zekere Hesychius. Ofwel: de interpretatie van 'valies' of 'foedraal' berust op een onjuiste gissing van een Alexandrijns lexicograaf uit de 5e eeuw na Christus. Dat men toen niet meer zeker was van de betekenis ervan, mag blijken uit het feit dat het woord slechts enkele keren voorkomt in de Griekse literatuur, en dan vaak in papyri. Het was dus een woord uit de spreektaal.
De moderne lexicografische inzichten doen echter duidelijk blijken dat Hesychius niet meer dan een gissing deed (nl. op grond van de context in de brief) en dat het aannemelijker is dat Paulus het woord 'verkeerd' kende en twee medeklinkers omdraaide. Dit is overigens geen fout van Paulus, maar er zijn enkele papyri gevonden met dezelfde schrijf'fout'. Dus was het blijkbaar in bepaalde kringen gangbaar om het woord zo te spellen.
Uit dit alles blijkt duidelijk dat de vertaling '(winter)mantel' dient te zijn.
(Overigens heeft de vertaling 'foedraal/valies' altijd als een gissing gegolden. Calvijn schrijft: "But, because many will not admit the
conjecture, I willingly translate it by the word
cloak." Verder wil Calvijn ook niet het beslissende woord spreken ("I give myself little troube about these matters"), maar ik denk dat de betekenis van het woord tegenwoordig duidelijk is.)
Omdat nu de (winter)mantel niet het enige is wat hij heeft laten liggen in Troas, maar ook zijn
biblia, in het bijzonder de perkamenten, blijft nog de vraag open of er sprake was van een omstandigheid waardoor Paulus niet in staat was om zoveel bagage mee te nemen. Immers, hij had op het eerste gezicht best als bagage zijn eigendommen mee kunnen nemen. Als we Hand 20 en 21 lezen zien we echter het volgende.
Een nacht lang praat Paulus (20,11) en vertrekt daarna
onmiddelijk. Waarom hij dan eerst een voettocht maakt is niet duidelijk (20,13), maar het blijkt, na ingescheept te zijn,
dat hij haast heeft en zelfs Efeze letterlijk links laat liggen omdat hij met Pinksteren in Jeruzalem wil zijn. Hij wil de opbrengst voor de collecte voor Jeruzalem gaan brengen (Rom 15,20vv.)!
De voettocht (voor een of andere noodzakelijke bezigheid (een bezoek?)) kan een verklaring vormen voor het achterlaten van zijn spullen: hij had immers haast, en boekrollen en een dikke mantel zijn dan onnodige ballast.
(Hieruit kunnen we ook een heel voorzichtige conclusie trekken dat hij verwachtte na het Pinksterfeest wel weer in Troas terug te komen, op doorreis naar Rome en Spanje (Rom 15). Maar dit is louter een gissing; het ligt niet echt op de route.)
Pas tijdens de reis naar Jeruzalem (de Geest drijft hem) wordt het hem echter stad voor stad duidelijker dat hem veel lijden staat te wachten in Jeruzalem (20,22-23). Wat en hoe precies is hem nog niet duidelijk.
Als hij dan na enkele enerverende jaren zich in de gevangenis te Rome bevindt, herinnert hij zich dat hij zijn wintermantel en boeken nog in Troas had liggen. Hierom vraagt hij dan, o.a. met het oog op de winter (en om te studeren) aan Timoteüs.