En dier heeft geen gevoel voor geloof, het leeft en het gaat dood en maakt zicht niet druk om God of wat dan ook, de ziel is de adem van God die in je rondwaait, het gevoel dat jij niet zomaar op de aarde rondhuppelt en het verwonderde gevoel dat het toch wel heel meesterlijk is hoe de aarde in elkaar zit..
Genesis 1: 21-25
Vervolgens zei God: "Ik wil dat de zeeën wemelen van vis en ander leven en laat de lucht vol zijn met allerlei soorten vogels." Zo maakte God de grote zeedieren, allerlei vissen en vogels, elk naar hun eigen aard. En Hij keek er met welgevallen naar en zegende ze. "Vermenigvuldig je en bevolk de zeeën", zei Hij tegen hen en tegen de vogels zei Hij: "Zorg dat jullie aantal groeit, zodat de aarde vol wordt." Nadat het avond was geweest, werd het weer morgen: de vijfde dag. God zei toen: "Laat de aarde dieren voortbrengen; vee, kruipende dieren en allerlei wilde dieren." En weer gebeurde wat Hij had gezegd. God maakte alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, elk naar hun eigen soort. God zag dat ook dat goed was.
(Gaaf he!? God vindt dieren schitterend. En allemaal hebben ze een eigen unieke aard.)
Genesis 1: 26,28
Toen zei God: “laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde, in zeeën en in de lucht.”
God schiep daarop de mens als Zijn evenbeeld. Als man en vrouw schiep Hij hen. God zegende hen en zei: “Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen, de vogels en alle andere dieren.
In de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen ook dieren zijn:
Jesaja 11:8
Dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken.
Jesaja 65:17
Want kijk, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde: Zo mooi, dat niemand meer aan de oude zal terugdenken.
Jesaja 65:25
De wolf en het lam zullen samen eten; de leeuw zal stro eten als een os; giftige slangen zullen niemand meer verslinden, maar stof eten. In die dagen zal niemand meer worden gewond of vernietigd, want op mijn heilige berg zal geen kwaad meer geschieden, zegt de HERE.
God zorgt voor de dieren!
Mattheüs 6:26 Let eens op de vogels. Die maken zich geen zorgen over wat zij moeten eten. Zij hoeven niet te zaaien of te oogsten of te bewaren, want God geeft hun wat zij nodig hebben. U bent Hem toch meer waard dan de vogels!
In de bijbel zie je dat God de dieren maakt en er blij mee is. God zegent ze zelfs. Wel blijkt uit Genesis dat God het meest enthousiast is over Zijn meesterstuk: de mens. Hij legt in de mens een stukje van zichzelf (relatiewens, eeuwig leven) en geeft de mens de opdracht om over de aarde te heersen. De mens staat dus duidelijk boven de dieren.
Pas na de zondeval (in Genesis 2) ontstonden er tussen de mensen onderling en tussen de mensen en dieren problemen. Maar God zorgt voor de schepping en heeft Zijn schepping nog steeds lief. Kijk maar naar de teksten hierboven. God zegt dat Hij de vogels geeft wat ze nodig hebben.
En Hij heeft beloofd dat als de wereld ophoudt, Hij een nieuwe hemel en aarde maakt waarin vrede zal zijn.
Dieren hebben geen geest en gaan dus niet naar hemel of hel, maar God zorgt wel voor ze en op de nieuwe aarde die God zal maken zullen er ook dieren zijn! (Jesaja 65)