Berichtdoor Boekenlezer » 10 feb 2005 15:09
Bijbelvertaling 4
T.L. Bruinius
15 dec 2004; jaargang 14 nummer 46
In ons vorige artikel over Bijbelvertaling hebben we het gehad over vertaalmethoden. Daarbij kwamen we tot de conclusie dat de methode die gebruikt is voor de NBV alle ruimte biedt voor vrijzinnigheid en schriftkritiek. En dus leidt tot een onbetrouwbare en onbruikbare vertaling. We willen nu iets zeggen over hedendaags Nederlands en de problemen die het oplevert als je wilt vertalen in echt hedendaags Nederlands.
Hedendaags Nederlands
De NBV is bedoeld als een Bijbelvertaling in de taal van deze tijd. De vertalers “hebben geput uit de volle breedte van de Nederlandse taal, zoals die wordt geschreven in het Nederland en Vlaanderen van de laatste decennia van de twintigste en de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw. Nadrukkelijk modieus en archaïsch Nederlands is daarbij vermeden. Traditionele Bijbelse termen en begrippen zijn gebruikt voorzover ze geen extra barrières opwerpen voor lezers die niet vertrouwd zijn met oudere Bijbelvertalingen”. Zo zegt de uitgever, het Nederlands Bijbelgenootschap zelf, in de verantwoording, achterin de uitgave van de NBV.
Daar zijn verschillende opmerkingen over te maken. Positief is dat de vertalers zich niet hebben laten verleiden tot gebruik van de hedendaagse òmgangstaal. Immers, de gewone omgangstaal, de taal die je op straat, op school, op het werk, om je heen hoort, wordt tegenwoordig gekenmerkt door ruwheid, platheid en een beperkte woordenschat. Een vertaling in hedendaagse omgangstaal lijkt ons dan ook onmogelijk. Gelukkig hebben de vertalers gekozen voor een waardig gebruik van de Nederlandse taal.
Degeneratie
Toch kunnen we met de gekozen vertaling niet blij zijn. Archaïsch Nederlands is vermeden. Archaïsch wil zeggen ouderwets, niet meer bruikbaar, iets van een andere tijd. En daar ligt weer een moeite. Talen zijn niet statisch. Ze liggen niet vast. De meeste talen zijn steeds in verandering. Dat is duidelijk. Dat geldt ook voor het Nederlands. Wij spreken en schrijven nu heel anders dan onze voorouders in de Middeleeuwen. Trouwens, in die tijd was er nog helemaal geen sprake van één Nederlandse taal. Wat nu ons Nederlands is, is afkomstig van het dialect dat in de zestiende eeuw gesproken werd in het zuiden van Holland, door de wat meer ontwikkelde mensen. Door het gebruik van die taal voor de Statenvertaling en daarnaast in allerlei boeken, geschriften en officiële stukken (Holland was het belangrijkste gewest en overheerste de andere gewesten in culturele zaken) veranderde dat dialect langzamerhand in het Algemeen Beschaafd Nederlands. En dat proces van verandering gaat nog steeds door.
Maar ook de verandering van de taal is niet een neutraal gebeuren. Als je de taal uit bijv. de zeventiende eeuw vergelijkt met de onze, dan kun je constateren dat die verandering niet zonder meer positief is. Dan is zichtbaar dat onze taal nogal gedegenereerd is. Degeneratie wil zeggen achteruitgang in ontwikkeling. Het Nederlands is eenvoudiger geworden maar tegelijk armer. Veel woorden met een rijke inhoud worden niet meer gebruikt. O ja, de woordenlijst van de Nederlandse taal wordt ieder jaar met enkele duizenden uitgebreid. Maar daar zijn heel veel woorden bij die oorspronkelijk geen Nederlands zijn maar bijv. uit het Engels overkomen. Het zijn ook heel veel woorden die het stempel dragen van onze materialistische en consumentistische tijd. Veel woorden die te maken hebben met computergebruik. Daarmee willen we zeggen dat toename van het aantal woorden niet zonder meer een verrijking betekent van de taal. Door gebruik van nieuwe woorden gaan oude juist verloren.
Die degeneratie is ook zichtbaar in het gebrúik van veel woorden. In de loop van de tijd is de betekenis van veel woorden veranderd. Juist als we spreken over de vertaling van de Bijbel is dat heel belangrijk. Een heel duidelijk voorbeeld is het woord “zonde”. Een woord dat zeker nog behoort tot de hedendaagse taal. Het wordt gebruikt in de zin van jammer, niet heel ernstig maar toch wel vervelend. Een foutje. Maar dat is niet de oorspronkelijke betekenis. De oorspronkelijke betekenis heeft te maken met een misdaad, met schending van de verhoudingen. In Bijbelse zin is zonde dan het schenden van de verhouding met God, het breken van zijn verbond, het revolutionair en eigenzinnig ingaan tegen zijn geboden. Zonde maakt schuldig. En zonde kan alleen worden uitgewist door het bloed van onze Here Christus. Er wordt wel gezegd dat er bij Gereformeerden zo weinig zondebesef gevonden wordt. Een van de oorzaken zou wel eens kunnen zijn het veranderde gebruik van dat woord. Nu wordt in de NBV het woord zonde gelukkig nog wel gebruikt. We halen het hier aan omdat het een voorbeeld is van degeneratie van de taal dat iedereen kan herkennen. Een woord met een belangrijke en veelzeggende inhoud is verworden tot een onbelangrijk bijwoordje.
Maar een woord als “genade” is wel op een aantal plaatsen in de NBV “wegvertaald”. Dat is ook zo’n woord. Genade wordt nog wel gebruikt. Als kinderen met elkaar spreken. In spannende boeken. In de krant soms. Vragen om genade betekent dan zoiets als: laat me los, laat me gaan. Terroristen kennen geen genade, zo lees je soms. En bedoeld wordt dan dat ze onschuldige mensen wreed behandelen en vermoorden.
Maar genade betekent juist dat je wèl schuldig bent maar dat de straf je wordt kwijtgescholden. Ja, je bent des doods schuldig maar je raakt niet alleen de straf kwijt, nee, het wordt gerekend alsof je dat kwaad nooit had gedaan maar integendeel juist het goede! In de Bijbel verwijst het woord genade altijd naar de liefdevolle vergeving door het offer van Christus. Naar herstel van de verhouding met de Here doordat Christus de schuld op zich nam. En genade kan dan ook de betekenis krijgen van het schenken van al Gods weldaden aan de zijnen.
Voorbeelden? In Numeri 11: 11 vraagt Mozes aan de Here, als het volk Israël woedend is omdat er geen vlees is: “Waarom heb ik geen genade gevonden in uw ogen?” (NV1951). Dat is een zware beschuldiging in de richting van de Here. Eigenlijk zegt Mozes: waarom wilt U mij mijn schuld aanrekenen, waarom onthoudt u mij uw weldaden, waarom wilt U mij doden? In de NBV luidt de tekst: “Waarom doet u uw dienaar dit aan?” Nu kun je de woorden van Mozes zo samenvatten. Maar het stáát er niet. Het is een interpretatie. En het is een heel stuk armer omdat de verwijzing naar Gods genade weg is. Een ander voorbeeld is Jeremia 31: 2: “Zo zegt de HERE: Het volk der ontkomenen aan het zwaard vond genade in de woestijn, …. “ (NV1951) Maar in de NBV lezen we: “Dit zegt de HEER: In de woestijn kreeg ik Israël lief, het volk dat aan vernietiging ontkomen was,….” De verwijzing naar dé verlossing is verdwenen. Voor alle duidelijkheid: ook in de Statenvertaling vinden we op beide plaatsen wel het woord genade. (En let u ook vast eens op het gebruik van hoofdletters in de teksten van de NBV, we hopen daar later nog op terug te komen).
Overigens wordt op veel andere Bijbelplaatsen het woord genade nog wel gebruikt in de NBV; we willen niet de indruk wekken dat het woord helemaal verdwenen is.
Maar veel andere woorden met een rijke inhoud zijn wèl verdwenen uit de NBV. Een van onze bronnen noemde het volgende rijtje, gebaseerd op een snelle steekproef: goedertieren, goedertierenheid, heerlijkheid, heil, ongerechtigheid, welbehagen, zalig en zaligheid. Blijkbaar zijn deze termen “archaïsch”, verouderd. Of ze hinderen mensen die niet zo in de Bijbel thuis zijn in een goed begrijpen van de Bijbel. In het eerste deel van “Werk in uitvoering”, waarin proeven van de NBV werden vrijgegeven, lazen we dat veel woorden en begrippen bepaald zijn door traditie. Tja, als dat het oordeel is, dan kun je inderdaad gemakkelijk zulke woorden laten vervallen.
Denken en begrijpen
De meeste mensen denken in taal. We staan daar meestal niet bij stil. Maar het is een gegeven. Mensen die minder in taal denken en meer in beelden hebben vaak veel problemen bij het leren. Denken verloopt in taal. Om allerlei dingen en gebeurtenissen te kunnen begrijpen, om er over na te kunnen denken, heeft een mens taal nodig. Zonder taal zijn veel zaken niet te begrijpen. Hoe groter de woordenschat, hoe beter, hoe abstracter ook, kunnen mensen denken, begrijpen, uitleggen. Als er woorden verdwijnen en er komt niet een echt vervangend woord voor in de plaats, dan zal op de duur ook de zaak die door het woord wordt aangeduid, verdwijnen. Of op z’n minst aan inhoud en betekenis verliezen. (Kent u het boek “1984” van George Orwell? Hoewel een roman, is het heel leerzaam op dit gebied. Ook fervente communisten hebben zich in het verleden met dit soort zaken beziggehouden. Ze wisten heel goed: als je de taal verandert, verander je het denken van de mensen). Veranderingen in de taal kunnen er toe leiden dat uiteindelijk mensen anders gaan denken. De ontwikkeling van het Nederlands heeft er toe geleid dat veel Bijbelse woorden, die deel uitmaken van de woordenschat waarmee we ons geloof inhoud geven, ouderwets zijn geworden. Een Bijbelvertaling die aan die ontwikkeling tegemoet komt, doet mee aan die verarming. De rijkdom van het geloof wordt aangetast als mensen hun geloof baseren op zo’n vertaling, zo zijn wij van mening. Het geloofsdenken wordt aangetast. Wil je getrouw Gods Woord weergeven, dan zul je er niet aan ontkomen toch een aantal van die, door de moderne mens tot archaïsch verklaarde woorden, te handhaven. En dat is niet erg. Bijbellezen kun je leren. Wie meent dat de mens van tegenwoordig, de jéugd van tegenwoordig, dat niet meer kan, zit er volkomen naast. De vraag is of de mens van vandaag nog wìl leren.
En bij dit alles moeten we ons goed realiseren dat er één is die heel graag wil dat ons denken over God verduisterd wordt. Eén die heel graag wil dat we de woorden voor ons geloof niet meer tot onze beschikking hebben. De satan maakt graag gebruik van de degeneratie van heel de schepping, van de cultuur van de mensheid, van de taal ook.
Vervreemd van God
En dat brengt ons op het gegeven dat onze wereld steeds meer vervreemdt van God. We leven in de eindtijd. Op weg naar het einde van alle “oude” dingen. De vervreemding van God heeft grote vormen aangenomen. We zien het dag aan dag om ons heen. De mens van vandaag erkent God niet als zijn Here. Hij gelooft niet. Hij staat niet open voor het Woord van God. Ja, en dan wordt het heel moeilijk. Wie een Bijbelvertaling wil maken die geschikt is om begrepen te worden door de moderne mens, een vertaling, zo aangepast dat de moderne mens, die volop in de hedendaagse cultuur staat, door het Woord wordt aangesproken, die wil eigenlijk iets onmogelijks. Het Woord van God geschikt maken voor de van God vervreemden? Voor hen die helemaal geen “antenne” meer hebben voor dat Woord? Voor hen die het niet kunnen vatten? Dan kan het toch niet anders of er moet van dat Woord veel verloren gaan?
En aan de andere kant: het geloof wordt gewerkt door de Geest. Wanneer een mens uitverkoren is, dan zal de Heilige Geest hem of haar brengen tot geloof. Ook met een Bijbel met zgn. ouderwetse en onbegrijpelijke woorden en zinnen. Trouwens, voor een goed begrip van de Bijbel moeten we toch allemaal studeren? En zonder geloof kan toch niemand van ons Gods Woord begrijpen?
Zonder geloof zal Gods Woord altíjd “vreemd” blijven.
We zijn van mening dat de NBV, door het streven naar een vertaling in hedendaags Nederlands belangrijker te maken dan behoud van geloofstaal, en door zulke taal te kiezen dat woorden en begrippen verloren gaan, het Woord van God niet trouw weergeeft en de vervreemding van God in onze wereld in de kaart speelt.
In een volgend artikel hopen we onze serie over de NBV te vervolgen.
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)