Om aan te sluiten bij deze discussie, heb ik hieronder een citaat van ds. L. Huisman van de Gereformeerde Gemeenten.
Het komt uit een preek over Rom. 8:3-4, die in de bundel
Wet en Evangelie is opgenomen. (
http://www.dshuisman.nl):
"Hoe komt het toch, geliefden, dat velen onder ons week aan week zo trouw onder de prediking van het evangelie komen en toch nog ongelovige mensen zijn, vervreemd van de gerechtigheid, die redt van de dood? Velen zijn door onderwijs en prediking zo ver gebracht, dat ze toch begeren bekeerd te worden; begeren om zalig te mogen worde. Zo zijn er velen die leven met de bede in hun hart: Heere, opent U toch Uw Woord en open toch mijn hart, laat me niet verdwalen, grijp me toch vast, houdt me toch staande, bekeer me toch tot U!
Hoe komt het toch dat we jaar na jaar zo onder de prediking van het Woord komen en dan nog, tot op dit ogenblik, onbekeerd zijn? Ach geliefden, ik zal u niet lang ophouden, ik zal het u aanstonds zeggen. U begint altijd bij het verkeerde eind; u denkt namelijk zo: als u uw verlorenheid enigszins ziet en het Woord van God gelooft dat u zonder wedergeboorte het Koninkrijk der hemelen niet kan binnengaan, dan verontrust dat uw geweten. En met uw verontrust geweten staat u op in eigen kracht en u probeert uw leven te verbeteren; u probeert ernstiger te leven; u probeert meer de zonde tegen te staan; u probeert hartelijker te bidden; u neemt u voor indringender uw hart na te speuren om het kwade te weren en het goede te doen. En zo bent u jaar en dag bezig. Op het laatst wordt u er moedeloos van en zegt u: er komt toch niets van terecht, ik heb al zolang gebeden en ik heb al zo dikwijls geschreeuwd en ik heb de Heere al zo dikwijls gesmeekt om bekering, jaar en dag. God wil mij toch niet hebben. lk zal er wel niet bij horen; ik zal wel voor eeuwig verdoemd zijn. U laat de moed zinken, u houdt u nog wel een beetje aan de sleurdienst, u wilt nog niet breken voor uw vrouw en voor uw kind, voor uw man, maar diep in uw hart hebt u afscheid genomen van God.
En hoe komt dit nu? Waarom wandelt u op deze ellendige weg die naar de eeuwige duisternis leidt? Wel, het komt doordat u de zaken verkeerd ziet en u radikaal aan de verkeerde kant staat en dat u alles wat u doet met een verkeerd oogmerk doet. In plaats dat u, wanneer uw geweten u beschuldigt en wanneer u de verlorenheid van uw leven, de radicale mislukking van uw bestaan ziet, zoekt naar een gerechtigheid die hoger is dan de gerechtigheid van uw werken, zoekt naar de gemeenschap van de Heere Jezus Christus, uw eigen gerechtigheid zoekt op te richten door de werken van de wet. En nu kunt u daar natuurlijk goedkoop afkomen door te zeggen: ja, zo is een natuurlijk mens nu eenmaal. Nu, dan bent u er weer uit. We kunnen er ook goedkoop afkomen door te zeggen: ja, Jezus? Wat praat u mij van Jezus? Die is toch een verborgen Persoon voor onbekeerde mensen? Zo bent u er weer uit en zo kunt u toch weer rustig doorslapen en de schuld op God blijven werpen. Maar zo komt u niet klaar voor Gods aangezicht. U zou gelijk hebben als Jezus niet gekomen was. Jezus zegt: als Ik niet gekomen was en tot u gesproken had, dan zou u een verontschuldiging hebben voor uw ongeloof. Maar nu Ik gekomen ben, nu Ik mezelf aan u geopenbaard heb, nu Ik gezegd heb: Ik ben uw heil alleen! nu blijft er na de verwerping van Mij geen slachtoffer meer over voor de zonde. Onthoudt dat goed! Dan zult u straks te horen krijgen: dezen die niet gewild hebben dat Ik, Jezus, Koning over hen zij, werp ze uit in de buitenste duisternis. Omdat u niet gewild hebt, dat Ik dat deed, wat uzelf tot in eeuwigheid niet meer kunt. En daarom, buig uw hoofd, buig uw hart op deze dag en bid om de verlichting van Gods Geest, opdat u zich tot God bekeren mocht en eens bij het rechte eind zou mogen beginnen. Bij dat eind, waar Gods Geest zondaren brengt. Om daar te beginnen en daar de genade te mogen verkrijgen, die redt van de dood."