Berichtdoor Zareb » 10 dec 2004 17:28
Antwoord van de minister in Kamercommissie
Vraag van Volksvertegenwoordiger Annelies Storms (Spirit) aan de minister van Volksgezondheid over "het overleg tussen het Rode Kruis en holebiverenigingen over homo's als bloeddonor"
Annelies Storms: Mijnheer de voorzitter, ik stelde de minister de afgelopen maanden reeds verschillende keren een vraag over de kritiek die de holebi-beweging had gegeven over het feit dat het Rode Kruis weigert om mannen bloed te laten geven als zij verklaren dat zij sedert 1977 seksueel contact hebben gehad met een of meer mannen. Ten gevolge van deze kritiek kwam er een overleg tot stand tussen het Rode Kruis, de holebi-verenigingen, mensen van uw kabinet en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. In de Artsenkrant van 22 oktober stond dat het overleg tot een compromis heeft geleid. De donorformulieren zullen worden aangepast. Het onderdeel waar wordt gepeild naar het risicogedrag zou anders worden geformuleerd. Vanaf dan zou er ook op vaste tijdstippen overleg komen met de holebi-beweging.
Mijnheer de minister, ik had hierover graag meer uitleg gekregen. Tot welke concrete resultaten heeft het overleg geleid? Op welke manier zullen de donorformulieren worden aangepast? Wat zal er concreet aan veranderen? Zal er nog een verder overleg zijn met de vertegenwoordigers van de holebi-beweging en waarover zal dat gaan? In het artikel in de Artsenkrant staat ook te lezen dat homo's als risicogroep uitgesloten blijven als donor. In antwoord op een eerdere vraag van mij hebt u duidelijk gezegd dat de selectie van bloeddonoren alleen mag gebeuren op basis van individueel gedrag en niet op basis van het criterium "behoren tot een bepaalde groep". Welke initiatieven zult u nemen om de donorselectie in de toekomst daadwerkelijk te laten afhangen van het individuele seksuele gedrag, zodat mannen die sedert 1977 een eenmalig seksueel contact hebben gehad met een andere man voor de rest van hun leven niet als bloeddonor worden uitgesloten?
Voorts heb ik vernomen dat de European Blood Alliance, dat is een Europese koepelorganisatie van verenigingen of instellingen die instaan voor bloedinzameling, tijdens haar congres van oktober 2004 een werkgroep heeft opgericht die zich specifiek buigt over de problematiek van homo's als bloedgever. Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van deze werkgroep? Zult u in de toekomst rekening houden met de aanbevelingen van deze werkgroep? Hebt u ook een zicht op de timing van deze werkgroep? Ik wil de minister alvast bedanken voor zijn antwoord.
Minister Rudy Demotte: Mevrouw Storms, de gesprekken zijn constructief verlopen. Ik kan zeggen dat het professionalisme van het Kenniscentrum zowel inzake de inhoud als inzake het voorzitterschap van de besprekingen van een zeer hoog niveau was.
De bespreking heeft geleid tot drie resultaten.
- Het eerste resultaat is een beter inzicht bij de vertegenwoordigers van de holebiverenigingen omtrent de objectieve door het Rode Kruis ingenomen standpunten.
- Het tweede resultaat is een beter inzicht bij het Rode Kruis omtrent de gevoeligheden bij de holebi-verenigingen over de perceptie van deze maatregel in de maatschappij. Het Rode Kruis bevestigt formeel dat deze maatregel geen uiting van discriminatie is en dat de steun van de holebi-verenigingen noodzakelijk is om te voorkomen dat liegen op de medische vragenlijst aanvaardbaar zou worden, hetgeen tot het tegenovergestelde resultaat zou leiden van hetgeen wij wensten en wensen.
- Het derde resultaat is dat er concreet werd afgesproken de frasering van de medische vragenlijst aan te passen in overleg met experts van het Kenniscentrum en van de holebi-verenigingen en om een folder uit te geven met nadere toelichting van de gevolgde selectiecriteria. Er werd eveneens afgesproken om periodiek - om de twee tot drie jaar - bijeen te komen teneinde het standpunt te evalueren in het licht van de meest recente wetenschappelijke data.
De European Blood Alliance bestaat uit twee vertegenwoordigers van de diensten voor het bloed per land en dit voor de lidstaten van de Europese Unie. Voor België maken de professoren Sondag en Vandekerckhove deel uit van de EBA. Een werkgroep werd samengesteld die zal worden voorgezeten door de heer Cees van der Poel uit Nederland die een groot expert terzake is. Professor Vandekerckhove maakt deel uit van deze werkgroep.
Ten slotte, gezien de noodzakelijke voorbereiding en de fysieke afstand tussen de verschillende leden vermoed ik dat de resultaten enige tijd op zich zullen laten wachten. Ik kijk uiteraard met interesse uit naar de aanbevelingen van deze werkgroep om ze zodra ze in mijn bezit zijn grondig te kunnen bestuderen en de passende conclusies eruit te kunnen trekken.
Annelies Storms: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het stemt mij net als u heel tevreden dat het overleg zeer constructief is geweest en dat het de holebiverenigingen en het Rode Kruis dichter bij elkaar heeft gebracht.
Als ik het goed begrepen heb, blijft de uitsluitingsgrond die bepaalt dat mannen die sedert 1977 seks hebben gehad met andere mannen nooit bloed mogen geven bestaan, maar wordt daar wel meer uitleg over verstrekt op de formulieren. Heb ik dat juist begrepen?
Minister Rudy Demotte: Ja. U hebt dat juist begrepen. Het is bewezen dat dit een objectieve risicogroep is. Er worden nu meer inlichtingen daarrond gegeven. Men gaat natuurlijk de verschillende criteria nog herevalueren indien het nodig is ten opzichte van de evolutie van de verschillende wetenschappelijke bronnen. Men heeft ook beslist om de fraseologie te veranderen wat betreft de vragen die gesteld worden in de verschillende formulieren.
Annelies Storms: Ik betreur wel dat die zeer absolute uitsluitingsgrond blijft bestaan maar anderzijds heb ik natuurlijk wel voldoende vertrouwen in de deskundigheid van het Rode Kruis om te weten waarom ze dat doen. Wat mij wel verheugt is dat als er nieuwe wetenschappelijke evoluties zijn, ik denk bijvoorbeeld aan een bloedtest die veel sneller een besmetting met hiv kan vaststellen, de criteria opnieuw zullen worden bekeken. Dat mag ik daar toch uit besluiten? Goed, dank u.