Jas,
'k had al zo'n vaag vermoeden dat jij nu zou zeggen dat ik precies hetzelfde zeg als jij
Ik heb er zojuist even aan getwijfeld of ik onderstaande tekst die ik tegenkwam zou overnemen, maar bij nader inzien doe ik het toch wel. Je zegt dat wat ik zeg niet de leer van de GGiN is... Onlangs heb ik gezegd dat ik alles ds-sen er buiten wil houden, maar aangezien Kuyper ook ten tonele verschijnt, kan ik dat ook een keer doen... 'k Ga nu een dominee citeren die bij enkelen omstreden is, maar bij de GGiN niet. Zijn cathechismus wordt (jazeker, ongewijzigd) nog steeds gelezen in de GGiN-kerken. Ds Kersten schreef in het kader van de rechtvaardigmaking:
"De rechtvaardigmaking vóór het geloof nu is:
a van eeuwigheid, in de besluiten Gods en
b in de opstanding van Christus.
Zo getuigt ook Paulus van de genade, die de uitverkorenen is gegeven in Christus Jezus. vóór de tijden der eeuwen. Maar moet deze rechtvaardigmaking van eeuwigheid en in de opstanding van Christus, niet in de tijd worden toegepast? ja, gewisselijk; want zonder de toepassing van Christus en Zijn gerechtigheid, zijn ook de uitverkorenen, gelijk alle mensen, doemwaardig voor God. Mitsdien is elk ter zaligheid de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar. Wie zich op de rechtvaardigmaking van eeuwigheid en de opstanding van Christus beroept, zonder de rechtvaardigmaking door het geloof deelachtig te zijn, bedriegt zichzelf en loochent de leer der Schriften, die ons zegt dat de zondaar uit of door het geloof gerechtvaardigd wordt.
Wij houden dus staande dat er een rechtvaardigmaking is vóór het geloof, maar eveneens dat de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar is. Deze stelt ons in een verzoende betrekking met God. Want toch de rechtvaardigmaking door het geloof is meer dan een zich bewust worden, dat wij eigenlijk al waren gerechtvaardigd. O, het is iets heel anders, want niemand is rechtvaardig. In de rechtvaardigmaking door het geloof is een staatsverwisseling. De uitverkoren zondaar gaat daarin uit de staat der verdoemenis over in de staat der verzoening met God. Hij wordt vrijgesproken van schuld en straf en ontvangt een recht ten eeuwigen leven. "
Ik citeer hier slechts een deel van zijn verklaring. Desgewenst neem ik de rest ook nog over. Kersten zegt dus ook heel duidelijk dat alleen het besluit onvoldoende is; toch noemt hij het al rechtvaardigmaking.
Over het besluit van eeuwigheid waren we het al samen eens, over dat er een toepassing moet zijn ook. Zelfs Kersten (zijn preken zijn geliefd in de GGiN) verklaart hetzelfde... Waar zit het manco bij de GGiN dan wel volgens jou? Alleen in het feit dat het besluit in de eeuwigheid al de omschrijving 'rechtvaardiging' meekrijgt?
Wat jij zegt over die bijzondere openbaring die een gelovige krijgt als verzekering, dat herken ik niet. 'k Ken niet alle GGiN-gemeentes, 'k weet niet hoe men overal met dezelfde feiten omgaat, maar ik herken die verplichte 'bijzondere openbaring' gewoon niet. 'k Weet ook niet goed waar je daarmee naartoe wilt.
"... bekommerde mensen, waar God dan op grond van die eeuwige rechtvaardigmaking een begin van de bekering meer gemaakt heeft, die jaren voortsukkelen..." Wat bedoel je daarmee? Zoals jij dit schrijft lijkt het net of de mens het zelf heeft bepaald dat hij één van die van eeuwigheid gerechtvaardigden is en dat hij daarom wacht op een rechtvaardiging in de tijd... Die mens zal dan toch eerst door God moeten zijn stilgezet, dat is niet zomaar iets vaags...
Jas, geloof me, àls God een zondaar bekeert (dus de verandering op een bepaald moment in de tijd), gaat dat echt niet buiten het weten van die zondaar om. Als God overkomt is die zondaar zich dat zeker bewust. Dat daarna de aanvallen van de duivel des te meer en des te harder zijn, ja, dat geloof ook wel. En dat daar een 'zuchten en steunen' zoals jij dat noemt uit voort komt, ja, daar kan ik inkomen. Die zondaar wordt zich steeds meer bewust van z'n eigen ellende... Maar toch zullen er momenten zijn dat hij weet Wie zijn Verlosser is...
Vrouwen denken anders... maar niet dommer...