Bij de tegenstanders zijn 2 dingen favoriet geloof ik:
Ten eerste
Het 2e gebod:
Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is.
De kanttekeningen zeggen al duidijk hierbij dat het maken van het beeld verboden wordt als het bedoeld is om goddelijke eer toe te kennen.
Het argument is denk ik ongegrond, immers willen wij een afbeelding maken van Jezus in Zijn menselijke natuur, en hebben niet op het oog ok de beeltenis goddelijke eer toe te kennen.
Ten tweede
Aangehaald wordt dat Jezus 2 naturen had, een menselijke en een Goddelijke. Dat deze onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn.
In die tijd waren er volgens mij nog niet echt kunstschilders enzo. Daarom werden er beelden van mensen gemaakt. Als iemand iets wilde beschrijven kon hij soms schilderen met zijn woorden. Later is men het echt uit gaan tekenen, en werd dat schilderen met woorden wat minder.
Echter lezen we diverse keren dat er een beeld geschetst wordt in de preek van de Heere Jezus. Denk aan het huis op de steenrots of de weduwe die haar penning offerde. Het waren beelden die herhenbaar overkwamen.
Later hebben de apostelen over de daden van de Heere Jezus gesproken, en zullen zij hem met hun woorden hebben getekend.
Nu heden ten dage schilderen en tekenen we nog steeds. Met woorden maar ook met pen en papier. We kunnen een beeld schetsen tijdens een vertelling dat de Heere Jezus midden in een schare mensen stond, en iedereen aan zijn lippen hing. Dat kunnen we met woorden tekenen, maar ook met potlood/pen en papier. Dan tekenen we eigenlijk hetzelfde als we in onze gedachten hebben tijdens de vertelling.
Nadeel wat hieraan kleeft is dat de verbeelding niet meer hoeft te werken, en je in één keer de schets te zien krijg.
Uit bovenstaande is volgens mij duidelijk gemaakt dat het tekenen niet meer is van het zwart op wit zetten wat allang in je gedachten gevormd is.
Het lijkt me duidelijk dat hier niets op tegen kan zijn.
Ten derde
Ieder goed referaat heeft 3 punten heb ik wel eens gehoord. Dus vandaar.
Voorgaande twee argumenten zijn weerlegd. Graag nu de tegenpartij om te vertellen hoe ze er over denken.