Vertrouwen
door Marnix
“Vertrouwen” is een sleutelwoord in de laatste miljoenennota. Wie prinsjesdag een beetje heeft gevolgd zal dit woord heel wat keren hebben gehoord. Ook in de bijbel is vertrouwen een sleutelwoord.
In de Christian City Church hoorde ik laatst iemand vertellen over Mattheüs 6. Als je dit hoort lijkt het alsof we als christenen voedsel en kleding niet zo belangrijk moeten vinden. God is veel belangrijker dan die primaire levensbehoeften, daar moeten we ons dus druk om maken. Als je goed leest merk je echter dat dit niet het geval is. Jezus vertelt dat we éérst Gods koninkrijk moeten zoeken en dat we al die andere dingen vervolgens van Hem krijgen. Omdat God weet dat die dingen belangrijk voor ons zijn.
Een vierjarig jongetje woont op een boerderij. Zijn vader heeft hem vertelt hoe belangrijk graan voor hen is. Van dat graan maken ze thuis het brood wat hij dagelijks eet. Wat over blijft verkopen ze zodat ze andere dingen kunnen kopen. Afgelopen jaar had het weinig geregend waardoor er niet zoveel was. De maaltijden waren daardoor soberder en ze gingen minder vaak leuke dingen doen. Op een dag roept zijn vader hem: “Ga je mee?” Het jongetje volgt vader en ziet tot zijn blijdschap 25 zakken vol graan in de schuur staan. “Gelukkig” denkt hij, “er is nog een hoop over.” Vader neemt een zak op zijn schouder en loopt naar het land. Vol verbazing ziet hij hoe zijn vader het graan op de grond begint te gooien. Hij begrijpt er niets van, al dat kostbare graan wordt zomaar weggegooid, juist nu ze het zo hard nodig hebben. “Papa”, vraagt hij, “waarom gooi je het graan weg?” Zijn vader antwoord: “Omdat er dan nieuw graan kan groeien, dan kunnen we volgens jaar weer eten.” Aan het eind van de dag zijn alle zakken leeg.
Jezus gebruikt regelmatig het beeld van een zaaiende boer. Het lijkt vreemd, je gooit iets weg zonder te weten of je er wel wat voor terugkrijgt. We lezen in het oude testament dat God als offer niet zomaar een gedeelte van de opbrengst van veeteelt en landbouw vroeg. Hij vroeg ook om de eerstgeborenen onder de dieren en het eerste van de opbrengst van het land. Dat was niet zonder reden, God vraagt namelijk om het vertrouwen van mensen. De mensen gaven het eerste van wat ze ontvingen en moesten maar afwachten of er meer zou komen. Dat vroeg van hen vertrouwen in God.
In het begin van de bijbel komt al naar voren hoe belangrijk God dit vindt. Landbouwer Kaïn offert God een deel van zijn oogst. Schaapherder Abel brengt ook een offer, hij geeft God zijn eerstgeboren schapen. Het offer van Abel was goed in Gods ogen, aan het offer van Kaïn gaf God geen aandacht. Abraham vertrouwde God, verliet zijn land en familie in het vertrouwen dat God hem zou zegenen. De onvruchtbare Hanna beloofde God dat als Hij haar een zoon zou geven, ze hem aan de Heer zou afstaan. Toen ze een zoon kreeg moest ze Hem naar de tabernakel, Gods huis, brengen en daar achterlaten. Maar God zegende haar om haar vertrouwen en gaf haar nog vijf kinderen.
God vraagt dus om vertrouwen, nu nog steeds. Hebben wij dat? Hoe gaan we daar mee om? Ik denk dat we vaak geneigd zijn om alles eerst eens even aan te zien. We kijken aan het eind van de maand wat er over is en misschien willen we dan nog wel wat afstaan aan een goed doel. Eerst zorgen dat we zelf niet tekort komen voor we geld willen investeren in Gods koninkrijk. Daar is weinig vertrouwen voor nodig. Hebben wij het vertrouwen in Hem om als we ons salaris binnenkrijgen daar eerst een gedeelte van weg te zetten voor Hem? Jezus zegt: Zoek eerst Gods koninkrijk en alles wat je nodig hebt zal Hij je dan geven. Als God je belangrijkste levensbehoefte is zal Hij je al die andere dingen die voor je dagelijks leven belangrijk zijn ook geven! Want wie op Hem vertrouwen heeft Hij nog nooit teleurgesteld.
Al zaait een mens onder tranen,
Hij zal oogsten in vreugde;
Al gaat hij in droefheid voort
Met de zaaikorf aan de heup
Zingend komt hij van het land
Met zijn armen vol schoven
(Psalm 126:5,6)