alex leusink schreef:Ik vind dat jullie op moeten houden met het bekritiseren van dingen die iemand niet concreet zegt, want dat is het in feite. Dat Romeinen 7 een overwinningslied is, betekent nog niet dat er geen teksten in staan die gaan over de verdorvenheid van de mens.
In de opmerking van Caprice wordt Romeinen 7 aangehaald als onderbouwing voor het feit dat een mens aan zijn eind moet komen, dat is simpelweg onjuist, want in Romeinen 7 geeft Paulus weer dat hij nog steeds een zondig mens is. Dat het goede wat hij zo graag wil doen (dat kan je alleen maar willen als je wedergeboren bent), toch niet doet maar dat het kwade hem bij staat. Hij loopt tegen het feit aan dat die oude mens nog leeft in hem.
Ik noemde overigens het laatste deel van Romeinen 8 een overwinningslied.
Dus als je wilt zeggen dat het doorleven van je ellende en het onvruchtbaar zijn van jezelf iets is wat je nooit kwijt zal raken, zeg ik: absoluut! Lees Romeinen 7 er op na! Maar roem dan ook in Christus net als Paulus in Romeinen 8 doet!
Ik wil aanraden te lezen wat Brakel schrijft over de wedergeboorte (
klik hier). Uiteraard hebben we aan de bijbel genoeg, maar we zijn helaas niet allemaal theologen. Brakel heeft daarentegen een boek geschreven over dogmatische zaken met de juiste pastorale inslag. Schriftuurlijk en ruim. Prachtig gewoon! Enkele kernpunten zijn de 5 manieren van wedergeboorte (blz 5/6). Daarnaast de volgende opmerking, die erg relevant is in deze topic:
Zo iemand mij vraagt: waaraan bij zijn eerste begin van wedergeboorte zal kennen?
Ik antwoord: van de eerste daad des geloofs.
Vraagt men verder: wanneer men de eerste daad des geloofs oefent, en of men de tijd niet moet of kan weten?
Ik antwoord: men behoeft die tijd niet te weten, en men kan hem ook niet vast weten. Begint men van de eerste heftige overtuiging, men had toen, naar alle waarschijnlijkheid, het geloof nog niet; begint men het geloof van de eerste daad des geloofs, die men met bewustzijn en bijzondere hartelijkheid deed, zo rekent men te laat, want naar alle waarschijnlijkheid had men het geloof al te voren; zodat ik acht, dat men de nette tijd van het begin des geloofs en der wedergeboorte niet of zeer zelden weten kan. Ook is het niet nodig zulks te weten, 't is genoeg, als men op goede gronden uit het Woord Gods en uit goede kennis van zijn hart en daden besluiten kan, dat men gelooft en wedergeboren is.