Vraag: Ik heb me opgegeven voor belijdenis volgend jaar. Ik ben dankbaar en blij dat ik Jezus mag kennen als mijn Redder. Ik kan haast niet blijven zitten als het Heilig avondmaal is, ik verlang er naar om daar ook bij te mogen zijn. Dat is ook deels mijn reden om belijdenis te doen. Ik zit in de Gereformeerde Gemeente. Ik ben 16 jaar en krijg daardoor ook reacties van, “je ben nog wel jong”. Of, ”heb je er wel goed over nagedacht, sta je wel overal achter in de Ger. Gem? Deze reacties krijg ik van andere jongeren. Maar als ik belijdenis doe, doe ik dat voor God en niet voor de kerk. Natuurlijk vind ik het fijn om bij een kerk te mogen horen. Maar het is bij mij niet speciaal de Ger. Gem. En sommige punten vind ik echt wel nadelig. Maar kan ik daardoor dan beter geen belijdenis doen? Ik denk van niet. Ik geloof in Jezus Christus en houdt van al de kinderen van God. Maak niet uit van wat voor kerk of wat ook. Maar vindt u dat ook een bezwaar dat ik sommige dingen nadelig vindt aan de Ger. Gem.(niet de leer hoor)? Ik wil juist laten zien aan andere mensen en jongeren dat belijdenis doen e.d. geen gewoonte moet zijn in je leven. Ik wil graag laten zien wat het is om Jezus Christus te dienen met heel je hart. Want dat is iets wat niet te omschrijven is!
Samenvatting:
Deze vraagsteller getuigd openlijk van zijn/haar geloof in Jezus Christus en geeft aan moeite te hebben met belijdenis doen, alleen voor de kerk. Het moet niet een gewoonte zijn. Omdat deze vraagsteller moeite heeft met de wijze van hoe er belijdenis gedaan wordt in de GerGem, vraagt hij/zij wat nu te doen.
Dan komt het volgende antwoord van de dominee:
Antwoord: Beste vraagstel(ster)ler,
Deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. Ik ken je persoonlijk niet, ben uiteraard geen hartekenner en weet ook de inhoud niet van de bezwaren, die je tegen het kerkverband hebt. Belijdenis doen is ook een toegang vragen tot het Heilig Avondmaal. Je verlangt ernaar daaraan deel te nemen. Daarvoor is zelfbeproeving nodig. Daar behoort bij het kennen van de Heere Jezus, zoals je zelf schrijft. Maar daar hoort ook Godskennis en zelfkennis bij. Deze facetten klinken niet door in je uitspraken. Maar ze zijn ook zeer wezenlijk. Er behoort daarin een zekere harmonie te zijn, die in het Formulier duidelijk genoemd wordt en ook in onze Catechismus op grond van Gods Woord. Vandaar de zelfbeproeving. Daar is ook weer en zekere leeftijd voor nodig. Vandaar waarschijnlijk de gemaakte opmerkingen.
Weliswaar doe je belijdenis van het geloof, maar dat doe je wel in een bepaald kerkverband. Met de belofte je daar bij te voegen en te blijven. Je kunt deze zaken niet los te maken van elkaar.
Van harte gun ik je een leven in de nabijheid van de Heere, waarin de oprechte vreze des Heeren tot uiting komt. Maar dat leven kent meer facetten, dan je in je schrijven noemt en toch onmisbaar zijn. Vraag de Heere veel om onderwijs.
Met vriendelijke groet, ds. H. Paul
Samenvatting
Het is fijn dat de ds. begint met het feit deze vragensteller niet te kennen en geen hartekenner is, maar vervolgens ontpopt deze predikant zich wel als iemand, die kan vertellen dat de Godskennis en zelfkennis ontbreekt. Vervolgens redeneert deze predikant verder op deze vooronderstelling en wijt hij het gebrek aan zelfkennis aan de jonge leeftijd van de vragensteller. Het leven met God kent meer facetten dan de schrijvensteller noemt.
Je moet je blijkbaar eerst verdedigen waarom je belijdenis wilt doen en een kind van God bent, door je hele "ellende kennis" te deponeren, wil je krediet krijgen. Dit is hier toch helemaal niet aan de orde? En de dominee geeft al helemaal geen antwoord op zijn/haar vraag ; m.i. een terechte vraag, van iemand die juist verder kijkt, dan de meeste belijdeniscatechesanten doen. Maar blijkbaar mag dat niet? Wat is jullie mening hierover?