hier een stuk uit een bijbelstudie over dit onderwerp. ik hoop dat het wat duidelijkheid verschaft.
Het is zeer belangrijk dat er orde en een harmonieus verloop is van de samenkomsten. God is een God van vrede. Niet van wanorde of ongeregeldheden. De gelovigen moeten de gaven die hij/zij ontvangen heeft van God gebruiken in harmonie. Een ieder op zijn beurt en gericht tot opbouwing. Zie vers 33.
In de gemeente van Korinthe was kennelijk geen sprake van orde. Misschien was er wel veel onenigheid onder elkaar. Misschien vielen de broeders en zusters elkaar af, zodat er ruzie onder elkaar ontstond. Dit alles breekt de gemeente af. Paulus had behoefte om hier duidelijk een standpunt in te nemen. Daarom sprak hij ook de zusters aan. Kennelijk waren zij diegene die onrust brachten. Misschien vielen zij juist hun eigen mannen aan en spraken zij hen tegen.
Dit kunnen we opmaken uit het volgende vers.
1Ko. 14:34 “Laten de vrouwen zwijgen in de gemeenten; want het is hun niet geoorloofd
te spreken, maar laten zij onderdanig zijn zoals ook de wet zegt”.
Zoals we dit nu lezen staat er dat de zusters moeten zwijgen. Door de arme woordenschat van de Nederlandse taal komen we niet te weten wat nu de eigenlijke bedoeling van dit vers is. Zelfs de Engelse vertaling komt niet goed uit hoe we dit vers moeten lezen.
Dit vers lijkt dus een tegenspraak op al de vorige verzen die we behandeld hebben.
Hoe staat het in het Grieks:
1008.6 4004.2
gunaikes sigatôsan
“De vrouwen van jullie in de gemeente moeten zwijgen; niet namelijk is het toegestaan [wordt het
4632.11
hupo-tassesthai
toegestaan] aan hen (te)spreken, maar zich (te) onderwerpen [zij moeten zich onderwerpen], zoals ook de wet zegt.”
Gunaikes is een vervoeging van het zelfstandig naamwoord gunê (woordwaarde = 1008).
Gunê betekent (getrouwde) vrouw. Zij staat tegenover de man (aner = (getrouwde) man) als huwelijkspartner, echtgenote of zelfs als zijn aanstaande echtgenote. De vrouw die onder de gezagsorde valt zoals beschreven in
1 Ko. 11:3. Mocht een vrouw niet getrouwd zijn, dan vervalt de zin: ‘de man het hoofd van de vrouw’. Zij valt dan direkt onder het gezag van Christus. (Voor deze ‘vrouw’ is geen aparte Grieks woord voor.) Dus als we in de Bijbel ‘vrouw’ lezen, dan wordt daar in de regel mee bedoeld de ‘getrouwde vrouw’.
Deze vervoeging komt meerdere keren in de Bijbel voor.
Sigatôsan is een vervoeging van het werkwoord sigaô. (woordwaarde = 4004).
Het betekent: 1. zwijgen
2. verzwijgen
Net zoals in het Nederlands kan het in het Grieks tweeledig worden opgevat: ‘niet spreken’ Lk. 9:36; 1Ko. 14:28,34 als ook ‘ophouden met spreken’ Lk. 18:39; Hd. 15:12,13; 1Ko.14:30. Hier moet dus uit de context blijken hoe dit vers uitgelegd moet worden. Zeker als we de tekst uit 1Tm. 2:11 erbij halen. Daar staat dat de vrouw zich moet “stilhouden”. “ Stilhouden” gaat minder ver dan “zwijgen”. Voor verdere uitleg verwijs ik naar de uitleg onder aan dit vers.
Hupo-tassesthai is een vervoegsel van het werkwoord hupo-tassô (woordwaarde = 4632).
Hupo-tassô betekent: 1. plaatsen of schikken onder.
2. onderwerpen, gehoorzamen.
In de eerste verklaring gaat het meer om: het onderbrengen van iets of iemand onder een bepaalde catagorie.
De tweede betekenis geeft weer: iets of iemand onder zijn gezag of controle brengen.
Bijv. -De Here God heeft alle dingen aan Christus onderworpen. Zie 1 Ko. 15:27; Hb. 2:8
-Het gezag aanvaarden van de overheid. Zie Rm. 13:1; Tt. 3:1
-De wet van God. Zie Rm. 8:7
-Vrouwen aan hun eigen mannen. Zie Ef. 5:22; 1Pt. 3:1
-Slaven aan hun heer. Zie Tt. 2:9; 1Pt. 2:18
Op sommige plaatsen waar het gaat om het resultaat van het onderwerpen, komt de betekenis dicht bij het woord ‘gehoorzamen’. Zie Rm. 10:3; Jk. 4:7; 1 Pt. 2:13; 5:5.
In de betekenis van het woord ‘vrouwen’ hebben we al gezien, dat het woord van toepassing is op de getrouwde vrouw.
Het bijbel commentaar van dit vers zegt dat Paulus vooral bedoeld die vrouwen die zich inmengden in de discussies rond de toetsing van de geestelijke gaven. Of de profeten in de reden vielen tijdens hun toespraken. Ook wordt er gezegd dat de vrouwen geen gezaghebbend onderwijs mogen geven.
Zwijgen moeten we dus zien, dat de vrouwen wel mogen spreken, maar dat zij stil moeten zijn zodra er op een ‘gezaghebbende’ manier ‘geleerd’ gaat worden. Dan moeten zij zich onderwerpen aan haar man. Dan moeten zij ‘zwijgen’, haar mond dicht houden. Dit gaat verder dan het ‘stil zijn’ in 1 Tm. 2:11. In dit vers betekent het meer ‘zich bescheiden op stellen, niet op de voorgrond treden’.
Kennelijk waren in deze gemeente vrouwen die zich ook verhieven boven hun eigen mannen.
In die tijd was het zo dat de vrouwen een afwachtende houding moesten aannemen.
In dit Bijbel commentaar wordt niet gezegd dat de vrouwen zich moesten onthouden aan het deelnemen van/in de diensten. (Dit zou ook weer in tegenspraak van de Bijbel zijn).
Dit vers eindigt met de woorden: “zoals ook de wet zegt”. Wat zegt de wet? Bij het nalezen van o.a. de volgende verzen Gn. 3:16; Ef. 5:22; Ko. 3:18; 1Tm. 2:12; 1Pt. 3:1-9, ben ik tot de conclusie gekomen, dat de ‘getrouwde’ vrouwen hun eigen mannen moeten eren, onderdanig zijn. Onderdanig zijn wil zeggen: gehoorzaam zijn, zich onder het gezag stellen van.
1Tm. 2:11,12 “Een vrouw moet zich stil, in alle onderdanigheid laten leren; maar ik sta aan
een vrouw niet toe dat zij leert of over een man heerst, maar zij moet stil zijn”.
Hoe staat dit in het Grieks:
1008.1 2050.3 2768.3 3432.11 4631
Gunê hêsuchiâi manthanetô pasêi hupotagêi
“(een) vrouw in stilte moet leren in alle ondergeschiktheid; aan (een) vrouw en (te) onderwijzen niet ik sta toe, en niet (te) heersen over (een/haar) man, maar (te ) zijn in stilte”.
Gunê heeft hier dezelfde betekenis als in 1Ko. 14:34 = vrouw. Maar dan in de situatie van huwelijks partner, echtgenote, aanstaande echtgenote.
Hêsuchiâi is een zelfstandig naamwoord en betekent: rust, stilte. Meer in de zin van: zich bescheiden opstellen, op de achtergrond houden. (Zie uitleg van 1Ko. 14:34. ‘zwijgen’ sigaô)
Manthanetô is een vervoegsel van het werkwoord manthanô (woordwaarde = 2768).
Het betekent: 1. –leren, in zijn geest opnemen, zich laten onderrichten, (in)formeel onderwijs,
praktijkervaringen (in de zin van leren uit de praktijk, stage lopen)
2. leren kennen, personen leren kennen
3. vernemen, informatie verwerven
De vervoeging die hier gebruikt wordt, wordt bedoeld als: ‘in de geest opnemen’; gebiedend onderwijs. De vrouw moet dit dus op een gepaste onderdanigheid/gehoorzaamheid aanvaarden.
Pasêi is een vervoegsel van het voornaamwoord ‘pas’ (woordwaarde = 3432).
Het betekent (ge)heel, alle.
‘Pas’ geeft aan een: volledigheid, totaliteit. Bij dit woord ligt de nadruk vooral op de collectiviteit. Bij ‘hekastos’ (woordwaarde = 1381) betekent ieder, elk, ligt de nadrukdruk juist op de afzonderlijkheid.
Hupotagêiis een vervoegsel van het zelfstandignaamwoord ‘hupotagê’ (woordwaarde = 4631).
Hupotagê betekent: 1.(het) onderwerpen, onderwerping. Gaat om de handerling van het onderwerpen
2.(het) onderworpen zijn, onderdanig. Het resultaat van het onderworpen zijn,
onderdanig
Op de vier plaatsen waar dit woord in het N.T. voorkomt, treffen we het aan in de tweede betekenis.
Net als in 1 Ko. 14:34 bedoeld Paulus in dit vers hetzelfde. Hij benadrukt als het ware nogmaals de positie van de ‘getrouwde’ vrouw en wat zij wel en niet mag doen. Tevens zegt hij nogmaals hoe haar houding moet zijn. Hoe de houding van de man moet zijn kom ik bij een andere bijbeltekst op terug.
(Mij is altijd geleerd, naar verwijzing van dit vers, dat alle zusters in de gemeentelijke diensten moeten zwijgen. Na bestudering van dit vers kom ik tot de conclusie, dat zusters in de gemeente deel mogen/moeten nemen, gezien de gave die de Heer hun gegeven heeft. Zij mogen dus bidden, een lied opgeven, een getuigenis geven. Alleen zij mogen de gemeente niet onderwijzen/leren in de zin van ‘gebiedend leren’. Dit heeft de Heer voorbehouden aan de man. Nergens in de schrift vinden we een tekst die bepaald, dat een zuster moet zwijgen. JORB)
Dat een zuster mag bidden in de gemeente, lezen we ook in 1 Ko. 11
----------------------------------------------------------------
het is een studie over gemeente opbouw, gaat ook oa over het hoofddeksel voor vrouwen en bestaat uit ongeveer 45 pagina's. wie het hebben wilt die mag een pb sturen.