Wat ik onlangs las (Klaus Berger):
had de verloren zoon eigenlijk wel 'zondebesef'? Of was hij vooral een calculerende burger? Uit Lukas wordt in de Statenvertaling niet duidelijk, of de zoon ook werkelijk meende wat hij zei.
Lukas 15:
14 En als hij het alles verteerd had, werd er een grote hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te lijden.
15 En hij ging heen, en voegde zich bij een van de burgers deszelven lands; en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden.
16 En hij begeerde zijn buik te vullen met den draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien.
17 En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoe vele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger!
18 Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u;
(mensen met kennis van de grondtekst?)