[/quote]John B schreef:Zoals anderen ook al hebben vermeld is Israël hier uitgebeeld. Een vijgenboom draagt tegelijkertijd vrucht als hij bladeren heeft. Deze boom heeft op een verkeerd tijdstip van het jaar wel bladeren, maar geen vruchten. Hier klopt dus iets niet. Israël suggereert iets te hebben wat er niet is. Daarom vervloekt Jezus Israël, het is een profetie die na de pinksterdag en de verwoesting van Jeruzalem definitief werkelijkheid werd. Echter de vijgenboom zal ook weer uitbotten.
Matthew Henry geeft in zijn bijbelverklaring aan dat Christus hier het volk van Israel bedoelde.Matthew Henry schreef:Dit was bedoeld als een beeld van oordeel dat over het Joodse volk komen zou, tot wie Hij gekomen was zoekende vrucht, maar vond ze nietsurfer schreef:Ik heb grote moeite met deze geschiedenis. Het vervloeken van een vijgeboom omdat er buiten het seizoen geen vruchten aanzitten, dat vind ik eerlijk gezegd nogal onredelijk.Matthew Henry schreef:Hij had gehoopt vruchten te vinden, want de tijd om vijgen te oogsten was nabij, maar het was te tijd der vijgen niet. Er was zelfs niet een vijg aan de boom te vinden, hoewel de boom zwaar in blad stond.
Het was dus bijna oogsttijd. Maar er waren zelfs geen onrijpe vruchten aan de boom. Dus wel binnen het seizoen.
Ik vindt de vergelijking met Israel vergezocht. Jezus refereert er niet aan, niet in Markus en niet in Mattheus (of ik zie iets over het hoofd). Zie ik niets over het hoofd, dan mag deze uitleg verwezen worden naar de categorie 'inlegkunde'.
Er was geen vijg te vinden omdat het de tijd niet was. Zo staat het weergegeven. Aan een appelboom vind je rond deze tijd van het jaar ook geen appels.
Het lijkt erop dat Jezus hier een nogal menselijk trekje vertoond, hij heeft honger, vindt geen vijgen en is daarom zo geirriteerd dat hij de boom vervloekt. Zo komt deze geschiedenis op mij over.
Daarna drijft hij de kooplieden uit de tempel. Deze geschiedenis staat meteen hierna weergegeven:
14 En Jezus, antwoordende, zeide tot denzelven: Niemand ete [enige] vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het.
15 En zij kwamen te Jeruzalem; en Jezus, in den tempel gegaan zijnde, begon degenen, die in den tempel verkochten en kochten, uit te drijven; en de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten, keerde Hij om;
16 En liet niet toe, dat iemand enig vat door den tempel droeg.
17 En Hij leerde, zeggende tot hen: Is er niet geschreven: Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden allen volken? Maar gij hebt dat [tot] een kuil der moordenaren gemaakt.
dat uitdrijven heb ik altijd een vreemde gebeurtenis gevonden. Het lijkt zo 'onJezusachtig'. Eigenlijk net zo vreemd als dat vervloeken van een vijgeboom.