Ongelukken, kernafval en de kosten zijn de 3 dingen die tegenstanders van kernenergie het vaakste noemen. Maar als je puur naar de feiten kijkt, dan zijn dat geen sterke argumenten.
1. Eerst de ongelukken: het enige ongeluk waarbij zeker dodelijke slachtoffers zijn gevallen, was die in Tsjernobyl. Dat was met een oud type reactor met een achterhaald ontwerp, waarbij degenen die de reactor bedienden ook nog eens grote fouten maakten.
De kernreactoren van de huidige generatie zijn vele malen veiliger en bovendien worden de nieuwste generatie reactoren (4e generatie) zo ontworpen dat een ongeluk zoals in Tsjernobyl eigenlijk compleet onmogelijk is. Als er iets misgaat, dan schakelen deze reactoren zichzelf uit zonder dat er menselijk handelen voor nodig is en zonder dat dit leidt tot een meltdown of een ontploffing.
2. V.w.b. het kernafval kunnen we een paar dingen zeggen:
- het is zeer klein van omvang. De kerncentrale in Borssele bijvoorbeeld levert ongeveer 1,5 kubieke meter hoogradioactief kernafval per jaar op. Dat is buitengewoon weinig als je bedenkt dat de centrale een enorme hoeveelheid energie produceert.
Hier een overzicht van al het Zwitserse kernafval van de afgelopen 45 jaar (4 kerncentrales): het past allemaal nog prima in 1 gebouw.
Bovendien zijn er
verschillende soorten kernafval, elk met een heel verschillende halfwaardetijd. Daarbij geldt dat hoe langer de halfwaardetijd is, hoe langer het dus radioactief blijft, maar ook hoe
lager de stralingsintensiteit is.
Feitelijk is het gevaarlijkste kernafval dus het afval dat relatief kort hoogradioactief is (zo'n 300 jaar). Je moet er gedurende deze tijd voorzichtig mee omgaan, maar je kunt die maatregelen dus ook eerder weer afschalen.
Daarbij kun je het afval dus opslaan, eerst bovengronds, maar als je er echt vanaf wilt ondergronds. In Finland hebben ze zo'n
opslag al bijna klaar en daar kun je het afval dus opslaan en heb je er nooit meer omkijken naar. Zelfs al zou de boel ondergronds gaan lekken, dan merk je er bovengronds helemaal niets van.
3. De kosten bij kernenergie: het probleem hierbij is vooral de aanschaf en bouw van kerncentrales. De bouw van een kerncentrale kost veel geld en bovendien hebben zulke bouwprojecten ook nog eens de neiging om langer te duren dan gepland en dus ook duurder uit te vallen.
Als je dit voegt bij het feit dat de politiek vaak niet erg ondersteunend werkt (denk aan de sluitingsdrift in Duitsland en Belgie), dan zorgt dat ervoor dat investeerders huiverig zijn om er hun geld in te steken. Toch is een kerncentrale weldegelijk renderend als je kijkt naar de lange tijd waarin ze operationeel kunnen zijn.
Een kerncentrale heeft een levensduur die je met gemak tot 80 jaar of langer kunt oprekken. Dat betekent dat die investeringskosten een lange tijd hebben om terugverdiend te worden. Dat is zeker zo omdat de operationele kosten van zo'n centrale relatief laag zijn.
Dus hoe langer die kerncentrale in bedrijf is, hoe rendabeler die wordt. De kerncentrale van Borssele maakt bijvoorbeeld nu winst, omdat het al een wat oudere centrale is en de investeringskosten al terugverdiend zijn.
Toch is er ook op dit vlak sprake van vernieuwing. Er is een markt aan het ontstaan voor kleine modulaire kernreactoren die in serie gebouwd kunnen worden en die een korte bouwtijd hebben. Als dit succesvol is, dan worden de bouwkosten van reactoren naar alle waarschijnlijkheid een stuk naar beneden gebracht. Bedrijven als
NuScale,
Rolls Royce en
Hitachi zijn druk bezig met het ontwerp en de bouw van die kleine modulaire reactoren. Naar verwachting moeten nog voor 2030 de eerste van die kleine centrales gaan draaien. Dat is dus al binnen 8 jaar.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)