EEN UITWERKING VAN DE HEILIGE GEEST.
"...door wie wij schreeuwen: Abba! Vader!"
(Romeinen 8:15 Herziene Naardense Bijbel 2014).
Romeinen 8:14-27.
Wie verlost mij, ellendig mens?
Wie verlost mij uit de slavernij van koning Zonde?
Wie verlost mij van mijn onmacht om mij aan Gods wet te onderwerpen?
Wie verlost mij van het oordeel van God, de dood?
Het enige antwoord is: Jezus Christus.
Neem je toevlucht tot het eens en voor altijd volbrachte werk van Jezus.
Hij voldeed aan de wet, was gehoorzaam tot in de dood, onderging ons oordeel: de doodstraf.
En nam ons mee in zijn opstanding.
Zond vanuit de hemel de heilige Geest, die in ons hart komt wonen zodra we Gods liefde en vergeving aannemen.
Die heilige Geest betekent dat de opstandings-kracht in ons is.
Helpt ons de Geest van God te volgen.
Wij zijn niet langer slaven van onze natuurlijke passies en hartstochten te zijn.
De heilige Geest verandert ons hart, onze gezindheid, onze mentaliteit.
De wet was daartoe niet in staat.
Door het geloof hebben we de heilige Geest ontvangen! Feit!
Maar...hoeveel ruimte geven we die heilige Geest? Paulus zegt, dat wie zich laat leiden door de Geest zonen-en-dochters van God zijn (:14).
Durf ik het stuur van mijn leven over te geven aan die inwonende heilige Geest?
Dat is geen zwaktebod.
Die heilige Geest maakt ons nooit meer slaven, of tot blinde dienaren van God, die zich minutieus aan regels in steen gegraveerd houden.
Er is geen enkele reden voor angst. Die heilige Geest heeft ons verzegeld, ons tot eigendom gemaakt van God. Zoals een energiemeter verzegeld wordt met een loodje, dat nooit verbroken mag worden, omdat die meter voor altijd eigendom blijft van de energiemaatschappij. Er mag niet met die meter geknoeid worden. Zó zijn jij en ik verzegeld, Gods eeuwig eigendom.
Het is de Geest die ons verzekert dat wij aangenomen kinderen van God zijn. En het is de heilige Geest die ons aanzet om het uit te roepen: Abba! Vader! Papa! (:15).
Diezelfde Geest overtuigt onze geest dat wij kinderen van God zijn. Dat betekent een einde aan onze onzekerheid.
Wij wéten dat wij kinderen van God zijn (:16).
Het gevolg daarvan is, dat wij erfgenamen zijn. Kijk: Jezus is de éniggeboren Zoon van God, dé erfgenaam.
Wij zijn door God geadopteerd.
Dat betekent niet: dat we minder zijn dan het échte Kind van God. Het is ongelofelijk. Wij zijn gelijkwaardige kinderen van God en delen samen met Christus in Gods erfenis.
Wij zijn één met Christus in zijn lijden, maar ook één met Christus op de dag van de verheerlijking (:17).
De apostel is ervan overtuigd.
Hier in deze wereld zullen wij net als Christus lijden. Dat kan heel zwaar lijden zijn. Denk aan al die christenen die vervolgd zijn, voor de leeuwen gegooid, op de brandstapels omgekomen, in concentratiekampen vermoord, onthoofd, onteerd. Dat gebeurde in het Romeinse rijk en dat gebeurt nu nog in Noord-Korea, in het Midden-Oosten. Kijk hoe IS christenen en andersdenkenden bruut en meedogenloos afslacht.
En tóch kun je dat niet vergelijken met de overstelpende glorie die ons te wachten staat.
Die erfenis, dat is Gods toekomst. Wanneer er met de Veroorzaker van al het kwaad radicaal afgerekend is. De zonde, het verderf en de dood voorgoed verslagen zijn.
Heerlijkheid, luister, glorie, overvloed, het overtreft onze stoutste dromen
(:18).
Heel de schepping ziet reikhalzend uit naar het moment dat voor eens en voor altijd duidelijk zal worden wie nu werkelijk de zonen en dochters van God zijn (:19).
Want, vergeet niet, dat God tegenover Adam en Eva gezegd heeft dat door hun ongehoorzaamheid de aarde vervloekt is, aan zinloosheid onderworpen.
Tot op vandaag rust nog steeds een vloek op de aarde, een vloek op de schepping, maar er is hoop! (:20).
Op de dag dat Gods zonen en dochters verheerlijkt worden, zal God de vloek opheffen.
Heel de schepping wordt verlost van de vloek, bevrijd (:21).
Want dit is zeker!
Heel de schepping zucht en kreunt onder het oordeel van God. De flora, de fauna, de mensheid.
Wij, mensen, plegen roofbouw op bossen, planten, dieren.
Door de industrie en het afval wordt deze aarde een vuilnisbelt, opslagplaats van kernafval. Het water, de bodem en de lucht worden door ons vervuild.
De schepping zucht en kreunt als een zwangere vrouw die binnenkort baren moet.
De weeën volgen elkaar steeds sneller op (:22). Maar niet alleen ongelovigen zuchten, niet alleen de flora en de fauna, maar óók wij.
Wij, gelovigen die de heilige Geest ontvangen hebben.
Wij, wedergeboren christenen.
We zijn tot geloof gekomen in Christus, we zijn tot Gods kinderen aangenomen, we hebben de heilige Geest ontvangen, we zijn verlost en tóch...wij moeten nog verlost worden, we moeten nog geadopteerd worden.
We zijn het en we zijn het nog niet. Want we zijn nog niet verlost van ons lichaam. Van dat sterfelijk lichaam. Dat nog ziek kan worden en sterven moet.
Dit zou ik alle charismatische christenen in willen peperen.
We mogen altijd bidden om genezing, maar God geneest niet alle zieken en ook christenen sterven.
Ziekte en dood horen bij een gevallen schepping en een vervloekte aarde (:23).
Wij hopen, wij verwachten de toekomst van en met God.
Wij hopen en verwachten wat wij nu nog niet kunnen zien.
We weten dat die nieuwe tijd aanbreekt.
We verwachten, we hopen (:24).
We zijn gered, maar verwachten onze vólle redding.
Als we die nieuwe werkelijkheid nog niet kunnen waarnemen, hopen we des te meer en met volharding (:25).
Maar die heilige Geest komt ons in deze ellendige tijd te hulp.
Hij staat zwakke mensen bij.
Want in deze ellendige wereld waarin we het moeilijk hebben en krijgen weten we soms echt niet meer hoe of wat wij moeten bidden.
We zijn sprakeloos.
Weet je dat de heilige Geest ook zucht?
Als wij niet meer weten wat te bidden, zucht de heilige Geest tot God en dat zuchten van de heilige Geest is een gebed (:26).
En gelukkig kan God dat zuchten van de heilige Geest begrijpen.
De heilige Geest in ons en door ons bidt voor de heiligen, dat zijn onze medebroeders en medezusters in nood (:27).
Sommigen die de gave van het spreken in tongen hebben ontvangen, wat een gebedstaal is en geen profetie, kunnen spontaan in klanken uitbreken. Zelf begrijpen ze dat bidden in die vreemde taal niet, maar God begrijpt het. Je bidt door de heilige Geest voor medebroeders en medezusters in nood.
De heilige Geest zucht door ons tot God, bidt door ons tot God.
P Gerrets (emeritus predikant)