Ik ben erg benieuwd naar de uitleg van onderstaande Bijbelgedeelte in het geval men een vrij strikte letterlijke Bijbellezing voorstaat.
Het gaat om een gedeelte uit Romeinen 5.
Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens.
Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden.
Maar de wet is bovendien ingekomen, opdat de misdaad te meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest;
Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere.
In feite wordt hier 4 keer min of meer hetzelfde betoogd. Elke keer lijkt de werkelijkheid in Adam een echte parallel te krijgen in de werkelijkheid in Christus. Zonder voorbehoud. All inclusive!
Let op het woord "gelijk". Dat betekent in ons spraakgebruik: "net zoals....", "precies eender als...", "identiek aan..."..
Hier lijkt toch sprake van een zeer ruime verkondiging.
We horen niets over een eventuele beperking van het aantal mensen over wie de genade komt (ik lees "allen").
We lezen niets over een beperking in het aantal gerechtvaardigden (velen worden tot zondaars gesteld, velen worden tot rechtvaardigend gesteld). Evenveel?
We lezen geen vermindering van de genade. In tegendeel, waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest. Hier lijkt er wel een schepje bovenop gedaan te zijn.
Tot slot lijkt het er zelfs op dat het heersen van de zonden tot de dood zo'n beetje de bedoeling gehad heeft om de genade te doen heersen!
Uit alles krijg je de indruk dat er een onlosmakelijk verband is tussen Adam, de zonde, de misdaad en de dood aan de éne kant en Christus, de rechtvaardiging, de genade en het eeuwige leven aan de andere kant.
En wel zodanig dat ze in gelijke mate aanwezig zijn. Het zijn teksten met een sterk en opvallend evenwicht. het wordt aan elkaar gekoppeld door het sterke woord "gelijk".
Als we dit letterlijk nemen, is dit dan niet een Bijbelgedeelte met een uitzonderlijke ruime interpretatie van de werking van de genade? Er wordt bewust en met vaste hand gesproken over "alle mensen".
Ik weet heus wel dat de (gereformeerde) theologie, vanuit het geheel van de Bijbel niet komt tot een universele verzoeningsleer, waarin echt "alle mensen" zijn opgenomen, maar hoe doet de theologie dat dan zonder wat af te doen aan de letterlijke lezing van dit Bijbelgedeelte?
Het is namelijk ruim, zeer ruim..
gravo