@ Jesaja; met dank en instemming (uiteraard)
t.b.v. de discussie:
in de eeuwigheid kunnen we niet meer zondigen
het was een opmerking welke onze dominee op de kansel vanmorgen maakte, welke mij frappeerde en waar ik op wil ingaan als u mij vergunt.
Het is eeuwigheidszondag vandaag en er werden 9 broeders en zusters herdacht welke ons in het voorbije jaar zijn ontvallen door de dood.
(ik was mij bewust dat ik eigenlijk de 10e behoorde te zijn, ware het niet dat de Heere mij weer terug liet komen in het land der levenden, enkele weken geleden. De dominee had daar ook erg in, vertelde hij bij de koffie.)
In de hemel zijn ook volgens mij geheiligde zondeloze mensen. Een nieuwe schepping zijnde, als bruid van Christus.
Maar de Heere belooft in de eeuwigheid een nieuwe
hemel en een nieuwe
aarde.En het enorme verschil tussen die twee wat de Bijbel ons bedoelt te schetsen is de theologie m.i. geheel ontgaan, en wordt dus niet geloofd.
Maar laten we ons nu eens eenvoudig op de laatste 4 hoofdstukken in Gods Heilig Woord richten, zonder daar aan te willen schuiven, dus gewoon de chronologie accepteren met inachtneming van de op 2 na laatste 2 verzen uit het profetische boek Openbaring.
Dan komen we bij vers 8 van hst.21, over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, de eerste hobbel tegen:
"Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood." (HSV. zo niet in de NBV
*
Nou zeg ik dan, dat snap ik bijna helemaal, dat die allemaal bij het grote eindoordeel voor Gods grote witte troon reeds zijn weg geselecteerd. Die hoorden immers ook niet in het boek der levenden thuis? Zie het laatste vers van hoofdstuk 20.
Alleen van "ongelovigen" heb ik moeten leren dat daar geen 'onbekenden met het evangelie' mee bedoeld worden (miljarden mensen immers), doch
bewust zich verzet hebbenden tegen de genade Gods in Christus.
* (anders zou het boek der levenden bij het grote eindoordeel immers echt leeg zijn, zoals ik wel moest leren!)
Dan stuit ik ook, niet direct begrijpend, op het laatste vers van hst.21, inzake het nieuw Jeruzalem:
"Al wat onrein is, zal er niet in komen, en ook niemand die zich bezig houdt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam."
Ja, maar dat is daar toch op die plaats helemaal niet meer ter sprake? vraag ik. Nou het is maar ten overvloede nogmaals gezegd, leer ik dan.
Echt vast loop ik eigenlijk op de tekst van Op.22:15: "Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet"
Die zijn toch niet buiten, maar inmiddels in de poel van vuur en sulfer? vraag ik dan. Kan dat niet slordig vertaald zijn??
Nou daar gaat het nog weer over het oude Jeruzalem in het vrederijk, zeggen chronologie-schuivers.
Ach kom, denk ik dan; in het vrederijk krijgt het geteisem toch hopelijk ook al niet meer de kans om Jeruzalem te benaderen?
We zitten hier in hst. 22 trouwens m.i. herkenbaar in de nabeschouwing van het nieuwe Jeruzalem, met o.a. de boom des levens, en het gaat hier al lang niet meer over het 1000 jarig vrederijk... Toch?
Al met al, staat er een hoge (niet geestelijke hoor) muur om het hemelse nieuw Jeruzalem heen. En daarbuiten is het naar Gods Woord toch niet zo hemels heilig als daar binnen. Iedereen mag ook zomaar nog niet de heilige stad binnen lopen.
De nieuwe aarde zal nog best streng geregeerd worden, naar de indruk van de Bijbel zoals het er staat. Slaat het "En zij (Zijn dienstknechten) zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid" (Op. 22:5) daar niet ook op?
En het "En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken" (22:2) wijst toch ook op (nog?) onvolmaakte mensen op de nieuwe aarde? Laten wij christenen maar stoppen om allen buiten het christendom tot de eeuwige hel te veroordelen, want de Bijbel laat dat in het grote eindoordeel voor Gods grote witte troon heerlijk open en is alleen duidelijk voor vijanden van waarheid, orde, reinheid en recht... zoals we lezen.