.Marnix schreef:Twijfel zaaien is wat anders dan dat je dus ook echt iemand aan het twijfelen brengt. Je vragen: doe jij dan wel wat Jezus zegt? Ja? Echt? Heb je dan ook al eens je oog uitgerukt of je hand? Nee?
Dat heb ik wel eens eerder gehoord. Jij wil Jezus volgen? Denk je nou echt dat je daar goed genoeg voor bent? Doe je dan alles wat in de Bijbel staat? Je doet toch telkens verkeerde dingen? Zo komt dat op me over.
Weet je Wie dat ook steeds doet? De Heere Jezus. Daarvan is de gelijkenis van de wijze en dwaze bouwer een van de vele voorbeelden.
Denk je dat ik de vragen die ik anderen stel ook niet aan mezelf heb gesteld? Het gaat helemaal niet om iemands intenties te betwisten om het goede te willen doen en de Heere Jezus te willen volgen, want daar twijfel ik niet aan. Wat velen echter compleet over het hoofd lijken te zien is dat 'je best doen' voor God niet goed genoeg is. Jezus eist volmaaktheid als het op de daden aankomt: "
Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is." (Mattheüs 5:48)
Als ik mezelf dan vervolgens de vraag stel of ik doe wat de Heere Jezus zegt in de Bergrede, dan is mijn antwoord daarop: Nee! Nog voor geen halve millimeter! Ik zou het graag willen, maar ik doe het niet, want wat ik niet wil dat doe ik (
Romeinen 7:18-19). Zo is mijn gerechtigheid niet overvloediger dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën en zal ik op basis daarvan het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan (
Mattheüs 5:20).
Mijn huis is een paar jaar geleden ingestort, omdat ik het op zand, namelijk mijn eigen gerechtigheid/rechtvaardigheid (die uit de wet is) had gebouwd. Ik dacht dat ik in staat was om te volbrengen wat de Heere Jezus mij opdroeg. Als ik de Bijbel las dan zat ik mezelf te vergoelijken en met name de ferme woorden van de Heere Jezus en Paulus af te zwakken door de illusie dat de soep nooit zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend. Man, wat was ik blind voor de balk in mijn eigen ogen en reken maar dat ik de splinter in andermans ogen wel zag!
Wat ik altijd had nagelaten, en daaruit bleek mijn dwaasheid, was om te onderzoeken of ik wel in staat was om daadwerkelijk alles te doen wat God van me vroeg, zonder af te dingen op de ernst, waarheid en volmaaktheid van Zijn Woord. Ik was zomaar gaan bouwen en ik bouwde gewoon verder, ongeacht de onrust of twijfel en onzekerheid die ik soms echt wel voelde, maar wegdrukte. Graven en uitdiepen liet ik na, want daar wilde ik liever niet aan.
'Doe je best, dan is het goed' was mijn devies, maar het was helemaal niet goed en daarom sloeg ook de twijfel steeds vaker toe. Als de wind kwam, het Woord, dan werd ik bevreesd en begon mijn bouwsel te kraken. Tot het moment dat God een storm bracht die mijn eigengerechtige huis in één ruk wegsloeg en ik me nergens meer kon verbergen. Ik zag dat ik altijd aan het bouwen was geweest op mezelf, in al mijn illusies, leugens en veroordelingen en niet op God en op Zijn Rots. Ik bouwde niet op de Heere Jezus en Zijn Woord en volmaakte werk. Zijn Woord verwierp ik in mijn blindheid, in mijn zonde en in mijn ongerechtigheid.
Zonder Gods genade, zonder de Heere Jezus als Verlosser van de zonde, door middel van het geloof in Hem en in Zijn bloed hebben we geen fundament in onszelf en zal elk bouwsel te gronde gaan.
"
Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij." (Johannes 14:5-6)
.