.Johan100 schreef:Ik doe nog eens een poging en herhaal ook nog maar het een en ander (wat je hebt laten liggen), want ik denk dat je echt het een en ander door elkaar haalt.
Ik volg echt wel wat je zegt, ik ben het in deze gewoon niet met je lezing eens, Johan. Dat is toch ook niet erg? Daarom spreken we er immers over. Ik wil je ook vragen om mijn uiteenzetting over wedergeboorte van
15 Feb 2017 10:16 nog eens nauwkeurig te volgen. In elk geval zal ik nu nog eens minutieus ingaan op wat je zegt.
Johan100 schreef:De Heilige Geest was nog niet uitgestort, maar wel werkzaam voor Pinksteren. Ik heb het voorbeeld van David aangehaald: David vraagt om een vernieuwde geest en het scheppen van een rein hart.
Daar was ik het mee eens dat de Geest werkzaam was. Ik zie de smeekbede van David als een roep om het werk van de Middelaar (De Heere Jezus). God roept de mens in
Ezechiël 18 ook op om zich een nieuw hart en een nieuwe geest te maken:
"Werp al uw overtredingen, waarmee u overtreden hebt, van u af en maak u een nieuw hart en een nieuwe geest. Waarom zou u sterven, huis van Israël?" (Ezechiël 18:31)
Je zult hopelijk met me eens zijn dat een zondig mens dat niet kan. Om die reden moest de Heere Jezus per slot van rekening ook komen.
Johan100 schreef:Waar geloof zonder wedergeboorte vind ik niet in de Bijbel.
Verderop in je bericht zeg je dit:
Johan100 schreef:"Daarvoor waren ze gelovig maar hadden geen zaligmakend geloof, omdat ze Christus lijden niet begrepen. 1 Kor.15:19."
Je maakt onderscheid tussen geloof en zaligmakend geloof, terwijl de Heere Jezus zegt: "Uw geloof heeft u behouden." (o.a.
Mattheüs 9:22,
Markus 10:52, etc.) Is dat dan geen zaligmakend geloof? Er is maar één geloof (
Efeziërs 4:5). Ze hadden dus wel degelijk een zaligmakend geloof, maar begrepen nog niet alles. Als geloof niet zaligmakend is wat is het dan? Wat houdt dat gelovig zijn dan in?
Vervolgens haal je
1 Korinthe 15 aan, waar Paulus duidelijk de leer aanvecht van de Sadduceeën (
1 Korinthe 15:12-34), die geloven namelijk niet in de opstanding van de doden. De dwaalleer van de Sadduceeën was klaarblijkelijk de gemeente van Korinthe binnengeslopen:
"Als nu van Christus gepredikt wordt dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen sommigen onder u dan zeggen dat er geen opstanding van de doden is?" (1 Korinthe 15:12)
"Op die dag kwamen er Sadduceeën naar Hem toe, die zeggen dat er geen opstanding is, en zij vroegen Hem:" (Mattheüs 22:23, Zie ook: Markus 12:18-27)
"En Paulus, die wist dat het ene deel bestond uit Sadduceeën en het andere uit Farizeeën, riep in de Raad: Mannenbroeders, ik ben een Farizeeër en zoon van een Farizeeër. Ik word geoordeeld over de hoop en de opstanding van de doden. En toen hij dat gezegd had, ontstond er onenigheid tussen de Farizeeën en de Sadduceeën, en de menigte raakte verdeeld. De Sadduceeën zeggen namelijk dat er geen opstanding is en geen engel of geest, maar de Farizeeën belijden het beide." (Handelingen:23:6-8)
Als er immers geen opstanding van de doden is, waar dient het dan allemaal toe? We geloven namelijk dat de Heere Jezus opgestaan is uit de dood, waaruit blijkt dat Zijn offer voor onze zonden door God aanvaard is. Als er geen opstanding van de doden zou zijn, dan zou dat betekenen dat de Heere Jezus ook niet is opgestaan, en dan is ons geloof ook inhoudsloos en zijn we nog in onze zonden. Dat is wat Paulus ook concludeert in vers 16-19:
"Immers, als de doden niet opgewekt worden, is ook Christus niet opgewekt.
En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden.
Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren.
Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen." (1 Korinthe 15:16-19)
"Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde dieren heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij. Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden." (1 Korinthe 15:32-33)
Johan100 schreef:Jezus zei tegen Nicodemus: 'Tenzij gij wedergeboren wordt, kun je het Koninkrijk van God niet zien!' Dit zei Jezus voor de uitstorting van de Geest. Toen was het dus ook noodzakelijk! Toch wel heel merkwaardig als dat toen niet mogelijk zou zijn geweest, terwijl de Heere Jezus deze woorden daar sprak.
Het is noodzakelijk om het Koninkrijk van God te zien en binnen te gaan (
Johannes 3:3-7). Dat klopt, maar het was nog niet mogelijk, omdat de Heere Jezus nog niet verheerlijkt was en de Geest nog niet gekomen was (
Johannes 7:39). Dat zeg jij toch ook? Jij beweert dat ze 7 weken voor Pinksteren werden wedergeboren en toen was de Heere Jezus reeds opgestaan (
Lukas 24).
Johan100 schreef:Vanaf dat moment deelden ze in Zijn opstanding. Daarvoor waren ze gelovig maar hadden geen zaligmakend geloof, omdat ze Christus lijden niet begrepen. 1 Kor.15:19. Als ik dit zo lees, zijn ze mijns inziens 7 weken voor Pinksteren wedergeboren tot een levende hoop.
Omdat de Heere hun verstand opende, opdat zij de schriften verstonden, net als in
Lukas 24:31-32, denk je dat ze zijn wedergeboren? In
Lukas 24:49 draagt hij de discipelen op om te wachten op de belofte van de Vader, dat is de wedergeboorte (uitstorting van Heilige Geest). Hetzelfde als
Lukas 24:49 kun je lezen in
Handelingen 1:4-5. Dus is mijn conclusie dat de discipelen op Pinksteren werden wedergeboren, want op Pinksteren werd de belofte van de Vader ingelost, zoals Petrus ook verklaart (
Handelingen 2:16-18), naar aanleiding van wat er met hem en de andere discipelen gebeurde (
Handelingen 2:1-4).
Johan100 schreef:Ik denk dat het wel degelijk om extra gaven gaat die de discipelen op de Pinksterdag ontvingen.
En dat was onder meer het spreken in vreemde talen in de taal van de Joden die van buiten Israël in Jeruzalem waren en geen Hebreeuws kenden. Zo zorgde God ervoor dat het evangelie naar alle creaturen uit kon gaan. De taal die de discipelen spraken was het middel daartoe, dat de andere mensen van buiten Israël het begrepen en door konden vertellen aan de heidenen.
Dat het op Pinksteren om de belofte van de Vader gaat blijkt overduidelijk uit de tekst van
Handelingen 1 en 2.
De belofte van de Vader gaat niet over extra gaven, maar om de uitstorting van de Geest. De uitstorting van de Heilige Geest kun je één op één overzetten op de wedergeboorte, zoals de Heere Jezus dat uitlegt aan Nico de Mus (sorry, ik kon het niet nalaten) in
Johannes 3:1-21. Ik heb ook, aan de hand van de Bijbel, uitgebreid aangetoond waarom ik tot die gevolgtrekking kom in mijn schrijven van
15 Feb 2017 10:16, waar ik eerder naar verwees.
Johan100 schreef:Nou, ik heb al aangehaald hoe dat verliep, dat Petrus een ernstige toespraak (preek) hield en dat mensen overtuigd werden van zonden
(En Die (de Trooster) gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van
oordeel. Joh. 16 : 8 )
en dat mensen daarna tot geloof kwamen. (wedergeboorte)
Die gelijkschakeling van tot geloof komen (wedergeboorte) is Bijbels gewoon niet overeind te houden, Johan en dat heb ik aangetoond ("
Uw geloof heeft u behouden." Mattheüs 9:22). Ook uit de rest van de Schrift blijkt dat:
"En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is." (Mattheüs 16:17)
"Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt." (Johannes 17:8)
"Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid."
"Wij komen dus tot de slotsom dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt zonder werken van de wet." (Romeinen 3:21-22, 28)
"Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God." (Romeinen 10:17)
"Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God;
niet uit werken, opdat niemand zou roemen." (Efeziërs 2:8-9)
Om die redenen stel ik dat: geloof eerst komt (door de prediking) en dan: bekering (naar aanleiding van wat men gelooft) en dan aansluitend sinds de verheerlijking van de Heere Jezus: de wedergeboorte (naar aanleiding van de rechtvaardiging door God, door het geloof,
Romeinen 4:3:
"Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend." (Romeinen 4:3)
Het ene is het logische gevolg van het andere. Voordat de Heere Jezus was verheerlijkt was de Geest ook werkzaam (vervulling met de Geest), maar dat was geen eeuwige toestand, maar tijdelijk, en ook die stelling heb ik onderbouwd vanuit de Schrift.
"In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte,
Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid." (Efeziërs 1:13-14)
De Heilige Geest van de belofte (uitstorting van de Geest, gave van de Geest, wedergeboorte) is de verzegeling van het geloof in Christus en het onderpand van onze erfenis. Ingewikkelder is het mijns inziens niet.
.