Als de anti-christ zich in de (derde-) Tempel zal neerzetten, dan ben je te laat met het einde van de 2300 avonden en morgens! Als we het hebben over Bijbelse dagen dan is 1 jaar voor een dag! Dus wat betekent dan de 2300 avonden en morgens, en welk Jeruzalem is onze ware staad, die in de Staat Jeruzalem of die van het Hemels Jeruzalem. Jezus is immers daar en niet (meer) op aarde. Lezen we:@@Een van deze belangrijke profetische tijdperken wordt vernoemd in Daniël 8:14 „Twee duizend driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom in rechte staat hersteld worden."
Om erachter te komen waar deze tijdsbepaling op slaat passen we het principe toe van de Sola Scriptura; de Bijbel verklaart zichzelf. We stellen dan vast dat dat één dag in een symbolische profetie gelijkstaat met één jaar in werkelijkheid. (Numeri 14:34; Ezechiël 4:6).
Zo weten we dat de 2300 profetische dagen in werkelijkheid jaren zijn en reiken tot ver na de Oud Testamentische tijd. De tekst doelt dan ook niet op het heilgdom uit de oudtestamentische bedeling.
De grootste moeilijkheid is echter het vinden van het beginpunt van de 2300 jaar.
In hoofdstuk 8 van Daniël kan men geen aanwijzing vinden voor het beginpunt van de „2300 avonden en morgens". Hoewel de engel Gabriël de opdracht had gekregen om Daniël het gezicht te doen verstaan, had hij maar een gedeeltelijke uitleg gegeven. Toen de profeet hoorde welke verschrikkelijke vervolgingen over de gemeente zouden komen, was hij aan het eind van zijn krachten. Hij kon de uitleg niet meer verwerken en de engel liet hem enige tijd met rust. Daniël zegt zelf: „En ik, Daniël, was uitgeput en was enige dagen ziek". „En ik was verbijsterd over het gezicht, maar niemand merkte het."
Toch had God zijn boodschapper de opdracht gegeven: „Doe deze het gezicht verstaan". Die opdracht moest worden uitgevoerd. Daarom ging de engel na enige tijd weer naar Daniël en zei: „Daniël, nu ben ik uitgegaan om u een klaar inzicht te geven". „Let dus op het woord en sla acht op het gezicht" (Daniël 8:27,16; 9:22,23,25-27).
Eén belangrijk punt in het gezicht was nog niet verklaard, namelijk de periode van „de 2300 avonden en morgens". Daarom ging de engel bij de hervatting van zijn uitleg dieper op dit onderwerp in:
„Zeventig weken zijn bestemd (afgesneden Hebreeuws) over uw volk en over uw heilige stad... Weet dan en versta: van de uitgang van het woord, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen tot op de Messias, de Vorst, zijn zeven weken en tweeënzestig weken; de straten en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. En na die tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden... En Hij zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der welk zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden." Daniel 9:24
De engel was naar Daniël gestuurd met de duidelijke opdracht hem het punt uit te leggen dat hij in het gezicht van het achtste hoofdstuk niet had begrepen: „twee duizend driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom in rechte staat hersteld worden". Nadat de engel had gezegd „Let dus op het woord en sla acht op het gezicht", begon hij onmiddellijk aan zijn uitleg: „Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad"Daniel 9:24. Het woord dat vertaald is door 'bepaald' betekent letterlijk 'afgesneden'. Zeventig weken of 490 jaar zijn volgens de engel afgesneden voor het Joodse volk.
Maar waarvan zijn ze afgesneden? Daar er in hoofdstuk 8 alleen sprake is van één periode, moeten de zeventig weken daarvan afgesneden zijn. De zeventig weken zijn dus een stuk van de 2300 avonden en morgens en de twee periodes hebben hetzelfde beginpunt. De engel zei dat de zeventig weken begonnen op het ogenblik dat het bevel uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen. Als men die datum kon vaststellen, had men meteen ook het begin van de 2300 avonden en morgens.
Dit decreet kunnen we in het zevende hoofdstuk van Ezra, vers 12-26, vinden. De volledige tekst werd door Artaxerxes (Artachsasta), koning van Perzië, afgekondigd in 457 v. Chr. Maar in Ezra 6:14 lezen wij dat de bouw voltooid werd „volgens het bevel van Kores, Darius en Artachsasta, koning van Perzië". Deze drie koningen brachten door hun afkondiging, bevestiging en aanvulling het bevel tot de volmaaktheid die nodig was om het begin van de profetie van de twee duizend driehonderd avonden en morgens aan te duiden. Als men 457 v. Chr. als uitgangspunt voor de berekening aanneemt, kan men vaststellen dat elk detail in verband met de zeventig weken in vervulling is gegaan.
„Vanaf het ogenblik, dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en twee en zestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven" Daniel 9:25 ; in totaal negen en zestig weken of 483 jaar. Het decreet van Artaxerxes werd van kracht in de herfst van 457 v, Chr.
Vanaf deze datum gerekend reiken de 483 jaar tot de herfst van 27 na Chr.
Op dat ogenblik ging deze profetie in vervulling. Het woord Messias betekent 'de Gezalfde'. In de herfst van 27 na Chr, werd Jezus door Johannes gedoopt en werd Hij door de Heilige Geest gezalfd. De apostel Petrus zegt dat „God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd" (Handelingen 10:38).
Christus verklaarde zelf: „De geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen" (Lucas 4:18). Na zijn doop ging Jezus naar Galilea „om het evangelie Gods te prediken, [en Hij zeide]: De tijd is vervuld" verwijzende naar de profetie van Daniel.(Marais l; 14,15).
„En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang" Daniel 9:27 . Dat is dan de zeventigste week, de laatste zeven jaar van de periode die voor de Joden „bepaald" was. In deze periode tussen 27 en 34 na Chr. richtte Jezus Zich eerst zelf en daarna door zijn discipelen in het bijzonder tot de Joden met de evangelieboodschap.
Toen de apostelen vertrokken om het goede nieuws van het Koninkrijk te verspreiden, zei Jezus: „Wijkt niet af op een weg naar heidenen, gaat geen stad van Samaritanen binnen; begeeft u liever tot de verloren schapen van het huis Israëls" (Matteüs 10:5,6).
„In de helft van de week zal Hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden" Daniel 9:27. In 31 na Chr., drie en een halfjaar na zijn doop, werd Christus gekruisigd. Met het grote offer van Golgotha kwam er ook een einde aan de offers die vierduizend jaar lang hadden gewezen op het Lam van God. Het beeld werd door zijn tegenbeeld vervangen en daardoor kwam er ook een einde aan „slachtoffer en spijsoffer" van de ceremoniële wetgeving.
De zeventig profetische weken of 490 letterlijke jaren die vooral voor het Joodse volk waren „bepaald", eindigden dus in 34 na Chr. In dat jaar bezegelde het volk zijn verwerping van het evangelie door het optreden van het Sanhedrin, waardoor Stefanus werd gestenigd en de volgelingen van Christus werden vervolgd. Toen werd de reddingsboodschap niet meer alleen aan het uitverkoren volk, maar aan de hele wereld gebracht.
De discipelen moesten vanwege de vervolgingen in Jeruzalem, de stad verlaten. „Zij dan die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende". „En Filippus daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun de Christus."
Petrus werd door de Heilige Geest geleid (toen hij „het goede nieuws" aan de hoofdman uit Caesaréa, de godvrezende Comelius, bracht. En de vurige Paulus, die bekeerd werd, moest het goede nieuws „ver weg, naar de heidenen" brengen. (Handelingen 8:4,5; 22:21).
De profetieën zijn tot in de kleinste bijzonderheden uitgekomen. Het leed dan ook niet de minste twijfel dat de zeventig weken in 457 v, Chr. begonnen en in 34 na Chr. eindigden. Het is dan niet moeilijk te bepalen wanneer „de tweeduizend driehonderd avonden en morgens" eindigden. De zeventig weken of 490 dagen waren afgesneden van het grotere stuk van de 2300 dagen. Er bleven dus nog 1810 dagen over. Als men bij 34 na Chr. 1810 jaar optelt, komt men in 1844. Volgens de engel zou bij het verstrijken van deze periode „het heiligdom in rechte staat hersteld worden".
Het einde van de 2300 avonden en morgens of de 2300 jaar is het begin van de reiniging van het heiligdom. De reiniging van het heiligdom in het Oud Testament vond plaats door de jaarlijkse dienst van de hogepriester in het heilige der heiligen. Deze dienst was een beeld van de dienst van de ware Hogepriester Jezus Christus die het heilige der heiligen is binnengegaan in 1844, volgens de profetie, om daar de laatste fase van het verzoeningswerk te beginnen.
Dit tijdstip, het einde van de 2300 dagen en morgens, 1844 valt samen met het begin van het onderzoekend oordeel dat aangekondigd wordt in Daniel 7:10 en in de drie-engelenboodschap van Openbaring 14:7.
In 1840 ging een andere profetie in vervulling. In 1838 had Josiah Litch, een werk gepubliceerd waarin hij zijn interpretatie van Openbaring 9 gaf en de val van het Ottomaanse rijk voorzegde. Volgens zijn berekeningen zou deze macht „in de loop van de maand augustus 1840" ten val worden gebracht. Enkele dagen vóór de vervulling schreef hij: „Als wij ervan uitgaan dat de eerste periode van 150 jaar precies is uitgekomen vóór Deacozes met toestemming van de Turken de troon besteeg en dat de 391 jaar en 15 dagen begonnen aan het einde van de eerste periode, dan moeten deze eindigen op 11 augustus 1840. Op die dag zal de Ottomaanse macht in Constantinopel ten val komen. Ik geloof dat dit inderdaad het geval zal blijken te zijn" (Josiah Litch, in Signs of the Times, and Expositor of Prophecy, 1 aug. 1840). De uitkomst van deze profetie die we vinden in openbaring 19 bewijst nog eens de juistheid van het dag-jaar principe voor de profetische tijdsbepalingen.

De profetie van de 2300 avonden en morgens eindigde dus voor de Joden in 1948 en voor de Messianse christenen in 1844. In dat jaar is Jezus dus naar het heilige der Heilige gegaan! 1844 is dus het jaar dat het begin van het Einde in vervulling is gegaan! Het oordeel vind dus nu plaats en de Verschijning van Jezus kunnen we dus ook spoedig verwachten. er is nog iets anders! We zien dat één van de grote tekenen van de Eindtijd is, dat landen en continenten zich verenigen (globalisering) deze zaken zijn ogenschijnlijk politieke doelen, maar in feite zijn zij het werk van Rome! Recent heb ik ontdekt dat de Oecumene een van de hoofddoelen is van de Machtstaat Rome. Het boek dat in mijn afbeelding wordt geduid, legt precies uit wanneer dat streven (struglle) is begonnen. Paus Johannes Paulus II noemt zich in dat boek de Grote Ontwerper van het Nieuwe Europa! Paus Franciscus wil begin 2017 de immigratie van de volkeren zelf ter hand nemen! Dat komt vber een met dat wat Jezus doet, namelijk Zijn volk verzamelen uit: all taal, stam, natie en volk! Het streven naar Oecumene is dus exact hetzelfde als dat wat Jezus doet, met dit verschil dat de wereld zichzelf wil verenigen en verlossen van de problemen en Jezus de mens UIT deze wereld wil verlossen en redden. Zie ook de oproep van Openbaring 18:4. Een van de grooste wapens die Rome gebruikt is de Bijbelvertalingen naar hun hand zetten, de moderne Bijbels zijn dan ook niet meer het Evangelie van Christus, maar het Evangelie van de Oecumene! Het voert hier nu té ver om daar dieper om in te gaan! Allemaal zijn we het lijdend voorwerp en allemaal volgen we het Beest na, waar het ook gaat, op de één of andere manier, zelfs bij het ondersteunen van vluchtelingen, eveneens slachtoffers van de Machtstaat Rome! Groet