Nina schreef:Ik kom nogal eens uitdrukkingen tegen hier waar ik werkelijk helemaal niets van begrijp. Taal voor 'ingewijden', zou je kunnen zeggen. Hier een voorbeeld, waarvan ik hoop dat iemand mij kan uitleggen wat er bedoeld wordt.
Op een ander forum las ik deze zin:'Weet je iets van een scherpe afsnijding in Adam?'
Wat wordt hiermee bedoeld?
Het klinkt inderdaad vreemd, zo'n uitdrukking. Het is ouderwetse taal en ik pleit er ook niet voor om deze uitdrukkingen nog te gebruiken.
Toch is het in wezen niet zo heel moeilijk om te begrijpen wat er mee bedoeld wordt. het is een uitdrukking die alles te maken heeft met de gereformeerde theologie, die zoals we weten, draait om de grote en dramatische tegenstelling tussen mens en God. God en mens zijn principieel van elkaar gescheiden. Er zijn geen mogelijkheden vanuit de mens om die breuk te helen of de kloof te dichten. En van de kant van God is het ook een onmogelijkheid om Zich zonder meer met de mens te vereenzelvigen. God is heilig, de mens is zondaar. Alles draait om de tussenpersoon, de Middelaar (Gods en der mensen), Jezus Christus. Hij is de enige die de kloof dicht en God en mens weer bij elkaar brengt en tot één maakt.
Als de naam Adam valt, dan duidt dat de mens aan zoals hij geworden is na de zondeval. Hij is van God los, uit het paradijs verdreven. Adam draagt de straf op de zonde (de dood). Maar wie Adam zegt, zegt: de mens. Alle mensen dragen die straf, alle mensen leven buiten het paradijs. Er is niemand die God zoekt. Wij zijn van nature (zoals we geboren zijn) afgesneden van God en het paradijs. Dat is een scherpe en definitieve afsnijding. Wij kunnen het vlammende zwaard, waarmee de toegang tot de tuin van God wordt afgesloten, niet ongedaan maken.
In de gereformeerde theologie (en met name in de bevindelijke hoek ervan) gaat het erom dat deze waarheid niet alleen als een weetje wordt gepresenteerd. Als een waarheid, waar we verder emotioneel niet veel mee hoeven te doen. Nee, in die theologie wordt de nadruk gelegd op het ervaren van die werkelijkheid. Welke diepte en duisternis betekent het niet, dat wij principieel van God los zijn. Dat we in Adam allen zondaars geworden zijn. Dat we de straf van de dood terecht dragen en dat dit leven een tranendal is geworden door onze zonde. En wat betekent dat wel niet voor mij persoonlijk. Dat ik zelf ook schuld draag aan de verlorenheid, waarin de mensheid zich gestort heeft.
Waarom wil deze gereformeerde theologie zo graag dit ervarings-gegeven inbrengen? Ik denk om te voorkomen dat ons geloof een vlakke en oppervlakkige zaak blijft. Want als de waarheid van zonde en schuld niet gevoeld wordt, dan hebben we geen reëel beeld van onze feitelijke situatie. En dan komt ook de grootsheid en het wonderlijke van de Bijbelse boodschap in gevaar, namelijk de boodschap dat God ons wil verlossen door het verzoenende werk van Christus. Als wij niet goed beseffen hoe groot onze zonde en ellende is, dan krijgt ook de verlossing door het lijden en sterven van Jezus Christus veel minder betekenis. De Bijbelse beelden van het Lam Gods, dat de zonde der wereld draagt is niet zomaar iets. Nee, dat is een zeer verregaande goddelijke ingreep, die nodig was omdat de mensheid zo radicaal verloren ligt. De diepte van de val in Adam maakt duidelijk hoe groot en heerlijk het werk van Christus is. Hij redt ons uit diepe nood. Als je van die diepe existentiële nood niets snapt, dan begrijp je ook de kruisweg van Jezus niet en dringt de reikwijdte van Gods verlossing nooit echt tot je door.
Adam staat tegenover Christus. Adam is de natuurlijke mens, Christus is de nieuwe mens, de tweede Adam, de geestelijke mens, de mens die vervuld is met de heilige Geest en weer in gemeenschap met God kan leven. Maar die wedergeboorte komt niet zomaar tot stand. Daarvoor was vernedering nodig, een kruisweg, een bloedig offer, een doorgang door de dood. In de weg van Jezus (door de dood naar het leven) wordt ook onze weg getekend. Eerst sterven, dan opstaan. Eerst inzien dat je oude leven een goddeloos en zondig leven was, een leven dat gekruisigd moet worden en zal moeten sterven...daarna pas het nieuwe leven ontvangen en opstaan door het geloof in Christus.
Inderdaad, soms zijn uitdrukkingen oud en onbegrijpelijk geworden, maar dat betekent niet dat de christelijke leer principieel anders geworden is. Het gaat nog steeds om dezelfde dingen. We zullen ze alleen begrijpelijker moeten uitleggen.
gravo