Arendsoog schreef:(...)
EDIT 11/1: ik vraag me bij nader inzien af of je niet een belangrijk deel van het (gereformeerd?) christelijk geloof over het hoofd ziet. Je omschrijft nl. het vormen van een God a.h.w. tweezijdig. Een soort uitvinding van de mens. (als ik je goed begrijp) Terwijl hierdoor toch de uiteindelijke zekerheid van het geloof verloren gaat, omdat de religie niet voortkomt uit God alleen, maar uit de mens (en God?) volgens jou. Daar past geen beschouwing van de religieuze ervaring, maar is God de werkelijke realiteit in het leven die alles doortrekt. Het leven hier-en-nu is dan (slechts?) een voorbereiding op de eeuwigheid. Ik hoop dat ik goed verwoord heb wat ik eigenlijk bedoel;)
EDIT2: Of met een citaat van dr. H. Bavinck: 'Wat baat mij ten slotte in de ure der smart en in het aangezicht van den dood, de onderwerping der aarde, de zegen der cultuur, de triumf der wetenschap en de aesthetische genieting der kunst? (vet van mij, A.)Wat baat het een mensch, dat hij de gansche wereld gewint, indien hij zijner ziele schade lijdt?' Uit: H. Bavinck, De zekerheid des geloofs, 2e 1903, p.15/16
Ik zal proberen het punt waar het mij om gaat zo kort en krachtig mogelijk uit te leggen.
De hoofdzaken van het christelijk geloof (zeg maar de apostolische geloofsbelijdenis) moeten worden geloofd, willen ze de kracht hebben om ons te troosten, ons te redden en zalig (gelukkig) te maken. Wie gelooft zal zalig worden. Daarom:
credo.
Wanneer ik zegt dat ik het geloof, zeg ik nadrukkelijk niet dat ik het kan bewijzen en dus wetenschappelijk betrouwbaar kan spreken over deze geloofsartikelen. Wetenschappelijk gezien zijn alle geloofsartikelen onwaarschijnlijk. Het bestaan van God, het concept van schepping, een leven na dit leven of opstanding uit de dood zijn wetenschappelijk niet aangetoond, noch zijn ze aannemelijk te maken, laat staan dat ze ooit zijn waargenomen. Dat vind ik een eerlijke en terechte constatering. Je kunt je wel in duizend bochten wringen om toch aan te tonen dat deze geloofszaken waarneembaar zijn, maar dat is, vrees ik, vrij vruchteloos.
Veel gelovigen zijn nu bang geworden. Zij denken dat God niet bestaat, omdat niemand Hem ooit heeft gezien en iedereen dat ook hardop zegt: "ik heb God nog nooit gezien". Zij voelen de waarheid van de wetenschap zo overrompelend dichtbij komen, dat ze huiveren voor de gedachte, dat hun geloof ijdel is. Dat het allemaal toch onzin is. Dat geloven geen zin meer heeft, omdat de waarheid haar wel achterhaalt. De angst is dat hun geloof een leugen blijkt te zijn.
Maar er is geen reden om bang te zijn. Het klopt inderdaad dat God niet zichtbaar is. We zien Hem toch elke dag niet?
En het klopt ook dat God niet bestaat. God is namelijk degene die het bestaande uit het niets creëert. God hoort zelf niet tot het bestaande, dus je kan moeilijk zeggen dat God bestaat, alsof Hij Zelf een schepsel zou zijn.
Van de pottenbakker zeggen we ook niet dat hij zelf in de oven gezet moet worden om tot stand gebracht te worden.
Nee, we hoeven niet bang te zijn, want alle geloofsartikelen worden pas werkelijk, zodra wij ze geloven. Niet wanneer ze bewezen worden (worden ze nooit). Ook niet wanneer ze echt blijken te zijn (blijken ze ook nooit te worden). Nee, geloven is overgave.
Wanneer wij ons overgeven aan God, dan pas wordt God levend voor ons. Dan pas ontstaat er een band. Dan wordt Hij pas in ons wakker. Dan pas wordt Hij levend. Dan pas wordt Hij geschapen. Dan pas maken wij Hem uit het niets. God ontstaat uit niets wat wij hebben.
Want niets hebben wij voorhanden. Niets kan de kloof tussen ons en God overbruggen. Niets kan ons tot Hem brengen. Ook de wetenschappelijk kennis leidt niet tot de vorming van God. Ook onze onderzoeken niet, of onze logica, onze redeneringen. Wij hebben niets. Niets kan ons redden. God moet uit Niets worden geschapen. Hoe komen wij aan God als we niets hebben? Geen bewijs, geen stem, geen teken? Hoe dan, als wij kennelijk met lege handen staan?
Alleen door geloof.
Wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart. De wetenschap heeft ons alleen maar leegte, stilte, zinloosheid en doelloosheid te bieden. Een chaotisch en onverklaarbaar begin. Vervolgens een aaneenschakeling van toeval en uiteindelijk een dood en verkruimeld einde, een koud heelal. Indrukwekkend in al zijn verschrikkelijke en nihilistische eenzaamheid en leegte. Vol ongeloof ziet de moderen mens het op zich afkomen. In eindeloze apocalyptische beelden vergaat de aarde in oorlog, geweld en dodelijke natuurrampen. Alles met een kern van waarheid: namelijk de wetenschappelijke waarheid: eens verschroeit de zon het leven op aarde. Dat is de toekomst.
Fijn, wetenschap, dat we dat nu zeker mogen weten. Dat is pas een reden om bang te worden. het onvermijdelijke einde. Zo'n beetje het kernthema van alle moderne romans. God is dood. En als God dood is, gaat de mens ook dood. Hoe mooi de wetenschappelijke ontdekkingen ook zijn, we worden er steeds minder mens van.
Ashes tot ashes.
Maar het geloof. Het geloof is wel in staat om een tegenwicht te bieden aan de kennis die ons zo ongelukkig en eenzaam maakt. Het geloof schept werelden in verleden, heden en toekomst, die ons wel vol vreugde terug doen zien, ons nu troosten en ons reikhalzend doen uitzien. Het geloof klampt zich vast aan God als schepper. Het geloof zingt en danst de grootste dromen en visioenen die de harde wetenschappelijke waarheid ons niet kan geven. Het geloof schept God de Schepper. Het geloof houdt vast aan een Zinvol begin en een Doelbewust Einde. Het geloof schept God. God troont op onze lofzangen. Het geloof verheft de werkelijkheid tot een gewilde werkelijkheid. Het geloof verzet bergen. Het geloof maakt ons gelukkig, hoopvol. Het geloof ziet dingen die er niet zijn, heerlijke dingen: een God die liefde is, trouw, barmhartig, rechtvaardig. Wie gelooft zal zalig worden.
"Wat moet ik doen om zalig (gelukkig) te worden?" vraagt iemand. "Geloof alleen" zegt Jezus.
Dat is hartelijke uitnodiging voor ongelovige en moderne, sceptische mensen, die God niet zien, die niets meer kunnen geloven, die eerlijk met de wetenschap tot de conclusie moeten komen: er is geen God, er is geen eeuwigheid, er is geen doel, er is geen toekomst, en...er was eigenlijk nooit een toekomst, er was nooit een plan, er was nooit enige hoop...dus....tja...wat wil je dan. Jammer, hoe mooi zou het zijn. Dat mensen vroeger steun hadden aan die verzinsels had misschien wel wat, maar dat kan nu echt niet meer. Het was toch gewoon niet waar, mensen. Kom op nou...ik ben toch niet achterlijk.
"Geloof alleen". Het geloof is de deur om binnen te gaan. Het geloof schept een nieuwe wereld, een nieuwe werkelijkheid. Het is een nieuwe geboorte, een geboorte uit God. Wie gelooft wordt herboren. Oftewel: wie tot God gaat moet geloven dat Hij is...en tegelijkertijd baart God jou opnieuw, maar nu met een eeuwig leven. Geloven leidt tot een ontmoeting. De een maakt de ander zichtbaar en hoorbaar.
Zo gelooft de mens in God, en schept hij God, doet Hem geboren worden. En op dezelfde manier schept God ook de mens en doet hem geboren worden. Ze kunnen niet zonder elkaar leven, ze staan in elkaar op. Ze zijn elkaars Opstanding, elkaars bestaansgrond.
Zoals de ene hand de andere tekent (zie de tekening van Escher).
De geloofsartikelen waarmee ik geloof, zijn die van de (gereformeerde?) christelijke geloofsartikelen.
Nee, ik kan ze niet ontlenen aan de wetenschap, en ik kan ze daar ook niet geverifieerd krijgen, maar ik kan ze wel geloven en zo het paradijs betreden.
Want wie gelooft zal zalig worden, al ware hij ook gestorven.
Zo lief heeft God de wereld gehad dat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Want..geheim: 't Gaat altijd weer om de liefde.
En dat weten wetenschappers ook best wel (maar alleen wanneer ze even geen wetenschapper zijn, maar als privé persoon hun kinderen omhelzen).
gravo