Was Darwin een atheïst? In On the Origin of Species heeft hij het over een scheppende God. Toch waren velen in de negentiende eeuw ervan overtuigd dat hij niet gelovig was. Darwin zelf liet er weinig over los, omdat hij vond dat een bioloog zich niet moest mengen in de theologie.
Een uitzondering is een in de vergetelheid geraakte brief uit 1873 aan een Nederlandse bewonderaar, Nicolaas Doedes. Daarin ging Darwin wel in op de kwestie. Aanvankelijk had de student Doedes samen met zijn vriend Jan Costerus een volkomen onschuldige brief aan Darwin gestuurd. Of zijn boeken niet wat goedkoper konden, hadden ze gevraagd. De druk bezette en vaak zieke Darwin had hen zowaar geantwoord. Hij vond zijn eigen boeken ook te duur, schreef hij, maar kondigde verder geen actie aan. Doedes en Coster waren zo trots op de brief dat ze zich ermee lieten fotograferen.
Aangemoedigd door Darwins antwoord stuurde Doedes nog een brief. Deze keer had hij een diepzinniger vraag: hoe dacht Darwin over de verhouding tussen geloof en wetenschap? Opnieuw antwoordde Darwin, en hij was verrassend openhartig. Het was onmogelijk, schreef hij, om je voor te stellen dat dit grote, wonderlijke universum met daarin de mens met zijn bewustzijn, door toeval was ontstaan. Misschien was dat een goed argument voor het bestaan van God, misschien ook niet, twijfelde Darwin. ‘De veiligste conclusie is dat de hele kwestie buiten het bereik van het menselijk begrip ligt,’ vond hij.
Doedes vond het antwoord te vaag en vroeg om meer uitleg, maar die kreeg hij niet. Darwin was nu eenmaal ambivalent in deze kwestie. Zijn geloof is ‘passief’ te noemen: het bestond alleen omdat Darwin zich het universum zonder schepper niet kon voorstellen. Of dat betekende dat God ook echt bestond, liet hij aan theologen over.
Aldus het historisch nieuwsblad.
Bedenk erbij dat 1873 bijna aan het eind van zijn leven was.
Ingeschapen Godsbesef? Mensen willen niet in een God geloven en kunnen ook niet in God geloven op een manier zoals God dat wilt. Daarom bedenken ze allerlei theorieën die geen steek houden en zoeken wat af. Geloof en wereldse wetenschap zijn in die zin zeker twee totaal verschillende dingen.
De dwaas zegt in zijn hart:er is geen God en die dwazen zijn we allemaal buiten zaligmakend geloof om, want ook met een tijdgeloof en/of historisch geloof geloven dat er een God is, maar ondertussen net doen of Hij niet bestaat, dan vallen we in dezelfde categorie.
Er waren ook 'christenen' in die tijd die de evolutie wel konden/wilden combineren met het scheppingsverhaal.
Mijn historisch geloof zegt dat de aarde letterlijk in zes dagen geschapen is. Het staat er letterlijk. Vanuit Gods grootheid en majesteit bezien t.o.v de kleine kosmos in vergelijking met Hem : Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er.
De derde dag de planten en het groen en de vierde dag het licht.
Planten kunnen in het donker geen licht omzetten in energie waardoor met behulp van fotosynthese geen glucose en zuurstof geproduceerd kunnen worden.
Zonder glucose kunnen deze plantjes niet lang overleven.
Waarom wordt er een theorie bedacht over iets wat miljoenen jaren geleden gebeurt zou zijn en waarom wordt er niet afgevraagd waarom de evolutie opgehouden is te bestaan? Omdat mensen gewoonweg niet in een God willen geloven. Als je eerlijk bent voor jezelf en je vraagt het jezelf af, moet je het beamen. Dat leeft in ieder mens namelijk. De eerste mens Adam kon de verleiding al niet weerstaan op de leugen: Gij zult als God wezen. De evolutietheorie onder andere is daar een gevolg van. Waarom sterven mensen nu (al ruim 6000 jaar, na de zondeval) en evolueren ze niet verder tot 'iets'?
Ik heb beperkte kennis (maar laat me niet alles wijs maken
