Berichtdoor gravo » 18 mei 2015 22:13
Volgens mij moeten we ook ruimte laten voor de meest voor de hand liggende verklaring, waarom de Bijbel een andere wereldbeeld oproept en andere tijden hanteert dan wij:
Die voor de hand liggende verklaring is, dat de Bijbel is ontstaan in een tijd waarin men de werkelijkheid nu eenmaal anders zag dan wij. Deels kwam dit door de onmogelijkheid om te weten hoe het werkelijk zat. Men wist niets van de structuur van het leven, van DNA, zaadcel en eicel. Men wist niets van de aard en omvang van de sterren, men wist niets van de aardbol met haar tektoniek, men had geen duidelijke verklaring voor tal van natuurlijke fenomenen, zoals elektriciteit, zonsverduisteringen, vulkanen en noem maar op. Eigenlijk zijn de beschrijvingen van de werkelijkheid uit de Oudheid (en de Bijbel is o.a. zo' n beschrijving) vaak nog verrassend logisch, als we in ogenschouw nemen met welke kennis men het toen moest doen.
Verder werd de werkelijkheid ook consequent religieus geduid. Religie is een zeer algemeen en oeroud verschijnsel. Goed terug te zien, wanneer in onze tijd soms nog primitieve stammen worden ontdekt. Alle menselijke culturen zijn op enigerlei wijze gebaseerd op religieuze verklaringen. Begrijpelijk als we beseffen hoe vreemd, angstig en onverklaarbaar de werkelijkheid voor de mensen uit die tijden geweest moet zijn. Denk ook eens aan de niet aflatende rampen van overstroming, honger, ziekte of natuurgeweld die men zonder enige remedie moest trotseren. Wat konden ze anders dan daar kwade krachten achter vermoeden, die men maar het beste tevreden kon stellen? Of hun hoop stellen op goede machten die hen zouden kunnen beschermen en bewaren?
Kortom, de meest voor de hand liggende verklaring voor de tekort schietende verklaringen over aarde, biologie, astronomie en geologie in de Bijbel heeft te maken met de tijd waarin de Bijbel ontstond. Men worstelde met de werkelijkheid en ervoer die als een bezielde, soms als een bezeten goddelijke werkelijkheid. Dat vind je terug in de geschriften die deze ideeën en verhalen indertijd als overleveringen kunstig hebben vereeuwigd.
We zouden de medicijnkunst aan het einde van de Middeleeuwen (aderlating) ook eens met onze tijd (harttransplantaties) kunnen vergelijken. Geen wonder dat ze verschillen. Dat grote verschil in kennis en praktijk heeft alles met de tijd te maken waarin men leeft. Je hoeft medicijnmannen, Middeleeuwse genezers daar helemaal niet om te veroordelen, maar je moet ook het grote verschil met ons huidige inzicht niet onder tafel vegen.
Het grote probleem ontstaat, wanneer we deze voor de hand liggende verklaringen, de historische werkelijkheid van de Bijbel niet meer (willen) zien. Zodra wij de Bijbel Gods Woord noemen en daarbij de gedachte hebben dat alle mogelijke kennis feilloos en compleet in de Bijbel aanwezig moet zijn (dus ook in lijn moet zijn met wat wij tegenwoordig van de werkelijkheid weten), dan gaat het wringen.
Net zoals wij de idee zouden willen forceren dat die Middeleeuwse boeken over aderlating in feite hetzelfde vermelden als wat een hartchirurg weet die 10 jaar moet studeren om een harttransplantatie met goed gevolg te uit te voeren. En dat je dus net zo goed kunt terugvallen op die oude perkamenten uit de 16e eeuw, om van de pijn op je borst af te komen.
Zo kunnen we dus ook niet met de Bijbel omgaan.
Zoals bekend richt ik mij fel tegen de "letterlijke Bijbellezing", die we misschien beter "wetenschappelijke Bijbellezing" kunnen noemen, omdat die lezing haar eigen graf graaft en het christendom op den duur belachelijk, onverteerbaar en irrelevant maakt. De uitgangspunten zijn verkeerd en dat gaan we een keer bezuren.
Zeg ik dan, aanhakend bij deze discussie, dat ik ook niet meer van God zou kunnen spreken, omdat dat immers allemaal onzin is van vroeger, van archaïsche culturen, van een pre-wetenschappelijk tijdperk, van mensen die onvoldoende geïnformeerd waren?
Betekent dat voor mij dat de Bijbel een oud, gesloten en onbruikbaar boek is geworden?
Met klem zeg ik dat niet.
Ik geloof van harte in God, noem mij voluit christen en belijd mijn geloof met de woorden van de Apostolische Geloofsbelijdenis. De Bijbel is mij dierbaar. Ik geloof dat het Gods Woord is. Dat we het nodig hebben voor ons heil en onze zaligheid.
Het voert te ver om hier ook nog een uitgebreid godsbewijs te bespreken. Maar ik ben van mening dat men zowel voluit de wetenschappelijke kennis kan eerbiedigen, als in God kan geloven.
Maar dat geloof is niet gestoeld op het wetenschappelijke gehalte van de Bijbel (dat gehalte is vrij arm), maar heeft meer te maken met wat ik eerder zei over alle culturen die rond het religieuze, het heilige zijn gebouwd. Daar ligt volgens mij de sleutel en de rechtvaardiging voor de religieuze weg.
Want met al onze techniek, kennis, inzicht, mathematics en logische doorbraken, blijven wij in principe nog in dezelfde conditie als alle mensen voor ons: klein, sterfelijk, begrensd, onvolkomen. Alles wat de mens ziet, doormaakt, denkt en doet roept om een Antwoord, roept om een Ander, roept om Verlossing, roept om God.
Dat is wat mij zo aangrijpt in de Bijbel. In dit boek wordt die eeuwige conditie van mens en God beschreven.
Daarom is die Bijbel mij ook zoveel waard. Beiden worden beschreven, beiden komen aan het woord, maar beiden komen ook tot elkaar. Verzoening tussen God en mens. Is dat niet wat we nodig hebben? Zouden we niet op zoek moeten naar dit belangrijkste kruispunt op onze levensweg?
En daarom vind ik ook dat een fundamentalistisch denken (waarin een "letterlijke lezing" vaak een rol speelt) deze geschriften, de schatten van de godsdienst, bezoedelt, misbruikt en uiteindelijk te gronde zal richten.
Met alle macht wordt namelijk alles wat niet klopt in de Bijbel (de tijdgebonden dingen) tot hoofdzaak van de Bijbel verklaart.
Niet wijs, lijkt me, want we dienen God niet alleen met ons hart en met onze ziel, maar ook met ons verstand.
Denk daarom eens logisch na en vergeet de voor de hand liggende verklaringen niet.
gravo
'Von Gott wissen wir nichts. Aber dies Nichtwissen ist Nichtwissen von Gott'
(Franz Rosenzweig, Der Stern der Erlösung)